50 essentiële woorden die u moet kennen voor Grieks op B1-niveau

Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagend maar ook een lonend proces zijn. Voor degenen die Grieks op B1-niveau willen leren, is het essentieel om een solide basis te hebben van woorden die vaak worden gebruikt in dagelijkse gesprekken en teksten. In dit artikel zullen we 50 essentiële woorden bespreken die u moet kennen om uw Grieks naar een hoger niveau te tillen. Deze woorden zullen u helpen om zelfverzekerder te communiceren en beter te begrijpen wat u leest en hoort.

Basiswoorden

1. **Γειά** (Ya) – Hallo: Dit is een van de eerste woorden die u moet leren. Het wordt gebruikt voor zowel begroetingen als afscheid.
2. **Ευχαριστώ** (Efcharistó) – Dank u: Een beleefd woord dat u in veel situaties zult gebruiken.
3. **Παρακαλώ** (Parakaló) – Alstublieft: Dit woord kan zowel ‘alstublieft’ als ‘graag gedaan’ betekenen.
4. **Συγγνώμη** (Signómi) – Sorry: Handig om te weten voor wanneer u zich moet verontschuldigen.
5. **Ναι** (Nai) – Ja: Een eenvoudig maar cruciaal woord.
6. **Όχι** (Ochi) – Nee: Even belangrijk als ‘ja’.

Dagelijkse Activiteiten

7. **Φαγητό** (Fagitó) – Eten: Een belangrijk woord voor wanneer u naar een restaurant gaat of over maaltijden praat.
8. **Ποτό** (Potó) – Drank: Handig om te weten wanneer u iets wilt drinken.
9. **Νερό** (Neró) – Water: Een basisbehoefte die u vaak zult vragen.
10. **Καφές** (Kafés) – Koffie: Voor de koffieliefhebbers.
11. **Ψωμί** (Psomí) – Brood: Een veelvoorkomend voedsel in Griekenland.
12. **Γάλα** (Gála) – Melk: Voor uw koffie of ontbijtgranen.

Reizen en Vervoer

13. **Αεροδρόμιο** (Aerodrómio) – Luchthaven: Belangrijk als u vaak reist.
14. **Τρένο** (Tréno) – Trein: Een veelgebruikt vervoersmiddel.
15. **Λεωφορείο** (Leoforío) – Bus: Nog een belangrijk vervoermiddel.
16. **Ταξί** (Taksí) – Taxi: Voor snelle verplaatsingen in de stad.
17. **Δρόμος** (Drómos) – Weg: Handig om uw route te beschrijven.
18. **Χάρτης** (Chártis) – Kaart: Voor wanneer u de weg kwijt bent.

Gezondheid en Noodgevallen

19. **Γιατρός** (Yatrós) – Dokter: Cruciaal om te weten in geval van nood.
20. **Φαρμακείο** (Farmakío) – Apotheek: Voor medicijnen en gezondheidsproducten.
21. **Νοσοκομείο** (Nosokomío) – Ziekenhuis: Belangrijk in noodgevallen.
22. **Πόνος** (Pónos) – Pijn: Om aan te geven dat u pijn hebt.
23. **Αστυνομία** (Astynomía) – Politie: Voor veiligheid en hulp in noodgevallen.
24. **Φωτιά** (Fotiá) – Brand: Voor noodgevallen met vuur.

Werk en Studie

25. **Δουλειά** (Doulia) – Werk: Voor uw beroepsleven.
26. **Γραφείο** (Grafío) – Kantoor: Waar u werkt.
27. **Σχολείο** (Scholío) – School: Belangrijk voor studenten.
28. **Μάθημα** (Máthima) – Les: Voor uw studies.
29. **Δάσκαλος** (Dáskalos) – Leraar: Een belangrijk persoon in uw leerproces.
30. **Βιβλίο** (Vivlío) – Boek: Voor uw leesplezier en studie.

Familie en Relaties

31. **Οικογένεια** (Ikoyénia) – Familie: Een kernwoord voor gesprekken over uw dierbaren.
32. **Μητέρα** (Mitéra) – Moeder: Een belangrijk familielid.
33. **Πατέρας** (Patéras) – Vader: Nog een belangrijk familielid.
34. **Αδελφός** (Adelfós) – Broer: Voor uw broers.
35. **Αδελφή** (Adelfí) – Zus: Voor uw zussen.
36. **Φίλος** (Fílos) – Vriend: Voor uw vrienden.

Weer en Natuur

37. **Καιρός** (Kerós) – Weer: Voor gesprekken over het weer.
38. **Ήλιος** (Ílios) – Zon: Een veelvoorkomend onderwerp in Griekenland.
39. **Βροχή** (Vrochí) – Regen: Voor regenachtige dagen.
40. **Άνεμος** (Ánemos) – Wind: Voor winderige dagen.
41. **Θάλασσα** (Thálassa) – Zee: Voor uw stranduitjes.
42. **Βουνό** (Vounó) – Berg: Voor uw wandeltochten.

Vrije Tijd en Hobby’s

43. **Μουσική** (Mousikí) – Muziek: Voor uw muzikale voorkeuren.
44. **Χορός** (Chorós) – Dans: Voor uw dansactiviteiten.
45. **Σινεμά** (Sinemá) – Bioscoop: Voor uw filmavondjes.
46. **Βιβλιοθήκη** (Vivliothíki) – Bibliotheek: Voor uw lees- en studeerplekken.
47. **Παιχνίδι** (Paignídi) – Spel: Voor uw vrije tijd.
48. **Αθλητισμός** (Athlitismós) – Sport: Voor uw sportactiviteiten.

Technologie en Communicatie

49. **Τηλέφωνο** (Tiléfono) – Telefoon: Voor uw communicatie.
50. **Υπολογιστής** (Ypologistís) – Computer: Voor uw werk en vrije tijd.

Met deze 50 essentiële woorden bent u goed op weg om uw Grieks op B1-niveau te verbeteren. Vergeet niet om deze woorden regelmatig te oefenen en ze toe te passen in uw dagelijkse gesprekken en activiteiten. Het leren van een nieuwe taal vergt geduld en doorzettingsvermogen, maar met de juiste hulpmiddelen en oefening zult u al snel merken dat u vooruitgang boekt. Veel succes met uw studie en geniet van het proces!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller