50 essentiële woorden die u moet kennen voor Japans op A1-niveau

Het leren van een nieuwe taal kan een spannende maar ook uitdagende onderneming zijn. Voor degenen die net beginnen met het leren van Japans, kan het overweldigend lijken om de basis onder de knie te krijgen. Een van de meest effectieve manieren om vertrouwd te raken met een nieuwe taal is door te beginnen met essentiële woordenschat. Deze woorden vormen de bouwstenen van uw taalvaardigheid en helpen u om eenvoudige gesprekken te voeren en basisbegrippen te begrijpen. In dit artikel presenteren we 50 essentiële woorden die u moet kennen voor Japans op A1-niveau.

Groeten en Basisuitdrukkingen

1. こんにちは (Konnichiwa) – Hallo
2. さようなら (Sayounara) – Tot ziens
3. ありがとう (Arigatou) – Dank je
4. すみません (Sumimasen) – Excuseer mij
5. はい (Hai) – Ja
6. いいえ (Iie) – Nee
7. おはようございます (Ohayou gozaimasu) – Goedemorgen
8. こんばんは (Konbanwa) – Goedenavond
9. おやすみなさい (Oyasuminasai) – Welterusten
10. どういたしまして (Dou itashimashite) – Graag gedaan

Getallen en Hoeveelheden

11. 一 (Ichi) – Eén
12. 二 (Ni) – Twee
13. 三 (San) – Drie
14. 四 (Shi/Yon) – Vier
15. 五 (Go) – Vijf
16. 六 (Roku) – Zes
17. 七 (Shichi/Nana) – Zeven
18. 八 (Hachi) – Acht
19. 九 (Kyuu/Ku) – Negen
20. 十 (Juu) – Tien

Dagen van de Week

21. 月曜日 (Getsuyoubi) – Maandag
22. 火曜日 (Kayoubi) – Dinsdag
23. 水曜日 (Suiyoubi) – Woensdag
24. 木曜日 (Mokuyoubi) – Donderdag
25. 金曜日 (Kinyoubi) – Vrijdag
26. 土曜日 (Doyoubi) – Zaterdag
27. 日曜日 (Nichiyoubi) – Zondag

Familie en Mensen

28. お母さん (Okaasan) – Moeder
29. お父さん (Otousan) – Vader
30. 兄 (Ani) – Oudere broer
31. 姉 (Ane) – Oudere zus
32. 弟 (Otouto) – Jongere broer
33. 妹 (Imouto) – Jongere zus
34. 友達 (Tomodachi) – Vriend
35. 先生 (Sensei) – Leraar
36. 学生 (Gakusei) – Student

Eten en Drinken

37. 水 (Mizu) – Water
38. お茶 (Ocha) – Thee
39. ご飯 (Gohan) – Rijst / Maaltijd
40. パン (Pan) – Brood
41. 肉 (Niku) – Vlees
42. 魚 (Sakana) – Vis
43. 果物 (Kudamono) – Fruit
44. 野菜 (Yasai) – Groenten

Tijd en Datum

45. 今 (Ima) – Nu
46. 今日 (Kyou) – Vandaag
47. 明日 (Ashita) – Morgen
48. 昨日 (Kinou) – Gisteren
49. 時間 (Jikan) – Tijd
50. 月 (Tsuki) – Maand

Met deze 50 woorden heeft u een solide basis om te beginnen met het leren van Japans op A1-niveau. Het is belangrijk om niet alleen de woorden te leren, maar ook te oefenen met het uitspreken en gebruiken ervan in zinnen. Probeer deze woorden op te nemen in uw dagelijkse gesprekken en noteer waar u tegenaan loopt. Het leren van een taal is een proces van herhaling en oefening, dus wees geduldig en blijf gemotiveerd. Veel succes met uw taalstudie!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller