Tijd in de Japanse grammatica is een iets ander concept dan in de Engelse grammatica. In het Engels verwijst de tijd naar het tijdstip waarop een actie plaatsvindt, zoals het verleden, het heden of de toekomst. In het Japans wordt de tijd echter niet op dezelfde manier uitgedrukt. In plaats daarvan ligt de focus op het aspect van de actie, of deze nu aan de gang is, voltooid of gewoon is.
Er zijn twee hoofdtijden in het Japans: verleden en niet-verleden. De verleden tijd geeft aan dat een actie al heeft plaatsgevonden, terwijl de niet-verleden tijd zowel huidige als toekomstige acties omvat. Binnen elke tijd zijn er verschillende werkwoordsvormen om verschillende aspecten van de actie uit te drukken.
De verleden tijd kan bijvoorbeeld worden uitgedrukt met behulp van de gewone verledenvorm, de beleefde verledenvorm of de te-vorm plus shimau, afhankelijk van het niveau van formaliteit en de nuance die u wilt overbrengen. Op dezelfde manier kan de niet-verleden tijd worden uitgedrukt met behulp van onder andere de gewone niet-verleden-vorm, de beleefde niet-verleden-vorm of de te-vorm.
Om tijden in het Japans te begrijpen, moet je niet alleen de werkwoordsvormen kennen, maar ook aandacht besteden aan de context en de specifieke deeltjes die in de zin worden gebruikt.
The most efficient way to learn a language
Try Talkpal for freeTalkpal is an AI-powered language tutor. It’s the most efficient way to learn a language. Chat about an unlimited amount of interesting topics either by writing or speaking while receiving messages with realistic voice.
Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US
© 2025 All Rights Reserved.