1. **Hallo** – Vanakkam (வணக்கம்)
Het meest gebruikte woord om iemand te begroeten in Tamil.
2. **Ja** – Aām (ஆம்)
Een eenvoudige en veelgebruikte bevestiging.
3. **Nee** – Illai (இல்லை)
Gebruik dit woord om ontkenning uit te drukken.
4. **Dank u** – Nandri (நன்றி)
Een beleefde manier om uw dankbaarheid te tonen.
5. **Alsjeblieft** – Dayavu seithu (தயவு செய்து)
Wordt gebruikt om beleefdheid te tonen bij het vragen om iets.
6. **Sorry** – Mannikkavum (மன்னிக்கவும்)
Gebruik dit woord om verontschuldigingen aan te bieden.
7. **Alstublieft** – Dayavu seithu (தயவு செய்து)
Een beleefd verzoek.
8. **Ja** – Am (ஆம்)
Een eenvoudige bevestiging.
9. **Nee** – Illai (இல்லை)
Een eenvoudige ontkenning.
10. **Misschien** – Sādhiyam (சாத்தியம்)
Voor situaties waarin u niet zeker bent.
Familie en Relaties
11. **Moeder** – Amma (அம்மா)
Een van de meest belangrijke familieleden.
12. **Vader** – Appa (அப்பா)
Een ander belangrijk familielid.
13. **Broer** – Sagodharan (சகோதரன்)
Gebruik dit woord om uw broer aan te duiden.
14. **Zus** – Sagodhari (சகோதரி)
Gebruik dit woord om uw zus aan te duiden.
15. **Vriend** – Nanban (நண்பன்)
Voor uw mannelijke vrienden.
16. **Vriendin** – Thozhi (தோழி)
Voor uw vrouwelijke vrienden.
17. **Man** – Purushan (புருஷன்)
Voor uw echtgenoot.
18. **Vrouw** – Manaivi (மனைவி)
Voor uw echtgenote.
19. **Kind** – Kuzhandhai (குழந்தை)
Een algemene term voor een kind.
20. **Baby** – Kuzhanthai (குழந்தை)
Een woord voor een pasgeboren of jong kind.
Dagelijkse Activiteiten
21. **Eten** – Saapidu (சாப்பிடு)
Gebruik dit woord wanneer u wilt eten.
22. **Drinken** – Kudikkal (குடிக்கல்)
Gebruik dit woord wanneer u wilt drinken.
23. **Slapen** – Thoongu (தூங்கு)
Gebruik dit woord voor slapen.
24. **Werken** – Velai (வேலை)
Gebruik dit woord voor werk.
25. **Lezen** – Padiththal (படித்தல்)
Gebruik dit woord voor lezen.
26. **Schrijven** – Ezhuththal (எழுத்தல்)
Gebruik dit woord voor schrijven.
27. **Koken** – Samaikardhu (சமைக்கது)
Gebruik dit woord voor koken.
28. **Wassen** – Kazhuvi (கழுவி)
Gebruik dit woord voor wassen.
29. **Reizen** – Payanam (பயணம்)
Gebruik dit woord voor reizen.
30. **Lopen** – Nadakkal (நடக்கல்)
Gebruik dit woord voor lopen.
Natuur en Omgeving
31. **Zon** – Suryan (சூரியன்)
Het woord voor de zon.
32. **Maan** – Nila (நிலா)
Het woord voor de maan.
33. **Ster** – Natchaththiram (நட்சத்திரம்)
Het woord voor een ster.
34. **Water** – Thanneer (தண்ணீர்)
Het woord voor water.
35. **Boom** – Maram (மரம்)
Het woord voor een boom.
36. **Bloem** – Poo (பூ)
Het woord voor een bloem.
37. **Dier** – Vilangu (விலங்கு)
Een algemene term voor dieren.
38. **Vogel** – Paravai (பறவை)
Het woord voor een vogel.
39. **Vis** – Meen (மீன்)
Het woord voor een vis.
40. **Hond** – Naai (நாய்)
Het woord voor een hond.
Tijd en Datum
41. **Vandaag** – Inru (இன்று)
Gebruik dit woord voor vandaag.
42. **Morgen** – Naalai (நாளை)
Gebruik dit woord voor morgen.
43. **Gisteren** – Nethu (நேற்று)
Gebruik dit woord voor gisteren.
44. **Ochtend** – Kaalai (காலை)
Het woord voor ochtend.
45. **Middag** – Mathiyam (மதியம்)
Het woord voor middag.
46. **Avond** – Malai (மாலை)
Het woord voor avond.
47. **Nacht** – Iravu (இரவு)
Het woord voor nacht.
48. **Uur** – Mani (மணி)
Het woord voor uur.
49. **Minuut** – Nimisham (நிமிடம்)
Het woord voor minuut.
50. **Seconde** – Viyaadi (வியாதி)
Het woord voor seconde.
Conclusie
Het leren van deze 50 essentiële Tamil-woorden zal u een solide basis geven voor het beheersen van de taal op A1-niveau. Door deze woorden regelmatig te oefenen en in dagelijkse gesprekken te gebruiken, zult u merken dat uw begrip en spreekvaardigheid snel verbeteren. Vergeet niet dat consistentie en herhaling de sleutel zijn tot succes in elke taal. Veel succes met uw Tamil-studie en onthoud: oefenen maakt perfect!