Arabisch leren kan een ontdekkingsreis zijn vol fascinerende uitdrukkingen en jargon die vaak niet in formele cursussen worden aangeleerd. Deze informele taal geeft je een dieper begrip van de cultuur en maakt je communicatie authentieker wanneer je spreekt met moedertaalsprekers. Hier vind je een lijst met Arabisch jargon en informele uitdrukkingen die nuttig kunnen zijn in dagelijkse gesprekken.
يعني (ya’ni) – Betekent “ik bedoel” of “dat wil zeggen”. Het wordt gebruikt om iets te verduidelijken of nadruk te geven.
يعني، هذا الشيء مهم جدًا.
إن شاء الله (inshallah) – “Als God het wil”. Deze uitdrukking wordt gebruikt om te spreken over een evenement dat in de toekomst zal plaatsvinden.
سأزورك الأسبوع المقبل إن شاء الله.
خلاص (khalas) – Betekent “genoeg” of “klaar”. Het wordt gebruikt om het einde van iets aan te geven of wanneer men wil dat iets stopt.
خلاص، توقف عن الكلام الآن.
يلا (yalla) – Vergelijkbaar met “kom op” of “laten we gaan” in het Nederlands. Het wordt gebruikt om aanzetten of haast uit te drukken.
يلا, نحن متأخرون!
حبيبي/حبيبتي (habibi/habibti) – Letterlijk “mijn geliefde” voor een man/vrouw, maar wordt breder gebruikt, ook tussen vrienden of zelfs als een soort betuiging van vriendelijkheid.
مرحبًا حبيبتي، كيف حالك؟
فلوس (feloos) – Geld. Dit informele woord wordt vaak gebruikt in dagelijkse gesprekken.
ما عندي فلوس الآن.
بايظ (bāyeẓ) – Egyptisch-Arabisch voor iets dat kapot of niet goed werkt.
التلفاز بايظ ، نحتاج إلى إصلاحه.
أخرج عن شعوري (akhraj ‘an sha’uri) – “Je maakt me gek”. Deze uitdrukking geeft irritatie of frustratie weer.
لما تعمل هيك بتخرج عن شعوري.
ماشي (mashi) – Betekent “oké” of “in orde”. Het wordt gebruikt om te laten zien dat je het eens bent met iets of iemand.
ماشي، سأفعلها كما قلت.
والله (wallah) – Betekent “ik zweer bij God”. Deze uitdrukking wordt vaak gebruikt voor nadruk.
والله، لم أكن هناك يوم الحادث.
أنا آسف (ana asef/ana asfa) – “Ik ben sorry” voor mannen/vrouwen. Deze uitdrukking wordt gebruikt om excuses aan te bieden.
أنا آسف لتأخري.
عيب (aib) – Beschouwd als “schaamte”, iets dat sociaal onacceptabel is.
عيب تقول هيك في العلن!
عفواً (afwan) – “Excuseer” of “pardon”. Het wordt gebruikt om beleefd te vragen iets te herhalen of om verontschuldiging te vragen.
عفواً، ممكن تعيد ما قلت؟
تبع (taba’) – Dit betekent “achtervolgen” of “volgen” maar wordt ook gebruikt als “hiervoor” in de context van verantwoordelijkheid.
أنا مش تبع الشغل إلي سويته.
دقيقة (daqeeqa) – “Een minuut” of “wacht even”.
دقيقة، أنا تقريباً جاهز.
Door deze woorden en uitdrukkingen in je vocabulaire te integreren, zal je Arabisch natuurlijker klinken en kun je makkelijker communiceren met moedertaalsprekers. Toch is het belangrijk om te weten dat sommige uitdrukkingen dialectspecifiek kunnen zijn en mogelijk niet in alle Arabischsprekende regio’s worden begrepen.
Er is geen substituut voor praktijkervaring. Probeer dus deze uitdrukkingen te gebruiken wanneer je praat met Arabischsprekende vrienden of leerkrachten. Let ook op de context waarin ze worden gebruikt; sommige kunnen informeel of zelfs slang zijn en zijn niet geschikt voor elke situatie.
Tot slot, onthoud dat taal constant evolueert en dat nieuwe uitdrukkingen en jargon regelmatig hun intrede doen in het Arabisch. Blijf nieuwsgierig, lees veel en luister naar hoe moedertaalsprekers praten – zowel in persoon als via media zoals films, tv-programma’s en liedjes – om je begrip van hedendaags Arabisch jargon en informele taal te verdiepen en verrijken.