50 essentiële woorden die u moet kennen voor Slowaaks op B2-niveau

Slowaaks is een prachtige taal die rijk is aan geschiedenis en cultuur. Als je je vaardigheden wilt verbeteren tot het B2-niveau, is het essentieel om een breed scala aan woorden en uitdrukkingen te kennen. Hieronder vind je een lijst van 50 woorden die je zeker moet beheersen om je Slowaakse taalvaardigheid te verfijnen. Deze woorden zijn geselecteerd op basis van hun frequentie in het dagelijks gebruik en hun relevantie voor verschillende contexten. Laten we beginnen!

1. Rodina (Familie)

Familie is een belangrijk aspect in elke cultuur. Het woord ‘rodina’ zal vaak voorkomen in gesprekken over je persoonlijke leven.

2. Priateľ (Vriend)

Vriendschappen zijn net zo belangrijk als familie. ‘Priateľ’ betekent vriend, en het is cruciaal om dit woord te kennen om over je sociale kring te praten.

3. Práca (Werk)

Werk is een centraal onderdeel van het leven, en ‘práca’ betekent werk. Dit woord komt vaak voor in professionele en dagelijkse gesprekken.

4. Domov (Thuis)

‘Domov’ betekent thuis, een plek waar je je veilig en comfortabel voelt. Dit woord is nuttig in gesprekken over je woonplaats en persoonlijke ruimte.

5. Jedlo (Eten)

Eten is een universeel onderwerp van gesprek. ‘Jedlo’ betekent eten, en het is belangrijk om dit woord te kennen voor dagelijkse interacties.

6. Voda (Water)

‘Voda’ betekent water. Het is een van de basisbehoeften van het leven en komt vaak voor in dagelijkse gesprekken en situaties.

7. Škola (School)

Onderwijs speelt een cruciale rol in ons leven. ‘Škola’ betekent school, een essentieel woord voor elke gesprek over onderwijs.

8. Priateľka (Vriendin)

Net zoals ‘priateľ’ voor vriend, betekent ‘priateľka’ vriendin. Dit woord is belangrijk voor het bespreken van je sociale relaties.

9. Mesto (Stad)

‘Mesto’ betekent stad. Dit woord is handig bij het bespreken van geografie, reizen en je woonplaats.

10. Cesta (Weg)

‘Cesta’ betekent weg. Dit woord komt vaak voor in gesprekken over reizen en vervoer.

11. Kniha (Boek)

Lezen is een belangrijke vaardigheid. ‘Kniha’ betekent boek, een woord dat je vaak zult gebruiken in gesprekken over literatuur en onderwijs.

12. Auto (Auto)

‘Auto’ betekent auto. Dit woord is essentieel voor gesprekken over reizen en vervoer.

13. Peniaze (Geld)

Geld speelt een cruciale rol in ons dagelijks leven. ‘Peniaze’ betekent geld, een woord dat je vaak zult gebruiken in economische contexten.

14. Rodičia (Ouders)

‘Rodičia’ betekent ouders. Dit is een belangrijk woord voor gesprekken over familie en persoonlijke relaties.

15. Priroda (Natuur)

‘Natuur’ is een onderwerp dat vaak ter sprake komt. ‘Priroda’ betekent natuur, een woord dat je zult gebruiken in gesprekken over het milieu en het buitenleven.

16. Zdravie (Gezondheid)

Gezondheid is een essentieel aspect van het leven. ‘Zdravie’ betekent gezondheid, een woord dat vaak voorkomt in medische contexten.

17. Láska (Liefde)

‘Láska’ betekent liefde, een universeel gevoel dat een belangrijke rol speelt in alle culturen.

18. Šťastie (Geluk)

‘Šťastie’ betekent geluk, een ander belangrijk gevoel dat vaak besproken wordt.

19. Smútok (Verdriet)

‘Smútok’ betekent verdriet. Dit woord is belangrijk voor het uiten van negatieve gevoelens en emoties.

20. Strach (Angst)

‘Strach’ betekent angst. Dit woord is nuttig voor het bespreken van emoties en gevoelens.

21. Mladý (Jong)

‘Mladý’ betekent jong. Dit woord komt vaak voor in gesprekken over leeftijd en levensfasen.

22. Starý (Oud)

‘Starý’ betekent oud. Dit woord is belangrijk voor het bespreken van leeftijd en historische contexten.

23. Krásny (Mooi)

‘Krásny’ betekent mooi. Dit woord is nuttig voor het beschrijven van mensen, plaatsen en dingen.

24. Ošklivý (Lelijk)

‘Ošklivý’ betekent lelijk. Dit woord is belangrijk voor het beschrijven van negatieve kenmerken.

25. Dobrý (Goed)

‘Dobrý’ betekent goed. Dit woord is cruciaal voor het uiten van positieve gevoelens en beoordelingen.

26. Zlý (Slecht)

‘Zlý’ betekent slecht. Dit woord is essentieel voor het uiten van negatieve beoordelingen.

27. Veľký (Groot)

‘Veľký’ betekent groot. Dit woord is belangrijk voor het beschrijven van afmetingen en hoeveelheden.

28. Malý (Klein)

‘Malý’ betekent klein. Dit woord is nuttig voor het beschrijven van kleine afmetingen en hoeveelheden.

29. Drahý (Duur)

‘Drahý’ betekent duur. Dit woord is belangrijk voor het bespreken van prijzen en kosten.

30. Lacný (Goedkoop)

‘Lacný’ betekent goedkoop. Dit woord is nuttig voor het bespreken van betaalbaarheid.

31. Teplý (Warm)

‘Teplý’ betekent warm. Dit woord is nuttig voor het beschrijven van temperaturen en weeromstandigheden.

32. Studený (Koud)

‘Studený’ betekent koud. Dit woord is belangrijk voor het beschrijven van lage temperaturen en weeromstandigheden.

33. Sladký (Zoet)

‘Sladký’ betekent zoet. Dit woord is nuttig voor het beschrijven van smaken en voedingsmiddelen.

34. Slaný (Zout)

‘Slaný’ betekent zout. Dit woord is belangrijk voor het beschrijven van smaken en voedingsmiddelen.

35. Rýchly (Snel)

‘Rýchly’ betekent snel. Dit woord is nuttig voor het beschrijven van snelheid en tijd.

36. Pomalý (Traag)

‘Pomalý’ betekent traag. Dit woord is belangrijk voor het beschrijven van snelheid en tijd.

37. Nový (Nieuw)

‘Nový’ betekent nieuw. Dit woord is nuttig voor het beschrijven van tijd en veranderingen.

38. Starý (Oud)

‘Starý’ betekent oud. Dit woord is belangrijk voor het beschrijven van leeftijd en historische contexten.

39. Čistý (Schoon)

‘Čistý’ betekent schoon. Dit woord is nuttig voor het beschrijven van hygiëne en netheid.

40. Špinavý (Vies)

‘Špinavý’ betekent vies. Dit woord is belangrijk voor het beschrijven van hygiëne en netheid.

41. Šťastný (Gelukkig)

‘Šťastný’ betekent gelukkig. Dit woord is nuttig voor het uiten van positieve gevoelens en emoties.

42. Smutný (Verdrietig)

‘Smutný’ betekent verdrietig. Dit woord is belangrijk voor het uiten van negatieve gevoelens en emoties.

43. Jednoduchý (Eenvoudig)

‘Jednoduchý’ betekent eenvoudig. Dit woord is nuttig voor het beschrijven van eenvoud en gemak.

44. Zložitý (Complex)

‘Zložitý’ betekent complex. Dit woord is belangrijk voor het beschrijven van moeilijkheid en complexiteit.

45. Silný (Sterk)

‘Silný’ betekent sterk. Dit woord is nuttig voor het beschrijven van kracht en vermogen.

46. Slabý (Zwak)

‘Slabý’ betekent zwak. Dit woord is belangrijk voor het beschrijven van gebrek aan kracht en vermogen.

47. Múdry (Wijs)

‘Múdry’ betekent wijs. Dit woord is nuttig voor het beschrijven van intelligentie en kennis.

48. Hlúpy (Dom)

‘Hlúpy’ betekent dom. Dit woord is belangrijk voor het beschrijven van gebrek aan intelligentie en kennis.

49. Svetlý (Licht)

‘Svetlý’ betekent licht. Dit woord is nuttig voor het beschrijven van helderheid en kleur.

50. Tmavý (Donker)

‘Tmavý’ betekent donker. Dit woord is belangrijk voor het beschrijven van gebrek aan licht en kleur.

Het leren van deze 50 essentiële woorden zal je helpen om je Slowaakse taalvaardigheid naar een hoger niveau te tillen. Probeer deze woorden regelmatig te gebruiken in je dagelijkse gesprekken en oefeningen. Vergeet niet dat consistentie de sleutel is tot succes bij het leren van een nieuwe taal. Veel succes met je taalstudie!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller