Het bereiken van het C2-niveau in een vreemde taal is een indrukwekkende prestatie. Het betekent dat u de taal bijna net zo goed beheerst als een moedertaalspreker. Om dit niveau te bereiken in het Grieks, moet u niet alleen een grondige kennis hebben van de grammatica en de zinsstructuur, maar ook een uitgebreide woordenschat. In dit artikel bespreken we 50 essentiële woorden die u moet kennen om uw Grieks naar het C2-niveau te tillen. Deze woorden variëren van formele en academische termen tot alledaagse uitdrukkingen die diepte en nuance aan uw spraak en begrip zullen toevoegen.
1. Αναπόφευκτος (anapófevktos)
Dit woord betekent ‘onvermijdelijk’. Het is een nuttig woord om te gebruiken in zowel formele als informele contexten. Bijvoorbeeld: “Ήταν αναπόφευκτο να συμβεί.” (Het was onvermijdelijk dat het zou gebeuren.)
2. Επικείμενος (epikeímenos)
Dit woord betekent ‘op handen zijnde’ of ‘naderend’. Het wordt vaak gebruikt in journalistieke en academische teksten. Bijvoorbeeld: “Η επικείμενη κρίση” (De naderende crisis).
3. Αμφιλεγόμενος (amfilegómenos)
Dit betekent ‘controversieel’. Het is een handig woord voor discussies en debatten. Bijvoorbeeld: “Έκανε μια αμφιλεγόμενη δήλωση.” (Hij deed een controversiële uitspraak.)
4. Συναρπαστικός (synarpastikós)
Dit betekent ‘fascinerend’ of ‘boeiend’. Het is een woord dat vaak wordt gebruikt om kunst, boeken of ervaringen te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Η ταινία ήταν συναρπαστική.” (De film was fascinerend.)
5. Αποδοτικός (apototikós)
Dit woord betekent ‘efficiënt’ of ‘doeltreffend’. Het wordt vaak gebruikt in zakelijke en academische contexten. Bijvoorbeeld: “Η νέα στρατηγική ήταν πολύ αποδοτική.” (De nieuwe strategie was zeer efficiënt.)
6. Κατανοητός (katanoitós)
Dit woord betekent ‘begrijpelijk’. Het is handig voor het uitdrukken van uw mening over de duidelijkheid van informatie. Bijvoorbeeld: “Το άρθρο ήταν πολύ κατανοητό.” (Het artikel was zeer begrijpelijk.)
7. Εξαιρετικός (exeretikós)
Dit betekent ‘uitstekend’ of ‘uitmuntend’. Het is een woord dat vaak wordt gebruikt om iets positiefs te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Έκανε εξαιρετική δουλειά.” (Hij/zij deed uitstekend werk.)
8. Ασυναγώνιστος (asynagonístos)
Dit betekent ‘onverslaanbaar’ of ‘ongeëvenaard’. Het wordt vaak gebruikt om superlatieven uit te drukken. Bijvoorbeeld: “Η απόδοσή του ήταν ασυναγώνιστη.” (Zijn/haar prestatie was onverslaanbaar.)
9. Διαχρονικός (diachronikós)
Dit betekent ’tijdloos’. Het wordt vaak gebruikt om kunst, literatuur of ideeën te beschrijven die relevant blijven door de tijd heen. Bijvoorbeeld: “Η μουσική του Μότσαρτ είναι διαχρονική.” (De muziek van Mozart is tijdloos.)
10. Αμφισβητώ (amfisvitó)
Dit betekent ‘in twijfel trekken’ of ‘betwisten’. Het is een nuttig werkwoord voor discussies en debatten. Bijvoorbeeld: “Αμφισβήτησε την εγκυρότητα των αποτελεσμάτων.” (Hij/zij betwistte de geldigheid van de resultaten.)
11. Παρατηρητικός (paratiritikós)
Dit betekent ‘oplettend’ of ‘observant’. Het is een nuttig woord om iemands aandacht voor detail te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Ήταν πολύ παρατηρητικός και δεν του ξέφυγε τίποτα.” (Hij/zij was zeer oplettend en miste niets.)
12. Απαραίτητος (aparetitos)
Dit betekent ‘essentieel’ of ‘noodzakelijk’. Het wordt vaak gebruikt om de noodzaak van iets te benadrukken. Bijvoorbeeld: “Είναι απαραίτητο να γνωρίζετε αυτά τα λόγια.” (Het is essentieel om deze woorden te kennen.)
13. Συμβατός (symvatos)
Dit betekent ‘compatibel’ of ‘verenigbaar’. Het wordt vaak gebruikt in technische en zakelijke contexten. Bijvoorbeeld: “Οι δύο συσκευές δεν είναι συμβατές.” (De twee apparaten zijn niet compatibel.)
14. Αξιοσημείωτος (axiosimeiótos)
Dit betekent ‘opmerkelijk’ of ‘noemenswaardig’. Het is een nuttig woord om iets belangrijks of verrassends te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Η πρόοδός του ήταν αξιοσημείωτη.” (Zijn/haar vooruitgang was opmerkelijk.)
15. Ευνοϊκός (evnoikós)
Dit betekent ‘gunstig’ of ‘voordelig’. Het wordt vaak gebruikt om omstandigheden of uitkomsten te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Οι συνθήκες ήταν ευνοϊκές για την επιτυχία.” (De omstandigheden waren gunstig voor succes.)
16. Εφικτός (efiktós)
Dit betekent ‘haalbaar’ of ‘bereikbaar’. Het is een nuttig woord om doelen of plannen te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Ο στόχος είναι εφικτός.” (Het doel is haalbaar.)
17. Παραγωγικός (paragogikós)
Dit betekent ‘productief’. Het wordt vaak gebruikt om iemands werkethiek of de efficiëntie van een proces te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Ήταν μια πολύ παραγωγική ημέρα.” (Het was een zeer productieve dag.)
18. Διεισδυτικός (dieisditikós)
Dit betekent ‘indringend’ of ‘penetrerend’. Het wordt vaak gebruikt om iemand’s inzicht of een scherpe vraag te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Έκανε μια διεισδυτική ερώτηση.” (Hij/zij stelde een indringende vraag.)
19. Αμφιταλαντευόμενος (amfitalantevómenos)
Dit betekent ’twijfelend’ of ‘weifelend’. Het is een nuttig woord om iemands besluiteloosheid te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Ήταν αμφιταλαντευόμενος για την απόφασή του.” (Hij/zij was weifelend over zijn/haar beslissing.)
20. Αναλογίζομαι (analogízomai)
Dit betekent ‘overwegen’ of ‘reflecteren’. Het is een nuttig werkwoord voor diepgaande discussies en reflecties. Bijvoorbeeld: “Αναλογίστηκε τις συνέπειες των πράξεών του.” (Hij/zij overwoog de gevolgen van zijn/haar daden.)
21. Προκαταρκτικός (prokatalarktikós)
Dit betekent ‘voorlopig’ of ‘inleidend’. Het wordt vaak gebruikt in formele en academische contexten. Bijvoorbeeld: “Έκαναν μια προκαταρκτική ανάλυση.” (Ze deden een voorlopige analyse.)
22. Καταλυτικός (katalytikós)
Dit betekent ‘beslissend’ of ‘cruciaal’. Het is een nuttig woord om belangrijke gebeurtenissen of beslissingen te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Ήταν μια καταλυτική στιγμή στην ιστορία.” (Het was een beslissend moment in de geschiedenis.)
23. Επερχόμενος (eperchómenos)
Dit betekent ‘aankomend’ of ‘naderend’. Het wordt vaak gebruikt om toekomstige gebeurtenissen of veranderingen te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Η επερχόμενη αλλαγή θα είναι σημαντική.” (De aankomende verandering zal belangrijk zijn.)
24. Αποφασιστικός (apofasistikós)
Dit betekent ‘beslissend’ of ‘vastberaden’. Het is een nuttig woord om iemands karakter of acties te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Έδειξε αποφασιστικότητα στην κρίσιμη στιγμή.” (Hij/zij toonde vastberadenheid op het cruciale moment.)
25. Υποβλητικός (ypovlitikós)
Dit betekent ‘suggererend’ of ‘indrukwekkend’. Het wordt vaak gebruikt om kunst of literatuur te beschrijven die een diepe indruk achterlaat. Bijvoorbeeld: “Το έργο του ήταν υποβλητικό και συγκινητικό.” (Zijn/haar werk was suggestief en ontroerend.)
