1.1 Verbos (Werkwoorden)
1. **Amencer** – Dit werkwoord betekent “dageraad” of “zonsopgang” en wordt vaak gebruikt in poëtische of beschrijvende contexten.
2. **Aproveitar** – Dit betekent “gebruik maken van” of “profiteren van”. Een essentieel werkwoord om te kennen in verschillende situaties.
3. **Brindar** – Dit woord betekent “proosten” en wordt vaak gebruikt tijdens feestelijke gelegenheden.
4. **Descubrir** – Betekent “ontdekken”. Een belangrijk werkwoord voor gesprekken over nieuwe ervaringen of wetenschappelijke ontdekkingen.
5. **Escoitar** – Dit betekent “luisteren”. Het is essentieel voor het begrijpen van instructies of het volgen van een gesprek.
6. **Facer** – Betekent “doen” of “maken”. Een basiswerkwoord dat in vele contexten wordt gebruikt.
7. **Mentir** – Dit betekent “liegen”. Belangrijk voor ethische discussies of persoonlijke verhalen.
8. **Observar** – Betekent “waarnemen” of “observeren”. Handig in academische en dagelijkse situaties.
9. **Permitir** – Dit betekent “toestaan”. Essentieel voor het geven of vragen van toestemming.
10. **Responder** – Dit betekent “antwoorden”. Een fundamenteel werkwoord voor communicatie.
1.2 Sustantivos (Zelfstandige Naamwoorden)
11. **Amizade** – Dit betekent “vriendschap”. Een belangrijk woord in sociale contexten.
12. **Camiño** – Betekent “pad” of “weg”. Essentieel voor het beschrijven van routes of levenswegen.
13. **Desexo** – Dit betekent “verlangen”. Wordt vaak gebruikt in poëtische of filosofische discussies.
14. **Éxito** – Betekent “succes”. Belangrijk voor gesprekken over prestaties en doelen.
15. **Felicidade** – Dit betekent “geluk”. Een fundamenteel woord voor het uitdrukken van persoonlijke gevoelens.
16. **Historia** – Betekent “geschiedenis” of “verhaal”. Essentieel voor academische en dagelijkse gesprekken.
17. **Liberdade** – Dit betekent “vrijheid”. Belangrijk in politieke en sociale discussies.
18. **Oportunidade** – Betekent “kans” of “gelegenheid”. Handig in professionele en persoonlijke gesprekken.
19. **Riqueza** – Dit betekent “rijkdom”. Belangrijk voor economische en persoonlijke gesprekken.
20. **Sabedoría** – Betekent “wijsheid”. Wordt vaak gebruikt in filosofische en educatieve contexten.
1.3 Adxectivos (Bijvoeglijke Naamwoorden)
21. **Agradable** – Dit betekent “aangenaam”. Handig voor het beschrijven van mensen, plaatsen of ervaringen.
22. **Belido** – Betekent “mooi”. Een essentieel bijvoeglijk naamwoord voor het beschrijven van esthetische waarden.
23. **Compreensivo** – Dit betekent “begripvol”. Belangrijk voor het beschrijven van empathie en relaties.
24. **Desafiante** – Betekent “uitdagend”. Handig voor het beschrijven van situaties die inspanning vereisen.
25. **Eficaz** – Dit betekent “effectief”. Essentieel voor professionele en academische contexten.
26. **Fascinante** – Betekent “fascinerend”. Handig voor het beschrijven van interessante mensen of onderwerpen.
27. **Gratuito** – Dit betekent “gratis”. Essentieel voor het begrijpen van kosten en aanbiedingen.
28. **Honesto** – Betekent “eerlijk”. Belangrijk voor het beschrijven van karaktereigenschappen.
29. **Irreemplazable** – Dit betekent “onvervangbaar”. Handig voor het beschrijven van unieke zaken of personen.
30. **Xeneroso** – Betekent “gul”. Een belangrijk bijvoeglijk naamwoord voor sociale interacties.
2. Vocabulario avanzado (Gevorderde Woordenschat)
2.1 Verbos avanzados (Gevorderde Werkwoorden)
31. **Anticipar** – Dit betekent “anticiperen”. Essentieel voor strategische en planningsgesprekken.
32. **Colaborar** – Betekent “samenwerken”. Belangrijk voor teamwerk en gemeenschappelijke projecten.
33. **Deliberar** – Dit betekent “overleggen”. Handig in juridische en beslissingscontexten.
34. **Emitir** – Betekent “uitzenden” of “uitgeven”. Belangrijk voor media en communicatie.
35. **Fomentar** – Dit betekent “bevorderen”. Essentieel voor educatieve en sociale initiatieven.
36. **Implementar** – Betekent “implementeren”. Handig voor zakelijke en technische gesprekken.
37. **Investigar** – Dit betekent “onderzoeken”. Essentieel voor academische en wetenschappelijke contexten.
38. **Negociar** – Betekent “onderhandelen”. Belangrijk voor zakelijke en diplomatieke interacties.
39. **Proporcionar** – Dit betekent “verschaffen”. Handig in logistieke en organisatorische gesprekken.
40. **Sintetizar** – Betekent “synthese maken”. Essentieel voor academische en intellectuele discussies.
2.2 Sustantivos avanzados (Gevorderde Zelfstandige Naamwoorden)
41. **Adversidade** – Dit betekent “tegenspoed”. Belangrijk voor persoonlijke en sociale verhalen.
42. **Cohesión** – Betekent “samenhang”. Essentieel voor gesprekken over sociale en teamdynamiek.
43. **Disciplina** – Dit betekent “discipline”. Handig in academische en professionele contexten.
44. **Equidade** – Betekent “gelijkheid”. Belangrijk voor juridische en ethische discussies.
45. **Fundamento** – Dit betekent “basis” of “grondslag”. Essentieel voor academische en logische redeneringen.
46. **Innovación** – Betekent “innovatie”. Handig voor technologische en zakelijke gesprekken.
47. **Perspectiva** – Dit betekent “perspectief”. Belangrijk voor filosofische en analytische discussies.
48. **Resiliencia** – Betekent “veerkracht”. Essentieel voor persoonlijke en professionele groei.
49. **Sostenibilidade** – Dit betekent “duurzaamheid”. Belangrijk voor milieubewuste en economische gesprekken.
50. **Transformación** – Betekent “transformatie”. Handig voor gesprekken over verandering en ontwikkeling.
Het beheersen van deze 50 woorden zal uw begrip en gebruik van het Galicisch aanzienlijk verbeteren, vooral op het C2-niveau. Elk woord is gekozen om een breed scala aan contexten en situaties te dekken, zodat u volledig uitgerust bent om vloeiend en zelfverzekerd te communiceren. Vergeet niet om deze woorden regelmatig te oefenen en ze in verschillende zinnen en gesprekken te gebruiken. Succes met uw taalleerreis!