Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar ook zeer lonende ervaring zijn. Wit-Russisch, een Oost-Slavische taal die wordt gesproken in Wit-Rusland, heeft zijn eigen unieke charme en structuur. Voor beginners op A1-niveau is het cruciaal om een basiswoordenschat op te bouwen die hen helpt om eenvoudige gesprekken te voeren en de taal beter te begrijpen. In dit artikel presenteren we 50 essentiële woorden die u moet kennen voor Wit-Russisch op A1-niveau.
Basiswoorden en begroetingen
1. **Привет** (privet) – Hallo
2. **До свидания** (da svidaniya) – Tot ziens
3. **Спасибо** (spasibo) – Dank u
4. **Пожалуйста** (pozhaluysta) – Alstublieft
5. **Извините** (izvinite) – Sorry
6. **Да** (da) – Ja
7. **Нет** (net) – Nee
Begroetingen en basiswoorden zijn de eerste stap in elke taal. Deze woorden helpen u om beleefd en vriendelijk te zijn in dagelijkse situaties.
Familie en mensen
8. **Мама** (mama) – Moeder
9. **Папа** (papa) – Vader
10. **Брат** (brat) – Broer
11. **Сестра** (sestra) – Zus
12. **Друг** (drug) – Vriend
13. **Подруга** (podruga) – Vriendin
14. **Человек** (chelovek) – Persoon
Deze woorden zijn essentieel als u wilt praten over uw familie en vrienden, of als u mensen wilt beschrijven.
Dagelijkse voorwerpen en plaatsen
15. **Дом** (dom) – Huis
16. **Квартира** (kvartira) – Appartement
17. **Школа** (shkola) – School
18. **Работа** (rabota) – Werk
19. **Магазин** (magazin) – Winkel
20. **Улица** (ulitsa) – Straat
21. **Город** (gorod) – Stad
Met deze woorden kunt u basislocaties en objecten in uw omgeving benoemen, wat van pas komt in dagelijkse gesprekken.
Eten en drinken
22. **Хлеб** (khleb) – Brood
23. **Молоко** (moloko) – Melk
24. **Вода** (voda) – Water
25. **Мясо** (myaso) – Vlees
26. **Рыба** (ryba) – Vis
27. **Яблоко** (yabloko) – Appel
28. **Суп** (sup) – Soep
Eten en drinken zijn altijd belangrijke onderwerpen. Deze woorden helpen u om uw voorkeuren en behoeften aan te geven.
Getallen en hoeveelheden
29. **Один** (odin) – Een
30. **Два** (dva) – Twee
31. **Три** (tri) – Drie
32. **Четыре** (chetyre) – Vier
33. **Пять** (pyat) – Vijf
34. **Много** (mnogo) – Veel
35. **Мало** (malo) – Weinig
Het kunnen tellen en aangeven van hoeveelheden is een basisvaardigheid die in veel situaties nuttig is.
Tijd en data
36. **Сегодня** (segodnya) – Vandaag
37. **Завтра** (zavtra) – Morgen
38. **Вчера** (vchera) – Gisteren
39. **Час** (chas) – Uur
40. **Минутa** (minuta) – Minuut
41. **День** (den) – Dag
42. **Неделя** (nedelya) – Week
Met deze woorden kunt u eenvoudige tijdsaanduidingen en data bespreken, wat essentieel is voor het plannen en organiseren.
Bijvoeglijke naamwoorden
43. **Большой** (bolshoy) – Groot
44. **Маленький** (malenky) – Klein
45. **Хороший** (khoroshiy) – Goed
46. **Плохой** (plokhoy) – Slecht
47. **Тёплый** (tyoplyy) – Warm
48. **Холодный** (kholodnyy) – Koud
Bijvoeglijke naamwoorden helpen u om uw gedachten en observaties preciezer uit te drukken.
Werkwoorden
49. **Быть** (byt) – Zijn
50. **Идти** (idti) – Gaan
Werkwoorden zijn de bouwstenen van elke zin. Met deze twee basiswerkwoorden kunt u eenvoudige zinnen vormen en beginnen met het uitdrukken van acties.
Het leren van deze 50 essentiële woorden zal uw begrip van het Wit-Russisch aanzienlijk verbeteren en u helpen om basisgesprekken te voeren. Vergeet niet om regelmatig te oefenen en deze woorden in uw dagelijkse leven te integreren. Hoe meer u oefent, hoe zelfverzekerder u zult worden in het gebruik van de taal. Veel succes met uw taalreis!