26. Ενδελεχής (endelechís)
Dit betekent ‘grondig’ of ‘uitgebreid’. Het is een nuttig woord om onderzoek of analyse te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Έκαναν μια ενδελεχή έρευνα.” (Ze deden grondig onderzoek.)
27. Εξαίσιος (exésios)
Dit betekent ‘uitmuntend’ of ‘prachtig’. Het wordt vaak gebruikt om iets zeer positiefs te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Το δείπνο ήταν εξαίσιο.” (Het diner was uitmuntend.)
28. Διαπρεπής (diaprepís)
Dit betekent ‘voornaam’ of ‘prominent’. Het wordt vaak gebruikt om personen of prestaties te beschrijven die uitblinken. Bijvoorbeeld: “Ήταν ένας διαπρεπής επιστήμονας.” (Hij/zij was een vooraanstaand wetenschapper.)
29. Ελλιπής (ellipís)
Dit betekent ‘onvoldoende’ of ‘gebrekkig’. Het is een nuttig woord om tekortkomingen te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Η ανάλυση ήταν ελλιπής.” (De analyse was gebrekkig.)
30. Περιεκτικός (periektikós)
Dit betekent ‘omvattend’ of ‘uitvoerig’. Het wordt vaak gebruikt om iets te beschrijven dat veel informatie bevat. Bijvoorbeeld: “Το άρθρο ήταν πολύ περιεκτικό.” (Het artikel was zeer omvattend.)
31. Αξιοπρόσεκτος (axioprósektos)
Dit betekent ‘opmerkelijk’ of ‘noemenswaardig’. Het is een nuttig woord om aandacht te vestigen op iets belangrijks. Bijvoorbeeld: “Η πρόοδός του ήταν αξιοπρόσεκτη.” (Zijn/haar vooruitgang was opmerkelijk.)
32. Ακατάπαυστος (akatápavstos)
Dit betekent ‘onophoudelijk’ of ‘onvermoeibaar’. Het wordt vaak gebruikt om iemand’s inspanningen of een voortdurende actie te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Δούλεψε ακατάπαυστα για να πετύχει.” (Hij/zij werkte onvermoeibaar om te slagen.)
33. Αμφιθυμία (amfithymía)
Dit betekent ’tweeslachtigheid’ of ‘ambivalentie’. Het is een nuttig woord voor psychologische en filosofische discussies. Bijvoorbeeld: “Ένιωθε αμφιθυμία για την απόφασή του.” (Hij/zij voelde ambivalentie over zijn/haar beslissing.)
34. Ακλόνητος (aklónitos)
Dit betekent ‘onwrikbaar’ of ‘standvastig’. Het wordt vaak gebruikt om iemands vastberadenheid of stabiliteit te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Έμεινε ακλόνητος παρά τις δυσκολίες.” (Hij/zij bleef onwrikbaar ondanks de moeilijkheden.)
35. Ευρηματικός (evrimatkós)
Dit betekent ‘vindingrijk’ of ‘ingenieus’. Het is een nuttig woord om iemands creativiteit of probleemoplossend vermogen te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Ήταν πολύ ευρηματικός στη δουλειά του.” (Hij/zij was zeer vindingrijk in zijn/haar werk.)
36. Ενδεχόμενος (endechómenos)
Dit betekent ‘mogelijk’ of ‘eventueel’. Het wordt vaak gebruikt om mogelijke uitkomsten of scenario’s te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Η ενδεχόμενη λύση ήταν αποδεκτή.” (De mogelijke oplossing was acceptabel.)
37. Αποκλειστικός (apokleistikós)
Dit betekent ‘exclusief’. Het is een nuttig woord voor het beschrijven van iets dat uniek of bijzonder is. Bijvoorbeeld: “Έχει αποκλειστικά δικαιώματα.” (Hij/zij heeft exclusieve rechten.)
38. Αδιάλλακτος (adiállaktos)
Dit betekent ‘onverzoenlijk’ of ‘onbuigzaam’. Het wordt vaak gebruikt om iemands starheid of onwil om te veranderen te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Ήταν αδιάλλακτος στις απόψεις του.” (Hij/zij was onverzoenlijk in zijn/haar opvattingen.)
39. Εναλλακτικός (enallaktikós)
Dit betekent ‘alternatief’. Het is een nuttig woord om andere mogelijkheden of keuzes te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Προσέφερε μια εναλλακτική λύση.” (Hij/zij bood een alternatieve oplossing.)
40. Εντυπωσιακός (entiposikós)
Dit betekent ‘indrukwekkend’. Het wordt vaak gebruikt om iets te beschrijven dat een sterke indruk maakt. Bijvoorbeeld: “Η παρουσίασή του ήταν εντυπωσιακή.” (Zijn/haar presentatie was indrukwekkend.)
41. Ευθύς (evthís)
Dit betekent ‘direct’ of ‘rechtstreeks’. Het is een nuttig woord om duidelijkheid en eerlijkheid te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Ήταν ευθύς στις απαντήσεις του.” (Hij/zij was direct in zijn/haar antwoorden.)
42. Αρμοδιότητα (armodiotíta)
Dit betekent ‘bevoegdheid’ of ‘verantwoordelijkheid’. Het is een nuttig woord voor zakelijke en juridische contexten. Bijvoorbeeld: “Αυτή είναι η αρμοδιότητά του.” (Dit is zijn/haar bevoegdheid.)
43. Ενδελεχής (endelechís)
Dit betekent ‘grondig’ of ‘uitgebreid’. Het is een nuttig woord om onderzoek of analyse te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Έκαναν μια ενδελεχή έρευνα.” (Ze deden grondig onderzoek.)
44. Εξαίσιος (exésios)
Dit betekent ‘uitmuntend’ of ‘prachtig’. Het wordt vaak gebruikt om iets zeer positiefs te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Το δείπνο ήταν εξαίσιο.” (Het diner was uitmuntend.)
45. Διαπρεπής (diaprepís)
Dit betekent ‘voornaam’ of ‘prominent’. Het wordt vaak gebruikt om personen of prestaties te beschrijven die uitblinken. Bijvoorbeeld: “Ήταν ένας διαπρεπής επιστήμονας.” (Hij/zij was een vooraanstaand wetenschapper.)
46. Ελλιπής (ellipís)
Dit betekent ‘onvoldoende’ of ‘gebrekkig’. Het is een nuttig woord om tekortkomingen te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Η ανάλυση ήταν ελλιπής.” (De analyse was gebrekkig.)
47. Περιεκτικός (periektikós)
Dit betekent ‘omvattend’ of ‘uitvoerig’. Het wordt vaak gebruikt om iets te beschrijven dat veel informatie bevat. Bijvoorbeeld: “Το άρθρο ήταν πολύ περιεκτικό.” (Het artikel was zeer omvattend.)
48. Αξιοπρόσεκτος (axioprósektos)
Dit betekent ‘opmerkelijk’ of ‘noemenswaardig’. Het is een nuttig woord om aandacht te vestigen op iets belangrijks. Bijvoorbeeld: “Η πρόοδός του ήταν αξιοπρόσεκτη.” (Zijn/haar vooruitgang was opmerkelijk.)
49. Ακατάπαυστος (akatápavstos)
Dit betekent ‘onophoudelijk’ of ‘onvermoeibaar’. Het wordt vaak gebruikt om iemand’s inspanningen of een voortdurende actie te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Δούλεψε ακατάπαυστα για να πετύχει.” (Hij/zij werkte onvermoeibaar om te slagen.)
50. Αμφιθυμία (amfithymía)
Dit betekent ’tweeslachtigheid’ of ‘ambivalentie’. Het is een nuttig woord voor psychologische en filosofische discussies. Bijvoorbeeld: “Ένιωθε αμφιθυμία για την απόφασή του.” (Hij/zij voelde ambivalentie over zijn/haar beslissing.)
Het leren en beheersen van deze 50 woorden zal uw Grieks zeker naar een hoger niveau tillen. Niet alleen zult u in staat zijn om complexere ideeën en nuances uit te drukken, maar u zult ook beter begrijpen wat er wordt gezegd in formele en informele contexten. Veel succes met uw studie en vergeet niet om deze woorden regelmatig te oefenen om ze in uw actieve woordenschat op te nemen!