1. Үй (uy) – Huis
– Bijvoorbeeld: Менің үйім үлкен. (Mijn huis is groot.)
2. Мектеп (mektep) – School
– Bijvoorbeeld: Ол мектепке барады. (Hij/Zij gaat naar school.)
3. Дос (dos) – Vriend
– Bijvoorbeeld: Менің досым Астана қаласында тұрады. (Mijn vriend woont in Astana.)
4. Отбасы (otbasy) – Familie
– Bijvoorbeeld: Менің отбасым бесеу. (Mijn familie bestaat uit vijf personen.)
5. Мұғалім (mugalim) – Leraar
– Bijvoorbeeld: Мұғалім сабақты жақсы түсіндіреді. (De leraar legt de les goed uit.)
6. Кітап (kitap) – Boek
– Bijvoorbeeld: Мен кітап оқығанды жақсы көремін. (Ik hou van boeken lezen.)
7. Күн (kún) – Dag
– Bijvoorbeeld: Бүгін тамаша күн. (Vandaag is een geweldige dag.)
8. Жыл (zhyl) – Jaar
– Bijvoorbeeld: Жаңа жыл құтты болсын! (Gelukkig nieuwjaar!)
9. Сағат (sagat) – Uur
– Bijvoorbeeld: Кездесу сағат үште болады. (De bijeenkomst is om drie uur.)
10. Қала (qala) – Stad
– Bijvoorbeeld: Алматы – әдемі қала. (Almaty is een mooie stad.)
Emoties en Gevoelens
11. Махаббат (mahabat) – Liefde
– Bijvoorbeeld: Махаббат бәрін жеңеді. (Liefde overwint alles.)
12. Қуаныш (kuanysh) – Blijdschap
– Bijvoorbeeld: Оның қуаныштан көзі жанып тұр. (Zijn/haar ogen stralen van blijdschap.)
13. Қайғы (qaigy) – Verdriet
– Bijvoorbeeld: Ол қайғысын жасыра алмайды. (Hij/Zij kan zijn/haar verdriet niet verbergen.)
14. Қорқыныш (qorqynish) – Angst
– Bijvoorbeeld: Қорқыныш оны басып алды. (Angst overweldigde hem/haar.)
15. Ашу (ashu) – Boosheid
– Bijvoorbeeld: Оның ашуы қатты. (Zijn/haar boosheid is hevig.)
16. Сүйіспеншілік (súyispen’shilik) – Genegenheid
– Bijvoorbeeld: Сүйіспеншілік отбасыны біріктіреді. (Genegenheid brengt de familie samen.)
17. Үміт (úmit) – Hoop
– Bijvoorbeeld: Үмітсіз өмір жоқ. (Er is geen leven zonder hoop.)
18. Күлкі (kúlki) – Lachen
– Bijvoorbeeld: Оның күлкісі жұқпалы. (Zijn/haar lach is aanstekelijk.)
19. Өкініш (ókínish) – Spijt
– Bijvoorbeeld: Өкініш оны мазалайды. (Spijt kwelt hem/haar.)
20. Тыныштық (tynyshtyk) – Rust
– Bijvoorbeeld: Тыныштық – жанға ем. (Rust is een balsem voor de ziel.)
Werkwoorden
21. Жүру (zhúru) – Lopen
– Bijvoorbeeld: Ол паркте жүріп жүр. (Hij/Zij is aan het wandelen in het park.)
22. Оқу (oku) – Lezen/Studeren
– Bijvoorbeeld: Мен кітап оқимын. (Ik lees een boek.)
23. Жазу (zhazu) – Schrijven
– Bijvoorbeeld: Ол хат жазып жатыр. (Hij/Zij is een brief aan het schrijven.)
24. Көру (kóru) – Zien
– Bijvoorbeeld: Мен сені көргім келеді. (Ik wil je zien.)
25. Сөйлесу (soylesu) – Praten
– Bijvoorbeeld: Олар телефон арқылы сөйлеседі. (Zij praten via de telefoon.)
26. Тыңдау (tyngdau) – Luisteren
– Bijvoorbeeld: Ол музыка тыңдап отыр. (Hij/Zij is naar muziek aan het luisteren.)
