50 essentiële woorden die u moet kennen voor het Portugees op A1-niveau

Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar ook zeer lonende ervaring zijn. Als u net begint met het leren van Portugees, dan is het belangrijk om een solide basis te leggen met essentiële woorden en zinnen. In dit artikel hebben we een lijst samengesteld van 50 essentiële woorden die u moet kennen voor het Portugees op A1-niveau. Deze woorden helpen u om basisgesprekken te voeren en een beter begrip te krijgen van de taal.

1. Basiswoorden

Laten we beginnen met enkele basiswoorden die elke beginner zou moeten kennen.

1. Olá – Hallo
2. Bom dia – Goedemorgen
3. Boa tarde – Goedemiddag
4. Boa noite – Goedenavond/Goedenacht
5. Sim – Ja
6. Não – Nee
7. Por favor – Alstublieft
8. Obrigado/Obrigada – Dank u (mannelijk/vrouwelijk)
9. Desculpe – Sorry
10. Com licença – Pardon

2. Nummers

Het kennen van de basisnummers is cruciaal voor dagelijkse interacties.

11. Um – Een
12. Dois – Twee
13. Três – Drie
14. Quatro – Vier
15. Cinco – Vijf
16. Seis – Zes
17. Sete – Zeven
18. Oito – Acht
19. Nove – Negen
20. Dez – Tien

3. Dagen van de week

Het is handig om de dagen van de week te kennen voor dagelijkse plannen en afspraken.

21. Segunda-feira – Maandag
22. Terça-feira – Dinsdag
23. Quarta-feira – Woensdag
24. Quinta-feira – Donderdag
25. Sexta-feira – Vrijdag
26. Sábado – Zaterdag
27. Domingo – Zondag

4. Vraagwoorden

Vraagwoorden helpen u om vragen te stellen en meer informatie te krijgen.

28. Quem – Wie
29. O que – Wat
30. Quando – Wanneer
31. Onde – Waar
32. Por que – Waarom
33. Como – Hoe

5. Basiszinnen

Laten we nu enkele basiszinnen bekijken die nuttig zijn voor alledaagse gesprekken.

34. Como você está? – Hoe gaat het met u?
35. Estou bem, obrigado/obrigada. – Het gaat goed, dank u (mannelijk/vrouwelijk).
36. Qual é o seu nome? – Wat is uw naam?
37. Meu nome é… – Mijn naam is…
38. Onde fica o banheiro? – Waar is de badkamer?
39. Quanto custa? – Hoeveel kost het?
40. Eu não entendo. – Ik begrijp het niet.

6. Familie en mensen

Woorden gerelateerd aan familie en mensen zijn essentieel voor sociale interacties.

41. Pai – Vader
42. Mãe – Moeder
43. Filho – Zoon
44. Filha – Dochter
45. Amigo – Vriend
46. Amiga – Vriendin

7. Eten en drinken

Tot slot, laten we enkele basiswoorden leren die te maken hebben met eten en drinken.

47. Água – Water
48. Pão – Brood
49. Café – Koffie
50. Vinho – Wijn

Nu u deze 50 essentiële woorden kent, bent u goed op weg om basisgesprekken te voeren in het Portugees. Het is belangrijk om regelmatig te oefenen en deze woorden in context te gebruiken om ze beter te onthouden. Veel succes met uw taalstudie!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller