50 essentiële woorden die u moet kennen voor Turks op C1-niveau

Als je Turks op C1-niveau wilt beheersen, is het essentieel om een uitgebreide woordenschat te hebben. In dit artikel zullen we 50 belangrijke woorden behandelen die je zullen helpen om je Turkse taalvaardigheid te verbeteren. Deze woorden zijn niet alleen nuttig voor alledaagse gesprekken, maar ook voor het begrijpen van complexe teksten en het deelnemen aan diepgaande discussies.

Algemene Woorden

1. **Anlam**: Betekenis. Bijvoorbeeld: “Bu kelimenin anlamı nedir?” (Wat is de betekenis van dit woord?)
2. **Düşünce**: Gedachte. Bijvoorbeeld: “Bu konuda ne düşünüyorsun?” (Wat denk je hierover?)
3. **Deneyim**: Ervaring. Bijvoorbeeld: “Yurtdışında yaşama deneyimim var.” (Ik heb ervaring met in het buitenland wonen.)
4. **Bilgi**: Informatie. Bijvoorbeeld: “Bu konuda daha fazla bilgiye ihtiyacım var.” (Ik heb meer informatie over dit onderwerp nodig.)
5. **Görüş**: Mening. Bijvoorbeeld: “Senin görüşün nedir?” (Wat is jouw mening?)
6. **Özgürlük**: Vrijheid. Bijvoorbeeld: “Özgürlüğün kıymetini bilmeliyiz.” (We moeten de waarde van vrijheid kennen.)
7. **Güven**: Vertrouwen. Bijvoorbeeld: “Ona güveniyorum.” (Ik vertrouw hem/haar.)
8. **Fikir**: Idee. Bijvoorbeeld: “Bu fikri beğendim.” (Ik vind dit idee leuk.)
9. **Önemli**: Belangrijk. Bijvoorbeeld: “Bu çok önemli bir konu.” (Dit is een heel belangrijk onderwerp.)
10. **Başarı**: Succes. Bijvoorbeeld: “Başarıya giden yol zorludur.” (De weg naar succes is moeilijk.)

Sociaal en Cultureel

11. **Toplum**: Samenleving. Bijvoorbeeld: “Toplumda farklı rollerimiz var.” (We hebben verschillende rollen in de samenleving.)
12. **Kültür**: Cultuur. Bijvoorbeeld: “Türk kültürü çok zengindir.” (De Turkse cultuur is erg rijk.)
13. **Gelenek**: Traditie. Bijvoorbeeld: “Bu bizim eski bir geleneğimizdir.” (Dit is een oude traditie van ons.)
14. **Aile**: Familie. Bijvoorbeeld: “Ailem benim için çok önemli.” (Mijn familie is erg belangrijk voor mij.)
15. **Arkadaş**: Vriend. Bijvoorbeeld: “En yakın arkadaşım.” (Mijn beste vriend.)
16. **Misafir**: Gast. Bijvoorbeeld: “Misafirlerimiz geliyor.” (Onze gasten komen.)
17. **Komşu**: Buur. Bijvoorbeeld: “Komşularımız çok dost canlısıdır.” (Onze buren zijn erg vriendelijk.)
18. **Bayram**: Feestdag. Bijvoorbeeld: “Bayramda ailemle birlikte olacağım.” (Ik zal tijdens de feestdag bij mijn familie zijn.)
19. **Düğün**: Bruiloft. Bijvoorbeeld: “Düğünümüz yaklaşıyor.” (Onze bruiloft komt eraan.)
20. **Tatlı**: Zoetigheid. Bijvoorbeeld: “Türk tatlıları çok ünlüdür.” (Turkse zoetigheden zijn erg beroemd.)

Werk en Onderwijs

21. **İş**: Werk. Bijvoorbeeld: “Yeni bir iş bulmam gerekiyor.” (Ik moet een nieuwe baan vinden.)
22. **Meslek**: Beroep. Bijvoorbeeld: “Doktorluk zor bir meslektir.” (Arts zijn is een moeilijk beroep.)
23. **Eğitim**: Onderwijs. Bijvoorbeeld: “Eğitim hayatımızın önemli bir parçasıdır.” (Onderwijs is een belangrijk onderdeel van ons leven.)
24. **Öğrenci**: Student. Bijvoorbeeld: “Üniversite öğrencisiyim.” (Ik ben een universiteitsstudent.)
25. **Öğretmen**: Leraar. Bijvoorbeeld: “Öğretmenimiz çok bilgili.” (Onze leraar is erg kundig.)
26. **Kariyer**: Carrière. Bijvoorbeeld: “Kariyerim için çok çalışıyorum.” (Ik werk hard voor mijn carrière.)
27. **Staj**: Stage. Bijvoorbeeld: “Yaz tatilinde staj yapacağım.” (Ik zal tijdens de zomervakantie stage lopen.)
28. **Burs**: Beurs. Bijvoorbeeld: “Burs kazandım.” (Ik heb een beurs gewonnen.)
29. **Sınav**: Examen. Bijvoorbeeld: “Yarın önemli bir sınavım var.” (Ik heb morgen een belangrijk examen.)
30. **Mezuniyet**: Afstuderen. Bijvoorbeeld: “Mezuniyet törenimiz yaklaşıyor.” (Onze afstudeerceremonie komt eraan.)

Gezondheid

31. **Sağlık**: Gezondheid. Bijvoorbeeld: “Sağlığımıza dikkat etmeliyiz.” (We moeten op onze gezondheid letten.)
32. **Doktor**: Arts. Bijvoorbeeld: “Doktora gitmem gerekiyor.” (Ik moet naar de dokter.)
33. **Hastane**: Ziekenhuis. Bijvoorbeeld: “Hastanede çalışıyorum.” (Ik werk in het ziekenhuis.)
34. **İlaç**: Medicijn. Bijvoorbeeld: “Bu ilacı alman gerekiyor.” (Je moet dit medicijn nemen.)
35. **Acil**: Spoed. Bijvoorbeeld: “Acil servise gitmeliyiz.” (We moeten naar de spoedeisende hulp gaan.)
36. **Hastalık**: Ziekte. Bijvoorbeeld: “Grip, yaygın bir hastalıktır.” (Griep is een veelvoorkomende ziekte.)
37. **Tedavi**: Behandeling. Bijvoorbeeld: “Tedavi süreci uzun sürebilir.” (Het behandelingsproces kan lang duren.)
38. **Ameliyat**: Operatie. Bijvoorbeeld: “Ameliyat başarılı geçti.” (De operatie was succesvol.)
39. **Dinlenmek**: Rusten. Bijvoorbeeld: “Dinlenmeye ihtiyacım var.” (Ik heb rust nodig.)
40. **Beslenme**: Voeding. Bijvoorbeeld: “Sağlıklı beslenmeye dikkat etmeliyiz.” (We moeten letten op gezonde voeding.)

Reizen en Avontuur

41. **Seyahat**: Reis. Bijvoorbeeld: “Yurtdışına seyahat etmek istiyorum.” (Ik wil naar het buitenland reizen.)
42. **Uçak**: Vliegtuig. Bijvoorbeeld: “Uçakla seyahat edeceğim.” (Ik zal met het vliegtuig reizen.)
43. **Otobüs**: Bus. Bijvoorbeeld: “Otobüsle şehirler arası yolculuk yapıyorum.” (Ik reis tussen steden met de bus.)
44. **Pasaport**: Paspoort. Bijvoorbeeld: “Pasaportumu yenilemem gerekiyor.” (Ik moet mijn paspoort vernieuwen.)
45. **Vize**: Visum. Bijvoorbeeld: “Vize başvurusu yapmam lazım.” (Ik moet een visumaanvraag indienen.)
46. **Turist**: Toerist. Bijvoorbeeld: “Bu şehirde çok sayıda turist var.” (Er zijn veel toeristen in deze stad.)
47. **Rehber**: Gids. Bijvoorbeeld: “Rehberimiz çok bilgiliydi.” (Onze gids was erg kundig.)
48. **Macera**: Avontuur. Bijvoorbeeld: “Yeni bir maceraya atılmak istiyorum.” (Ik wil aan een nieuw avontuur beginnen.)
49. **Bavul**: Koffer. Bijvoorbeeld: “Bavulumu hazırlamam gerekiyor.” (Ik moet mijn koffer inpakken.)
50. **Konaklama**: Accommodatie. Bijvoorbeeld: “Konaklama için otel ayarladık.” (We hebben een hotel geregeld voor accommodatie.)

Deze woorden zijn slechts een beginpunt voor het beheersen van het Turks op C1-niveau. Het is belangrijk om deze woorden in context te leren en te gebruiken in dagelijkse gesprekken en schriftelijke communicatie. Oefen regelmatig en probeer ook Turkse literatuur, nieuws en andere bronnen te lezen om je woordenschat verder uit te breiden. Veel succes met je taalstudie!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller