Het beheersen van een nieuwe taal tot het C2-niveau is een indrukwekkende prestatie. Het betekent dat je de taal bijna net zo vloeiend beheerst als een moedertaalspreker. Voor het Japans betekent dit niet alleen dat je de grammatica en zinsstructuren onder de knie hebt, maar ook dat je een uitgebreide woordenschat hebt. In dit artikel bespreken we 50 essentiële woorden die je moet kennen om Japans op C2-niveau te beheersen. Deze woorden helpen je niet alleen om je taalvaardigheden te verbeteren, maar geven je ook een diepere kijk op de Japanse cultuur en samenleving.
Woorden gerelateerd aan cultuur en maatschappij
1. **文化 (bunka)** – cultuur: De Japanse cultuur is rijk en divers, en het begrip van dit woord is essentieel om diepere gesprekken te voeren.
2. **社会 (shakai)** – maatschappij: Dit woord helpt je om te praten over sociale structuren en kwesties in Japan.
3. **伝統 (dentō)** – traditie: Japan is een land dat trots is op zijn tradities, van theeceremonies tot festivals.
4. **習慣 (shūkan)** – gewoonte: Gewoontes en gebruiken zijn een belangrijk onderdeel van elke cultuur.
5. **宗教 (shūkyō)** – religie: Het begrijpen van de rol van religie in de Japanse samenleving is cruciaal.
6. **神道 (shintō)** – Shintoïsme: Een van de belangrijkste religies in Japan.
7. **仏教 (bukkyō)** – Boeddhisme: Een andere invloedrijke religie in Japan.
8. **芸術 (geijutsu)** – kunst: Kunst speelt een grote rol in de Japanse cultuur, van schilderijen tot kalligrafie.
9. **文学 (bungaku)** – literatuur: Japan heeft een rijke literatuurgeschiedenis die teruggaat tot eeuwen.
10. **歴史 (rekishi)** – geschiedenis: Het begrijpen van de Japanse geschiedenis helpt bij het begrijpen van het heden.
Woorden gerelateerd aan politiek en economie
11. **政治 (seiji)** – politiek: Dit woord is essentieel voor gesprekken over de Japanse regering en politiek.
12. **経済 (keizai)** – economie: Japan heeft een van de grootste economieën ter wereld.
13. **政府 (seifu)** – regering: Het kennen van dit woord helpt bij het begrijpen van nieuws en politieke discussies.
14. **選挙 (senkyo)** – verkiezing: Verkiezingen zijn een belangrijk onderdeel van de democratische processen in Japan.
15. **法律 (hōritsu)** – wet: Kennis van de Japanse wetgeving kan nuttig zijn in vele situaties.
16. **外交 (gaikō)** – diplomatie: Japan heeft een actieve rol op het wereldtoneel.
17. **貿易 (bōeki)** – handel: Handel is een belangrijk aspect van de Japanse economie.
18. **企業 (kigyō)** – onderneming: Veel grote multinationals zijn Japans.
19. **投資 (tōshi)** – investering: Investeringen spelen een cruciale rol in de economie.
20. **雇用 (koyō)** – werkgelegenheid: Werkgelegenheid en werkloosheid zijn belangrijke economische indicatoren.
Woorden gerelateerd aan wetenschap en technologie
21. **技術 (gijutsu)** – technologie: Japan staat bekend om zijn geavanceerde technologieën.
22. **科学 (kagaku)** – wetenschap: Wetenschap is een belangrijk onderdeel van de Japanse samenleving.
23. **研究 (kenkyū)** – onderzoek: Veel baanbrekend onderzoek komt uit Japan.
24. **発明 (hatsumei)** – uitvinding: Japan heeft veel belangrijke uitvindingen op zijn naam staan.
25. **宇宙 (uchū)** – ruimte: Japan heeft ook een actieve rol in ruimte-exploratie.
26. **人工知能 (jinkō chinō)** – kunstmatige intelligentie: AI is een snel groeiend veld in Japan.
27. **ロボット (robotto)** – robot: Robots zijn een belangrijk onderdeel van de Japanse technologische vooruitgang.
28. **遺伝子 (idenshi)** – genetica: Genetisch onderzoek is een ander belangrijk wetenschapsgebied in Japan.
29. **環境 (kankyō)** – milieu: Milieubescherming is een groeiend onderwerp van belang in Japan.
30. **エネルギー (enerugī)** – energie: Energiebeleid is cruciaal voor de toekomst van Japan.
Woorden gerelateerd aan het dagelijks leven
31. **家族 (kazoku)** – familie: Familie is een fundamenteel onderdeel van het Japanse leven.
32. **仕事 (shigoto)** – werk: Werk speelt een centrale rol in de Japanse samenleving.
33. **友達 (tomodachi)** – vrienden: Vriendschappen zijn belangrijk in elke cultuur.
34. **健康 (kenkō)** – gezondheid: Gezondheid is een universeel belangrijk onderwerp.
35. **教育 (kyōiku)** – onderwijs: Japan staat bekend om zijn rigoureuze onderwijssysteem.
36. **食べ物 (tabemono)** – eten: Eten is een integraal onderdeel van de cultuur.
37. **飲み物 (nomimono)** – drinken: Drankjes zoals sake en groene thee zijn belangrijk in Japan.
38. **交通 (kōtsū)** – vervoer: Openbaar vervoer is goed ontwikkeld in Japan.
39. **買い物 (kaimono)** – winkelen: Winkelen is een populaire bezigheid.
40. **趣味 (shumi)** – hobby: Hobby’s en vrije tijd zijn belangrijk voor de Japanse levensstijl.
Woorden gerelateerd aan emoties en gevoelens
41. **感情 (kanjō)** – emotie: Het uitdrukken van emoties is essentieel in elke taal.
42. **喜び (yorokobi)** – vreugde: Een positieve emotie die vaak wordt gevoeld.
43. **悲しみ (kanashimi)** – verdriet: Een universeel menselijk gevoel.
44. **怒り (ikari)** – woede: Begrip van dit woord helpt bij het beschrijven van negatieve gevoelens.
45. **驚き (odoroki)** – verrassing: Verrassing is een veel voorkomende emotie in het dagelijks leven.
46. **愛 (ai)** – liefde: Liefde is een van de belangrijkste emoties.
47. **恐れ (osore)** – angst: Angst is een andere fundamentele emotie.
48. **希望 (kibō)** – hoop: Hoop is cruciaal voor positieve gesprekken.
49. **絶望 (zetsubō)** – wanhoop: Wanhoop is een krachtige emotie die vaak in literatuur voorkomt.
50. **安心 (anshin)** – geruststelling: Het gevoel van veiligheid en rust is belangrijk in elke samenleving.
Conclusie
Het beheersen van Japans op C2-niveau vereist niet alleen een grondige kennis van de grammatica en zinsstructuren, maar ook een uitgebreide woordenschat. De hierboven genoemde woorden zijn essentieel voor het begrijpen en deelnemen aan complexe gesprekken over een breed scala aan onderwerpen. Door deze woorden te leren en te gebruiken, kun je je Japans naar een hoger niveau tillen en een dieper begrip krijgen van de Japanse cultuur en samenleving. Veel succes met je taalstudie!