50 essentiële woorden die u moet kennen voor Spaans op A1-niveau

Spaans leren kan een spannende en verrijkende ervaring zijn. Of u nu van plan bent om op vakantie te gaan naar een Spaanssprekend land, of u wilt gewoon een nieuwe taal leren voor uw persoonlijke ontwikkeling, het beheersen van de basiswoordenschat is essentieel. In dit artikel bespreken we 50 essentiële woorden die u moet kennen voor Spaans op A1-niveau. Deze woorden zullen u helpen om eenvoudige gesprekken te voeren en een basisbegrip te krijgen van de Spaanse taal.

Groeten en Basisuitdrukkingen

1. Hola – Hallo: Dit is de meest gebruikelijke begroeting in het Spaans.
2. Adiós – Tot ziens: Gebruikt wanneer u afscheid neemt.
3. Por favor – Alstublieft: Gebruikt om beleefdheid uit te drukken.
4. Gracias – Dank u: Gebruikt om dankbaarheid te tonen.
5. De nada – Graag gedaan: Antwoord op “dank u”.
6. Buenos días – Goedemorgen: Groet die ’s ochtends wordt gebruikt.
7. Buenas tardes – Goedemiddag: Groet die ’s middags wordt gebruikt.
8. Buenas noches – Goedenavond/Goedenacht: Groet die ’s avonds of voor het slapengaan wordt gebruikt.

Persoonlijke Informatie

9. Nombre – Naam: Bijvoorbeeld, “¿Cuál es tu nombre?” (Wat is uw naam?)
10. Edad – Leeftijd: Bijvoorbeeld, “¿Cuántos años tienes?” (Hoe oud bent u?)
11. País – Land: Bijvoorbeeld, “Soy de España.” (Ik kom uit Spanje.)
12. Dirección – Adres: Bijvoorbeeld, “¿Cuál es tu dirección?” (Wat is uw adres?)
13. Teléfono – Telefoon: Bijvoorbeeld, “¿Cuál es tu número de teléfono?” (Wat is uw telefoonnummer?)

Familie en Relaties

14. Familia – Familie: Bijvoorbeeld, “Mi familia es grande.” (Mijn familie is groot.)
15. Padre – Vader: Bijvoorbeeld, “Mi padre es médico.” (Mijn vader is arts.)
16. Madre – Moeder: Bijvoorbeeld, “Mi madre es profesora.” (Mijn moeder is lerares.)
17. Hermano – Broer: Bijvoorbeeld, “Tengo un hermano.” (Ik heb een broer.)
18. Hermana – Zus: Bijvoorbeeld, “Tengo una hermana.” (Ik heb een zus.)
19. Amigo – Vriend: Bijvoorbeeld, “Él es mi amigo.” (Hij is mijn vriend.)
20. Amiga – Vriendin: Bijvoorbeeld, “Ella es mi amiga.” (Zij is mijn vriendin.)

Dagelijkse Activiteiten

21. Comer – Eten: Bijvoorbeeld, “Me gusta comer pizza.” (Ik hou van pizza eten.)
22. Beber – Drinken: Bijvoorbeeld, “Quiero beber agua.” (Ik wil water drinken.)
23. Trabajar – Werken: Bijvoorbeeld, “Trabajo en una oficina.” (Ik werk in een kantoor.)
24. Estudiar – Studeren: Bijvoorbeeld, “Estudio español.” (Ik studeer Spaans.)
25. Leer – Lezen: Bijvoorbeeld, “Me gusta leer libros.” (Ik hou van boeken lezen.)
26. Escribir – Schrijven: Bijvoorbeeld, “Voy a escribir una carta.” (Ik ga een brief schrijven.)
27. Ver – Zien: Bijvoorbeeld, “Quiero ver una película.” (Ik wil een film zien.)

Basisnummers

28. Uno – Een
29. Dos – Twee
30. Tres – Drie
31. Cuatro – Vier
32. Cinco – Vijf
33. Seis – Zes
34. Siete – Zeven
35. Ocho – Acht
36. Nueve – Negen
37. Diez – Tien

Vervoer

38. Autobús – Bus: Bijvoorbeeld, “Voy a la escuela en autobús.” (Ik ga met de bus naar school.)
39. Tren – Trein: Bijvoorbeeld, “El tren llega a las ocho.” (De trein komt om acht uur aan.)
40. Taxi – Taxi: Bijvoorbeeld, “Necesito un taxi.” (Ik heb een taxi nodig.)
41. Avión – Vliegtuig: Bijvoorbeeld, “Voy a viajar en avión.” (Ik ga met het vliegtuig reizen.)

Locaties en Richtingen

42. Casa – Huis: Bijvoorbeeld, “Estoy en casa.” (Ik ben thuis.)
43. Escuela – School: Bijvoorbeeld, “La escuela está cerca.” (De school is dichtbij.)
44. Hospital – Ziekenhuis: Bijvoorbeeld, “El hospital está lejos.” (Het ziekenhuis is ver weg.)
45. Supermercado – Supermarkt: Bijvoorbeeld, “Voy al supermercado.” (Ik ga naar de supermarkt.)
46. Parque – Park: Bijvoorbeeld, “El parque es bonito.” (Het park is mooi.)

Bijvoeglijke Naamwoorden

47. Grande – Groot: Bijvoorbeeld, “El coche es grande.” (De auto is groot.)
48. Pequeño – Klein: Bijvoorbeeld, “El gato es pequeño.” (De kat is klein.)
49. Bonito – Mooi: Bijvoorbeeld, “La flor es bonita.” (De bloem is mooi.)
50. Feo – Lelijk: Bijvoorbeeld, “El edificio es feo.” (Het gebouw is lelijk.)

Door deze basiswoorden te leren, zult u een goede start maken met uw Spaanse taalreis. Deze woorden vormen de bouwstenen van eenvoudige gesprekken en helpen u om te communiceren in alledaagse situaties. Vergeet niet om regelmatig te oefenen en deze woorden te gebruiken in context om ze beter te onthouden. Veel succes met uw studie en ¡buena suerte! (veel succes!)

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller