Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar ook zeer lonende ervaring zijn. Voor wie zich verdiept in het Kannada, de taal die voornamelijk wordt gesproken in de Indiase staat Karnataka, is het belangrijk om een solide woordenschat op te bouwen. Op C2-niveau, het hoogste niveau van taalvaardigheid volgens het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen (CEFR), moet u in staat zijn om complexe teksten en gesprekken te begrijpen en te produceren. Hier zijn 50 essentiële woorden die u moet kennen om uw Kannada-vaardigheden naar een hoger niveau te tillen.
1. ಪರಿಷ್ಕಾರ (Pariṣkāra) – Hervorming
Dit woord komt vaak voor in politieke en maatschappelijke gesprekken. Het betekent “hervorming” en kan worden gebruikt om veranderingen in systemen of processen aan te duiden.
2. ನಿರಾಕರಣೆ (Nirākaraṇe) – Ontkenning
Een ander belangrijk woord, vooral in juridische en wetenschappelijke contexten. Het betekent “ontkenning” en is cruciaal voor discussies waarin bewijs en waarheidsgetrouwheid aan de orde zijn.
3. ಪರಿಕಲ್ಪನೆ (Parikalpane) – Concept
Dit woord betekent “concept” en is essentieel in academische en professionele settings. Het helpt bij het uitleggen van theoretische modellen en ideeën.
4. ಸಮೂಹ (Samūha) – Groep
Een veelgebruikt woord in zowel formele als informele contexten. Het betekent “groep” en kan verwijzen naar mensen, objecten of ideeën die samen zijn gegroepeerd.
5. ಮೌಲ್ಯ (Maulya) – Waarde
Dit woord kan meerdere betekenissen hebben, waaronder “waarde” in een economische of morele context. Het is een kernbegrip in discussies over ethiek en economie.
6. ಸಮರ್ಪಣೆ (Samarpaṇe) – Toewijding
Een belangrijk woord in zowel persoonlijke als professionele contexten. Het betekent “toewijding” en benadrukt de ernst en het belang van iemands inspanningen.
7. ನಿರ್ಣಯ (Nirṇaya) – Beslissing
Een ander veelgebruikt woord, vooral in zakelijke en juridische contexten. Het betekent “beslissing” en is cruciaal voor het nemen van belangrijke keuzes.
8. ಪ್ರಭಾವ (Prabhāva) – Invloed
Dit woord betekent “invloed” en is essentieel voor discussies over macht, autoriteit en sociale dynamiek.
9. ಅನುಭವ (Anubhava) – Ervaring
Een veelzijdig woord dat “ervaring” betekent. Het kan verwijzen naar zowel persoonlijke als professionele ervaringen en is belangrijk voor het beoordelen van competenties.
10. ಸಹಕಾರ (Sahakāra) – Samenwerking
Dit woord betekent “samenwerking” en is cruciaal in zowel zakelijke als sociale contexten. Het benadrukt het belang van teamwerk en gezamenlijke inspanningen.
11. ಪ್ರಗತಿ (Pragati) – Vooruitgang
Een kernwoord in discussies over ontwikkeling en groei. Het betekent “vooruitgang” en kan worden gebruikt in zowel persoonlijke als professionele contexten.
12. ಸ್ವಾತಂತ್ರ್ಯ (Svātantrya) – Vrijheid
Een fundamenteel begrip in politieke en maatschappelijke discussies. Het betekent “vrijheid” en is essentieel voor het bespreken van rechten en vrijheden.
13. ಸಮೃದ್ಧಿ (Samṛddhi) – Welvaart
Dit woord betekent “welvaart” en is belangrijk in economische en financiële contexten. Het helpt bij het bespreken van rijkdom en economische groei.
14. ಜವಾಬ್ದಾರಿ (Javābdāri) – Verantwoordelijkheid
Een cruciaal woord in zowel persoonlijke als professionele settings. Het betekent “verantwoordelijkheid” en benadrukt de plichten en verplichtingen van individuen en organisaties.
15. ವಿಶ್ವಾಸ (Viśvāsa) – Vertrouwen
Dit woord betekent “vertrouwen” en is essentieel voor het opbouwen van relaties, zowel persoonlijk als professioneel. Het is een kernbegrip in discussies over geloofwaardigheid en betrouwbaarheid.