27. Түсіну (túsinu) – Begrijpen
– Bijvoorbeeld: Мен сізді түсіндім. (Ik begrijp u.)
28. Жұмыс істеу (zhúmys isteu) – Werken
– Bijvoorbeeld: Ол кеңседе жұмыс істейді. (Hij/Zij werkt op kantoor.)
29. Жүгіру (zhúgiru) – Rennen
– Bijvoorbeeld: Ол таңертең жүгіреді. (Hij/Zij rent ’s ochtends.)
30. Ойнау (oýnaý) – Spelen
– Bijvoorbeeld: Балалар аулада ойнап жүр. (De kinderen zijn aan het spelen in de tuin.)
Bijvoeglijke Naamwoorden
31. Керемет (keremet) – Geweldig
– Bijvoorbeeld: Бұл фильм керемет! (Deze film is geweldig!)
32. Қызықты (qyzyqty) – Interessant
– Bijvoorbeeld: Бұл кітап өте қызықты. (Dit boek is erg interessant.)
33. Әдемі (adémi) – Mooi
– Bijvoorbeeld: Әдемі гүлдер бақта өсіп тұр. (Mooie bloemen groeien in de tuin.)
34. Тәтті (tatti) – Zoet
– Bijvoorbeeld: Бұл жеміс өте тәтті. (Deze vrucht is erg zoet.)
35. Жақсы (zhaksy) – Goed
– Bijvoorbeeld: Бұл мейрамхана жақсы. (Dit restaurant is goed.)
36. Жаман (zhaman) – Slecht
– Bijvoorbeeld: Бұл фильм жаман. (Deze film is slecht.)
37. Қымбат (qymbat) – Duur
– Bijvoorbeeld: Бұл сағат өте қымбат. (Dit horloge is erg duur.)
38. Арзан (arzan) – Goedkoop
– Bijvoorbeeld: Бұл киім арзан. (Deze kleding is goedkoop.)
39. Үлкен (úlken) – Groot
– Bijvoorbeeld: Бұл үй үлкен. (Dit huis is groot.)
40. Кішкентай (kishkentai) – Klein
– Bijvoorbeeld: Бұл бөлме кішкентай. (Deze kamer is klein.)
Voedsel en Drank
41. Нан (nan) – Brood
– Bijvoorbeeld: Мен нан жеймін. (Ik eet brood.)
42. Сүт (sút) – Melk
– Bijvoorbeeld: Ол сүт ішеді. (Hij/Zij drinkt melk.)
43. Су (su) – Water
– Bijvoorbeeld: Мен су ішкім келеді. (Ik wil water drinken.)
44. Шай (shaý) – Thee
– Bijvoorbeeld: Қазақтар шайды жақсы көреді. (Kazachen houden van thee.)
45. Ет (et) – Vlees
– Bijvoorbeeld: Қазақтар етті көп жейді. (Kazachen eten veel vlees.)
46. Балық (balıq) – Vis
– Bijvoorbeeld: Мен балық жегенді ұнатамын. (Ik hou van vis eten.)
47. Жеміс (zhemis) – Fruit
– Bijvoorbeeld: Мен жаңа піскен жемістерді жақсы көремін. (Ik hou van vers fruit.)
48. Көкөніс (kókónis) – Groente
– Bijvoorbeeld: Көкөніс денсаулыққа пайдалы. (Groenten zijn gezond.)
49. Тұз (tuz) – Zout
– Bijvoorbeeld: Тамаққа тұз қосу керек. (Er moet zout aan het eten worden toegevoegd.)
50. Қант (qant) – Suiker
– Bijvoorbeeld: Шайға қант саласыз ба? (Wilt u suiker in de thee?)
Conclusie
Het beheersen van deze 50 essentiële woorden zal u helpen om uw Kazachse taalvaardigheden naar een hoger niveau te tillen. Door deze woorden regelmatig te oefenen en in uw dagelijkse gesprekken te gebruiken, zult u merken dat uw begrip en spreekvaardigheid verbeteren. Vergeet niet dat taal leren een proces is dat tijd en geduld vereist. Blijf gemotiveerd en blijf oefenen!