Portugees is een prachtige taal die wordt gesproken door meer dan 200 miljoen mensen wereldwijd. Als je van plan bent om naar Portugal te reizen of gewoon een nieuwe taal wilt leren, is het handig om een paar basiszinnen en vragen te kennen. In dit artikel leer je enkele fundamentele Portugese vragen en antwoorden die je in alledaagse gesprekken kunt gebruiken.
Hoe gaat het? – Como vai?
Dit is een van de meest voorkomende vragen die je kunt gebruiken om iemand te begroeten en te vragen hoe het met hem of haar gaat.
Ei, João, como vai?
Wat is je naam? – Qual é o seu nome?
Ideaal om jezelf voor te stellen en iemand naar zijn of haar naam te vragen.
Oi, eu sou Rosa. Qual é o seu nome?
Hoe oud ben je? – Quantos anos você tem?
Een persoonlijke vraag die vaak voorkomt in kennismakingsgesprekken. Wees voorzichtig met het gebruiken ervan, aangezien sommigen het misschien te persoonlijk vinden.
Você parece jovem. Quantos anos você tem?
Waar kom je vandaan? – De onde você é?
Met deze vraag kun je achterhalen uit welk land of welke stad iemand komt.
Você tem um sotaque interessante. De onde você é?
Spreek je Engels? – Você fala inglês?
Handig om te weten of de persoon met wie je spreekt een andere gemeenschappelijke taal spreekt.
Desculpe, você fala inglês?
Mag ik…? – Posso…?
Gebruik deze zinstructuur wanneer je om iets wilt vragen of toestemming zoekt.
Posso usar o banheiro?
Waar is…? – Onde fica…?
Een onmisbare vraag als je de weg naar een bepaalde plek wilt vragen.
Por favor, onde fica a estação?
Hoeveel kost dit? – Quanto custa isto?
Een vraag die je zeker zal stellen wanneer je iets wilt kopen en de prijs wilt weten.
Este suéter é bonito. Quanto custa isto?
Kunt u dat herhalen? – Você pode repetir?
Zeer nuttig als je iets niet goed hebt verstaan en wilt dat de ander het herhaalt.
Desculpe, você pode repetir?
Heb je…? – Você tem…?
Een eenvoudige vraag waarmee je kunt achterhalen of iemand iets heeft dat je nodig hebt.
Você tem um mapa da cidade?
Wat betekent…? – O que significa…?
Deze vraag helpt je bij het leren van nieuwe woorden en het begrijpen van de taal.
Eu não sei esta palavra. O que significa “amor”?
Kan ik…? – Eu posso…?
Als je wilt weten of iets mogelijk is of niet, of als je beleefd om iets vraagt.
Eu posso provar este vinho?
Wilt u dat langzamer spreken? – Você pode falar mais devagar?
Gebruik deze zin als je de ander vraagt om langzamer te spreken, zodat je het beter kunt volgen.
É importante para mim. Você pode falar mais devagar?
Kunnen we…? – Podemos…?
Voor het voorstellen van een idee of een activiteit.
Podemos sair para jantar juntos?
Waarom…? – Por quê?
Een vraagwoord dat je helpt de reden of oorzaak achter iets te begrijpen.
Por quê você está triste?
Nu je deze basis Portugese vragen en antwoorden kent, ben je al een stuk verder om een gesprek te voeren in het Portugees. Het is belangrijk om te blijven oefenen, zodat je de uitspraak onder de knie krijgt en je woordenschat verder uitbreidt. Begin met deze zinnen en probeer zelf meer te ontdekken door middel van films, muziek, en gesprekken met mensen die Portugees spreken. Succes met je taalavontuur; je zult zien dat de Portugezen je inspanningen op prijs zullen stellen!