16. ಆತ್ಮವಿಶ್ವಾಸ (Ātmaviśvāsa) – Zelfvertrouwen
Een belangrijk woord voor persoonlijke ontwikkeling. Het betekent “zelfvertrouwen” en benadrukt het belang van geloof in eigen kunnen.
17. ಸಮಾನತೆ (Samānathe) – Gelijkheid
Dit woord betekent “gelijkheid” en is cruciaal in discussies over rechtvaardigheid en sociale rechtvaardigheid. Het helpt bij het benadrukken van het belang van gelijke kansen.
18. ಮಾನವೀಯತೆ (Mānavīyate) – Menselijkheid
Een fundamenteel begrip in ethische en morele discussies. Het betekent “menselijkheid” en benadrukt het belang van medeleven en empathie.
19. ಶ್ರದ್ಧೆ (Śraddhe) – Respect
Dit woord betekent “respect” en is belangrijk voor het opbouwen van gezonde relaties en interacties. Het benadrukt de waarde van eerbied en waardering.
20. ಸಮರ್ಪಣೆ (Samarpane) – Toewijding
Een ander woord dat “toewijding” betekent, maar met een focus op persoonlijke inzet en inzet voor een doel of zaak.
21. ಸಮರ್ಥನೆ (Samarthane) – Rechtvaardiging
Dit woord betekent “rechtvaardiging” en is belangrijk in argumentatieve en analytische contexten. Het helpt bij het uitleggen en verdedigen van standpunten.
22. ನಿಷ್ಠೆ (Niṣṭhe) – Loyaliteit
Een cruciaal woord in discussies over relaties en verplichtingen. Het betekent “loyaliteit” en benadrukt het belang van trouw en toewijding.
23. ಸಮಾಲೋಚನೆ (Samālōcane) – Overleg
Dit woord betekent “overleg” en is essentieel voor het nemen van gezamenlijke beslissingen en het bereiken van consensus.
24. ಸಂಯಮ (Saṃyama) – Zelfbeheersing
Een belangrijk woord voor persoonlijke ontwikkeling en discipline. Het betekent “zelfbeheersing” en benadrukt het belang van controle over eigen emoties en acties.
25. ಪ್ರೇರಣೆ (Prēraṇe) – Motivatie
Dit woord betekent “motivatie” en is cruciaal voor discussies over doelen, ambities en persoonlijke drijfveren.
26. ವಿಮರ್ಶೆ (Vimarśe) – Kritiek
Een belangrijk woord in analytische en academische contexten. Het betekent “kritiek” en helpt bij het beoordelen en evalueren van ideeën en prestaties.
27. ಸಮುದಾಯ (Samudāya) – Gemeenschap
Dit woord betekent “gemeenschap” en is essentieel voor discussies over sociale structuren en samenlevingen. Het benadrukt het belang van collectieve identiteit en samenwerking.
28. ಸಂಶೋಧನೆ (Saṃśōdhane) – Onderzoek
Een kernwoord in academische en wetenschappelijke contexten. Het betekent “onderzoek” en helpt bij het begrijpen en ontdekken van nieuwe kennis.
29. ಪೂರಕ (Pūraka) – Aanvulling
Dit woord betekent “aanvulling” en is belangrijk voor discussies over samenwerking en synergie. Het benadrukt het belang van aanvullende bijdragen.
30. ಉತ್ಸಾಹ (Utsāha) – Enthousiasme
Een belangrijk woord voor persoonlijke en professionele groei. Het betekent “enthousiasme” en benadrukt het belang van positieve energie en motivatie.
31. ಸೃಜನಶೀಲತೆ (Sṛjanaśīlate) – Creativiteit
Dit woord betekent “creativiteit” en is essentieel voor discussies over innovatie en artistieke expressie. Het benadrukt het belang van originele en inventieve ideeën.
32. ಸಹಾನುಭೂತಿ (Sahānubhūti) – Empathie
Een fundamenteel begrip in discussies over emotionele intelligentie en sociale interacties. Het betekent “empathie” en benadrukt het belang van medeleven en begrip.
33. ನಿರೀಕ್ಷೆ (Nirīkṣe) – Verwachting
Dit woord betekent “verwachting” en is belangrijk voor discussies over doelen, ambities en toekomstplannen. Het helpt bij het begrijpen van anticipatie en vooruitzichten.
