50 essentiële woorden die u moet kennen voor het Roemeens op B1-niveau

Roemeens leren kan een uitdaging zijn, maar met de juiste hulpmiddelen en woordenschat op zak, wordt het een stuk eenvoudiger. Als je je Roemeens naar een hoger niveau wilt tillen, is het essentieel om een goede basis van woorden te hebben. In dit artikel zullen we 50 essentiële woorden verkennen die je moet kennen voor het Roemeens op B1-niveau. Deze woorden zullen je helpen om beter te communiceren en je begrip van de taal te verbeteren.

Dagelijkse Activiteiten

1. Mâncare (Eten) – Het is belangrijk om te weten hoe je over eten praat, want dit is een veelvoorkomend onderwerp in dagelijkse gesprekken.
2. Băutură (Drank) – Of je nu koffie, thee of iets sterkers wilt, dit woord komt vaak van pas.
3. Somn (Slapen) – Het is belangrijk om te kunnen praten over je slaapgewoonten of om te vragen of iemand goed heeft geslapen.
4. Gătit (Koken) – Als je van koken houdt, is dit een must-know woord.
5. Curățenie (Schoonmaken) – Dit woord is handig als je het hebt over huishoudelijke taken.

Familie en Relaties

6. Familie (Familie) – Dit is een kernwoord voor het bespreken van je naasten.
7. Părinți (Ouders) – Een belangrijk woord om over je ouders te praten.
8. Frate (Broer) – Dit woord helpt je om over je broers te spreken.
9. Soră (Zus) – Even belangrijk als ‘broer’.
10. Prieteni (Vrienden) – Sociaal contact is belangrijk, dus dit woord is onmisbaar.

Werk en Studie

11. Loc de muncă (Werkplek) – Voor iedereen die werkt of op zoek is naar werk.
12. Școală (School) – Handig voor studenten en ouders met schoolgaande kinderen.
13. Profesor (Leraar) – Dit woord is essentieel in een educatieve context.
14. Învățare (Leren) – Belangrijk als je praat over je studiegewoonten.
15. Examen (Examen) – Dit woord komt vaak voor in gesprekken over school of universiteit.

Gezondheid en Lichaam

16. Sănătate (Gezondheid) – Een kernwoord voor gesprekken over welzijn.
17. Doctor (Dokter) – Onmisbaar als je medische hulp nodig hebt.
18. Boală (Ziekte) – Handig om te weten als je symptomen beschrijft.
19. Corp (Lichaam) – Dit woord helpt je om over verschillende lichaamsdelen te praten.
20. Durere (Pijn) – Handig voor het beschrijven van ongemakken.

Reizen en Vervoer

21. Călătorie (Reis) – Dit woord is essentieel voor reisgesprekken.
22. Avion (Vliegtuig) – Handig voor vliegreizen.
23. Tren (Trein) – Onmisbaar als je met de trein reist.
24. Mașină (Auto) – Een veelgebruikt woord in het dagelijks leven.
25. Bilet (Ticket) – Dit woord heb je nodig voor toegang tot verschillende vervoersmiddelen.

Weer en Natuur

26. Vreme (Weer) – Een veelvoorkomend gespreksonderwerp.
27. Plajă (Strand) – Handig als je over vakanties praat.
28. Munte (Berg) – Dit woord komt van pas als je van wandelen of bergbeklimmen houdt.
29. Copac (Boom) – Belangrijk voor het beschrijven van natuurlijke omgevingen.
30. Floare (Bloem) – Handig voor tuinliefhebbers.

Eten en Drinken

31. Fruct (Fruit) – Een essentieel woord voor gesprekken over eten.
32. Legume (Groenten) – Net zo belangrijk als fruit.
33. Carne (Vlees) – Onmisbaar in elke maaltijdcontext.
34. Apă (Water) – Een basiswoord voor iedereen.
35. Desert (Dessert) – Handig voor de zoetekauwen onder ons.

Emoties en Karakter

36. Fericire (Geluk) – Een kernwoord voor het beschrijven van positieve emoties.
37. Tristețe (Verdriet) – Even belangrijk als ‘geluk’.
38. Furie (Woede) – Belangrijk om negatieve emoties te beschrijven.
39. Frică (Angst) – Handig voor het bespreken van je angsten.
40. Curaj (Moed) – Een positief kenmerk om te kennen.

Kleding en Accessoires

41. Haine (Kleding) – Een basiswoord voor elke garderobesituatie.
42. Pantofi (Schoenen) – Onmisbaar in gesprekken over mode.
43. Pălărie (Hoed) – Handig als je accessoires bespreekt.
44. Geantă (Tas) – Een veelgebruikt woord voor zowel mannen als vrouwen.
45. Rochie (Jurk) – Belangrijk voor kledingwinkels en mode.

Technologie en Communicatie

46. Telefon (Telefoon) – Een essentieel woord in het moderne leven.
47. Calculator (Computer) – Onmisbaar in onze digitale wereld.
48. Internet (Internet) – Een basiswoord voor communicatie.
49. Email (E-mail) – Handig voor het bespreken van digitale correspondentie.
50. Televizor (Televisie) – Een veelvoorkomend woord in huiselijke gesprekken.

Met deze 50 essentiële woorden ben je goed op weg om je Roemeense woordenschat op B1-niveau te versterken. Het kennen en begrijpen van deze woorden zal je niet alleen helpen om dagelijkse gesprekken te voeren, maar ook om je zelfvertrouwen in het gebruik van de taal te vergroten. Blijf oefenen, en je zult merken dat je Roemeens met sprongen vooruit gaat!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller