Nepalees is een prachtige en rijke taal die voornamelijk in Nepal wordt gesproken. Voor iedereen die de cultuur en het dagelijks leven in Nepal wil begrijpen, is het essentieel om een basiswoordenschat te hebben. In dit artikel zullen we 50 essentiële woorden en zinnen bespreken die u moet kennen om een B1-niveau in het Nepalees te bereiken.
1. Algemene Groeten en Basiscommunicatie
Om een gesprek te beginnen en beleefd te zijn, is het belangrijk om enkele basisgroeten en uitdrukkingen te kennen.
1. **Namaste** (नमस्ते) – Hallo / Tot ziens
2. **Dhanyabad** (धन्यवाद) – Dank u
3. **Maaf garnus** (माफ गर्नुस्) – Sorry / Excuseer mij
4. **Sanchai hunuhunchha?** (सन्चै हुनुहुन्छ?) – Hoe gaat het met u?
5. **Sanchai chhu** (सन्चै छु) – Het gaat goed
2. Familie en Relaties
Het begrijpen van familieleden en relaties is cruciaal voor het voeren van gesprekken over persoonlijke zaken.
6. **Baa** (बाबा) – Vader
7. **Aama** (आमा) – Moeder
8. **Bhai** (भाइ) – Broer
9. **Bahini** (बहिनी) – Zus
10. **Shrimaan** (श्रीमान्) – Echtgenoot
11. **Shrimati** (श्रीमती) – Echtgenote
3. Nummers en Tellen
Basisnummers zijn essentieel voor verschillende dagelijkse activiteiten zoals winkelen, reizen en afspraken maken.
12. **Ek** (एक) – Eén
13. **Dui** (दुई) – Twee
14. **Tin** (तीन) – Drie
15. **Chaar** (चार) – Vier
16. **Paanch** (पाँच) – Vijf
17. **Chha** (छ) – Zes
18. **Saat** (सात) – Zeven
19. **Aath** (आठ) – Acht
20. **Nau** (नौ) – Negen
21. **Das** (दस) – Tien
4. Dagen van de Week en Tijden
Het kennen van de dagen van de week en basistijdsaanduidingen helpt bij het plannen en communiceren over dagelijkse schema’s.
22. **Aaitabar** (आइतबार) – Zondag
23. **Sombar** (सोमबार) – Maandag
24. **Mangalbar** (मंगलबार) – Dinsdag
25. **Budhbar** (बुधबार) – Woensdag
26. **Bihibar** (बिहिबार) – Donderdag
27. **Shukrabar** (शुक्रबार) – Vrijdag
28. **Sanibar** (शनिबार) – Zaterdag
29. **Bihana** (बिहान) – Ochtend
30. **Dina** (दिन) – Dag
31. **Sanjh** (साँझ) – Avond
32. **Raat** (रात) – Nacht
5. Eten en Drinken
Voedsel en drinken zijn een groot deel van elke cultuur. Hier zijn enkele woorden die u moet kennen.
33. **Khana** (खाना) – Eten
34. **Pani** (पानी) – Water
35. **Chiya** (चिया) – Thee
36. **Dudh** (दूध) – Melk
37. **Bhath** (भात) – Rijst
38. **Tarkari** (तरकारी) – Groenten
39. **Masu** (मासु) – Vlees
6. Vervoer en Reizen
Bij het reizen is het belangrijk om de juiste woorden te kennen om zich te verplaatsen en te navigeren.
40. **Gadi** (गाडी) – Auto
41. **Bus** (बस) – Bus
42. **Yatra** (यात्रा) – Reizen
43. **Biman** (विमान) – Vliegtuig
44. **Railgaadi** (रेलगाडी) – Trein
45. **Tiket** (टिकट) – Kaartje
7. Basiswerkwoorden
Werkwoorden zijn de ruggengraat van elke taal. Hier zijn enkele basiswerkwoorden die u moet kennen.
46. **Hunu** (हुनु) – Zijn
47. **Garnu** (गर्नु) – Doen
48. **Khana** (खानु) – Eten
49. **Padhna** (पढ्नु) – Lezen
50. **Bolnu** (बोल्नु) – Spreken
Conclusie
Het leren van deze 50 essentiële woorden en zinnen zal u helpen om beter te communiceren in het Nepalees en een solide basis te leggen voor verdere taalstudie. Oefen deze woorden regelmatig, gebruik ze in dagelijkse gesprekken, en u zult merken dat uw zelfvertrouwen in het spreken van Nepalees aanzienlijk zal toenemen. Veel succes met uw taalreis!