34. ಸಮರ್ಪಣೆ (Samarpane) – Toewijding
Een ander woord dat “toewijding” betekent, maar met een focus op persoonlijke inzet en inzet voor een doel of zaak.
35. ಸ್ವಾತಂತ್ರ್ಯ (Svātantrya) – Vrijheid
Een fundamenteel begrip in politieke en maatschappelijke discussies. Het betekent “vrijheid” en is essentieel voor het bespreken van rechten en vrijheden.
36. ಪ್ರಗತಿ (Pragati) – Vooruitgang
Een kernwoord in discussies over ontwikkeling en groei. Het betekent “vooruitgang” en kan worden gebruikt in zowel persoonlijke als professionele contexten.
37. ಮಾನವೀಯತೆ (Mānavīyate) – Menselijkheid
Een fundamenteel begrip in ethische en morele discussies. Het betekent “menselijkheid” en benadrukt het belang van medeleven en empathie.
38. ಶ್ರದ್ಧೆ (Śraddhe) – Respect
Dit woord betekent “respect” en is belangrijk voor het opbouwen van gezonde relaties en interacties. Het benadrukt de waarde van eerbied en waardering.
39. ಸಮಾನತೆ (Samānathe) – Gelijkheid
Dit woord betekent “gelijkheid” en is cruciaal in discussies over rechtvaardigheid en sociale rechtvaardigheid. Het helpt bij het benadrukken van het belang van gelijke kansen.
40. ಪ್ರೇರಣೆ (Prēraṇe) – Motivatie
Dit woord betekent “motivatie” en is cruciaal voor discussies over doelen, ambities en persoonlijke drijfveren.
41. ವಿಮರ್ಶೆ (Vimarśe) – Kritiek
Een belangrijk woord in analytische en academische contexten. Het betekent “kritiek” en helpt bij het beoordelen en evalueren van ideeën en prestaties.
42. ಸಮುದಾಯ (Samudāya) – Gemeenschap
Dit woord betekent “gemeenschap” en is essentieel voor discussies over sociale structuren en samenlevingen. Het benadrukt het belang van collectieve identiteit en samenwerking.
43. ಸಂಶೋಧನೆ (Saṃśōdhane) – Onderzoek
Een kernwoord in academische en wetenschappelijke contexten. Het betekent “onderzoek” en helpt bij het begrijpen en ontdekken van nieuwe kennis.
44. ಪೂರಕ (Pūraka) – Aanvulling
Dit woord betekent “aanvulling” en is belangrijk voor discussies over samenwerking en synergie. Het benadrukt het belang van aanvullende bijdragen.
45. ಉತ್ಸಾಹ (Utsāha) – Enthousiasme
Een belangrijk woord voor persoonlijke en professionele groei. Het betekent “enthousiasme” en benadrukt het belang van positieve energie en motivatie.
46. ಸಮರ್ಥನೆ (Samarthane) – Rechtvaardiging
Dit woord betekent “rechtvaardiging” en is belangrijk in argumentatieve en analytische contexten. Het helpt bij het uitleggen en verdedigen van standpunten.
47. ನಿಷ್ಠೆ (Niṣṭhe) – Loyaliteit
Een cruciaal woord in discussies over relaties en verplichtingen. Het betekent “loyaliteit” en benadrukt het belang van trouw en toewijding.
48. ಸಮಾಲೋಚನೆ (Samālōcane) – Overleg
Dit woord betekent “overleg” en is essentieel voor het nemen van gezamenlijke beslissingen en het bereiken van consensus.
49. ಸಂಯಮ (Saṃyama) – Zelfbeheersing
Een belangrijk woord voor persoonlijke ontwikkeling en discipline. Het betekent “zelfbeheersing” en benadrukt het belang van controle over eigen emoties en acties.
50. ಸಮೂಹ (Samūha) – Groep
Een veelgebruikt woord in zowel formele als informele contexten. Het betekent “groep” en kan verwijzen naar mensen, objecten of ideeën die samen zijn gegroepeerd.
Het beheersen van deze 50 essentiële woorden zal u helpen om uw Kannada-vaardigheden op C2-niveau te versterken. Door deze woorden in uw dagelijks taalgebruik te integreren, zult u in staat zijn om meer complexe en genuanceerde gesprekken te voeren en teksten te begrijpen. Blijf oefenen, blijf leren en vooral, geniet van het proces van taalverwerving.