Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar ook zeer bevredigende ervaring zijn. Voor degenen die Spaans op C1-niveau willen beheersen, is het belangrijk om niet alleen de grammatica en structuur van de taal te begrijpen, maar ook een uitgebreide woordenschat te hebben. Dit helpt niet alleen bij het begrijpen van complexe teksten en gesprekken, maar ook bij het effectief communiceren van je eigen ideeën en gevoelens. In dit artikel zullen we 50 essentiële woorden bespreken die je moet kennen voor Spaans op C1-niveau.
1. Abordar
Dit werkwoord betekent ‘aanpakken’ of ‘benaderen’. Het kan worden gebruikt in verschillende contexten, zoals het aanpakken van een probleem of het benaderen van een persoon.
2. Acontecimiento
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘gebeurtenis’ of ‘evenement’. Het wordt vaak gebruikt in formele contexten, zoals nieuwsberichten of officiële verklaringen.
3. Afirmar
Dit werkwoord betekent ‘bevestigen’ of ‘verklaren’. Het wordt vaak gebruikt in formele en informele gesprekken om een standpunt of mening te bevestigen.
4. Alcanzar
Dit werkwoord betekent ‘bereiken’. Het kan zowel letterlijk als figuurlijk worden gebruikt, zoals het bereiken van een doel of het bereiken van een fysieke locatie.
5. Ambiente
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘omgeving’ of ‘sfeer’. Het wordt vaak gebruikt om de algemene sfeer of stemming van een bepaalde plaats of situatie te beschrijven.
6. Análisis
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘analyse’. Het wordt vaak gebruikt in academische en professionele contexten om een diepgaande studie of evaluatie van een onderwerp te beschrijven.
7. Anterior
Dit bijvoeglijk naamwoord betekent ‘vorig’ of ‘eerder’. Het wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar een eerder genoemd punt of een vorige gebeurtenis.
8. Apoyar
Dit werkwoord betekent ‘ondersteunen’. Het kan zowel emotionele als fysieke steun beschrijven, zoals het ondersteunen van een vriend of het ondersteunen van een project.
9. Asegurar
Dit werkwoord betekent ‘verzekeren’ of ‘garanderen’. Het wordt vaak gebruikt in de context van het geven van zekerheid of het garanderen van een bepaalde uitkomst.
10. Aumentar
Dit werkwoord betekent ‘verhogen’ of ’toenemen’. Het wordt vaak gebruikt om groei of toename in verschillende contexten te beschrijven, zoals het verhogen van de prijs of het toenemen van de vraag.
11. Beneficio
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘voordeel’ of ‘winst’. Het kan zowel financiële winst als andere soorten voordelen beschrijven.
12. Capacidad
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘capaciteit’ of ‘bekwaamheid’. Het wordt vaak gebruikt om de mogelijkheid of bekwaamheid van een persoon of ding te beschrijven.
13. Carácter
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘karakter’ of ‘aard’. Het wordt vaak gebruikt om de persoonlijkheid of eigenschap van een persoon te beschrijven.
14. Cierto
Dit bijvoeglijk naamwoord betekent ‘zeker’ of ‘waar’. Het wordt vaak gebruikt om zekerheid of waarheidsgetrouwheid te beschrijven.
15. Comportamiento
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘gedrag’. Het wordt vaak gebruikt in de context van psychologie of sociologie om het gedrag van individuen of groepen te beschrijven.
16. Conclusión
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘conclusie’. Het wordt vaak gebruikt in academische en professionele contexten om de uiteindelijke bevinding of beslissing te beschrijven na een proces van overweging en analyse.
17. Conocimiento
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘kennis’. Het wordt vaak gebruikt om de informatie, vaardigheden en ervaring die een persoon heeft te beschrijven.
18. Crear
Dit werkwoord betekent ‘creëren’ of ‘maken’. Het wordt vaak gebruikt in de context van kunst, innovatie en productie.
19. Crecimiento
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘groei’. Het wordt vaak gebruikt om zowel fysieke als figuurlijke groei te beschrijven, zoals de groei van een bedrijf of persoonlijke groei.
20. Cuestión
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘kwestie’ of ‘vraagstuk’. Het wordt vaak gebruikt om een probleem of onderwerp van discussie te beschrijven.
21. Decisión
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘beslissing’. Het wordt vaak gebruikt om een keuze of oordeel te beschrijven dat na overweging is gemaakt.
22. Desarrollo
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘ontwikkeling’. Het wordt vaak gebruikt om het proces van groei of vooruitgang te beschrijven, zoals de ontwikkeling van een kind of de ontwikkeling van een project.
23. Destacar
Dit werkwoord betekent ‘opvallen’ of ‘benadrukken’. Het wordt vaak gebruikt om iets of iemand te beschrijven dat opvalt of speciale aandacht verdient.
24. Determinar
Dit werkwoord betekent ‘bepalen’ of ‘vaststellen’. Het wordt vaak gebruikt in de context van onderzoek of analyse om de oorzaken of kenmerken van iets te identificeren.
25. Diferencia
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘verschil’. Het wordt vaak gebruikt om de verschillen tussen twee of meer dingen te beschrijven.
26. Disposición
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘beschikking’ of ‘opstelling’. Het wordt vaak gebruikt om de beschikbaarheid of bereidheid van iets of iemand te beschrijven.
27. Eficiencia
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘efficiëntie’. Het wordt vaak gebruikt om de mate van effectiviteit en productiviteit te beschrijven.
28. Emplear
Dit werkwoord betekent ‘gebruiken’ of ‘inzetten’. Het wordt vaak gebruikt in de context van werk of middelen om aan te geven hoe iets wordt gebruikt.
29. Encuentro
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘ontmoeting’. Het wordt vaak gebruikt om een geplande of toevallige ontmoeting tussen mensen te beschrijven.
30. Enfoque
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘focus’ of ‘benadering’. Het wordt vaak gebruikt om de manier waarop iemand naar een probleem of situatie kijkt te beschrijven.
31. Establecer
Dit werkwoord betekent ‘vestigen’ of ‘oprichten’. Het wordt vaak gebruikt in de context van het oprichten van een organisatie, bedrijf of structuur.
32. Evidencia
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘bewijs’. Het wordt vaak gebruikt in juridische en wetenschappelijke contexten om het materiaal of de informatie die iets ondersteunt te beschrijven.
33. Exigir
Dit werkwoord betekent ‘eisen’. Het wordt vaak gebruikt om een sterke behoefte of verzoek te beschrijven.
34. Experiencia
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘ervaring’. Het wordt vaak gebruikt om de kennis of vaardigheden die iemand door praktijk heeft verworven te beschrijven.
35. Expresión
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘uitdrukking’. Het wordt vaak gebruikt om de manier waarop iemand zijn gedachten of gevoelens uitdrukt te beschrijven.
36. Factor
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘factor’. Het wordt vaak gebruikt om een element of onderdeel dat bijdraagt aan een resultaat te beschrijven.
37. Facultad
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘faculteit’ of ‘vermogen’. Het wordt vaak gebruikt in de context van onderwijsinstellingen of de capaciteiten van een persoon.
38. Importancia
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘belang’. Het wordt vaak gebruikt om de significantie of waarde van iets te beschrijven.
39. Indicar
Dit werkwoord betekent ‘aangeven’ of ‘wijzen op’. Het wordt vaak gebruikt om te laten zien of te suggereren wat iets betekent of impliceert.
40. Influencia
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘invloed’. Het wordt vaak gebruikt om de kracht of het effect dat iemand of iets heeft op een ander te beschrijven.
41. Iniciativa
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘initiatief’. Het wordt vaak gebruikt om de actie of het vermogen om iets te beginnen te beschrijven.
42. Interpretar
Dit werkwoord betekent ‘interpreteren’. Het wordt vaak gebruikt om de manier waarop iemand iets begrijpt of uitlegt te beschrijven.
43. Manifestar
Dit werkwoord betekent ‘uiten’ of ‘openbaren’. Het wordt vaak gebruikt om de manier waarop iemand zijn gevoelens of meningen duidelijk maakt te beschrijven.
44. Método
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘methode’. Het wordt vaak gebruikt om de manier waarop iets wordt gedaan of bereikt te beschrijven.
45. Negociar
Dit werkwoord betekent ‘onderhandelen’. Het wordt vaak gebruikt om het proces van discussie en compromis te beschrijven om tot een akkoord te komen.
46. Perspectiva
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘perspectief’. Het wordt vaak gebruikt om de manier waarop iemand naar iets kijkt of het begrijpt te beschrijven.
47. Proceso
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘proces’. Het wordt vaak gebruikt om een reeks stappen of acties te beschrijven die leiden tot een bepaald resultaat.
48. Propuesta
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘voorstel’. Het wordt vaak gebruikt om een plan of suggestie voor een bepaalde actie te beschrijven.
49. Realizar
Dit werkwoord betekent ‘uitvoeren’ of ‘realiseren’. Het wordt vaak gebruikt om het proces van het voltooien of bereiken van iets te beschrijven.
50. Recurso
Dit zelfstandig naamwoord betekent ‘middel’ of ‘bron’. Het wordt vaak gebruikt om iets dat wordt gebruikt om een doel te bereiken te beschrijven.
Het beheersen van deze 50 essentiële woorden zal je niet alleen helpen om je Spaans op C1-niveau te verbeteren, maar zal je ook meer vertrouwen geven in het gebruik van de taal in verschillende contexten. Vergeet niet om deze woorden regelmatig te oefenen en ze in je dagelijkse gesprekken en schrijfoefeningen op te nemen. Succes met je taalreis!