50 essentiële woorden die u moet kennen voor Tagalog op A1-niveau

Als je begint met het leren van een nieuwe taal, kan het overweldigend lijken om te weten waar je moet beginnen. Tagalog, de nationale taal van de Filipijnen, is geen uitzondering. Een goede manier om te starten is door essentiële woorden en zinnen te leren die je dagelijks kunt gebruiken. In dit artikel zullen we 50 essentiële woorden doornemen die je moet kennen op A1-niveau, oftewel het beginnersniveau. Deze woorden helpen je niet alleen om basisgesprekken te voeren, maar ook om een dieper begrip te krijgen van de cultuur en het dagelijks leven in de Filipijnen.

Groeten en Basiszinnen

1. Kumusta – Hallo / Hoe gaat het?
Dit is een van de meest voorkomende begroetingen in Tagalog en kan op verschillende manieren worden gebruikt, afhankelijk van de situatie.

2. Salamat – Dank je
Gebruik dit woord om je dankbaarheid te tonen. Een eenvoudige maar essentiële manier om beleefd te zijn.

3. Oo – Ja
Een kort en krachtig woord dat je in veel situaties zult gebruiken.

4. Hindi – Nee
Ook dit woord zal je vaak nodig hebben in dagelijkse conversaties.

5. Paalam – Tot ziens
Een formele manier om afscheid te nemen.

6. Magandang umaga – Goedemorgen
Gebruik dit om iemand ’s ochtends te begroeten.

7. Magandang hapon – Goedemiddag
Dit zeg je in de middaguren.

8. Magandang gabi – Goedenavond
Een begroeting voor in de avond.

Familie en Relaties

9. Pamilya – Familie
Een belangrijk woord, aangezien familie een centrale rol speelt in de Filipijnse cultuur.

10. Ate – Oudere zus
Dit woord wordt gebruikt om respect te tonen voor een oudere zus of een oudere vrouwelijke vriend.

11. Kuya – Oudere broer
Dit gebruik je om een oudere broer of een oudere mannelijke vriend aan te spreken.

12. Nanay – Moeder
Een liefdevolle term voor je moeder.

13. Tatay – Vader
De Tagalog term voor vader.

Dagelijkse Activiteiten

14. Kain – Eten
Eten is een belangrijk onderdeel van de Filipijnse cultuur, en dit woord zul je vaak horen en gebruiken.

15. Inom – Drinken
Een ander cruciaal woord voor alledaagse activiteiten.

16. Gising – Wakker worden
Een nuttig woord om je dagelijkse routine te beschrijven.

17. Tulog – Slapen
Dit woord gebruik je om te praten over slapen.

18. Ligo – Douchen
Een belangrijk woord voor persoonlijke hygiëne.

Nummers en Tellen

19. Isa – Eén
Het eerste nummer in het Tagalog tellen.

20. Dalawa – Twee
Het tweede nummer.

21. Tatlo – Drie
Het derde nummer.

22. Apat – Vier
Het vierde nummer.

23. Lima – Vijf
Het vijfde nummer.

24. Anim – Zes
Het zesde nummer.

25. Pito – Zeven
Het zevende nummer.

26. Walo – Acht
Het achtste nummer.

27. Siyam – Negen
Het negende nummer.

28. Sampu – Tien
Het tiende nummer.

Voorzieningen en Locaties

29. Bahay – Huis
Dit woord gebruik je om over je woning te praten.

30. Paaralan – School
Een essentieel woord voor mensen met kinderen of die zelf studeren.

31. Ospital – Ziekenhuis
Een belangrijk woord voor noodgevallen.

32. Palengke – Markt
Filipijnen houden van markten, en dit woord zal je vaak horen en gebruiken.

33. Tindahan – Winkel
Een basiswoord dat je moet kennen voor boodschappen doen.

Voeding en Eten

34. Kanin – Rijst
Rijst is een hoofdbestanddeel in de Filipijnse keuken.

35. Isda – Vis
Een ander veelvoorkomend ingrediënt in Filipijnse gerechten.

36. Karne – Vlees
Gebruik dit woord om over vlees te praten.

37. Gulay – Groente
Een gezond onderdeel van elke maaltijd.

38. Prutas – Fruit
Een heerlijke en gezonde snack.

Kleuren en Beschrijvingen

39. Pula – Rood
Een basis kleurwoord.

40. Asul – Blauw
Nog een basis kleurwoord.

41. Berde – Groen
Een veelgebruikte kleur.

42. Itim – Zwart
Een kleur die je vaak zult gebruiken.

43. Puti – Wit
Een andere veelgebruikte kleur.

Vervoer en Reizen

44. Jeepney – Jeepney
Een populair openbaar vervoermiddel in de Filipijnen.

45. Tren – Trein
Handig om te weten als je door de stad reist.

46. Eroplano – Vliegtuig
Dit woord heb je nodig als je van plan bent te vliegen.

47. Bus – Bus
Een ander veelgebruikt vervoermiddel.

Tijd en Datum

48. Oras – Tijd
Gebruik dit om over tijd te praten.

49. Araw – Dag
Een basiswoord voor het aanduiden van dagen.

50. Gabi – Nacht
Een essentieel woord voor het beschrijven van de nacht.

Conclusie

Het leren van deze 50 essentiële woorden zal je een solide basis geven voor verdere studie van het Tagalog. Door deze woorden dagelijks te oefenen en te gebruiken, zul je merken dat je al snel in staat bent eenvoudige gesprekken te voeren en een beter begrip krijgt van de cultuur en het dagelijks leven in de Filipijnen. Vergeet niet dat taal leren een proces is; wees geduldig en consistent in je studie. Veel succes en geniet van je taalreis!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller