Tijden zijn een belangrijk aspect van de Estse grammatica omdat ze ons helpen de tijd en duur van een actie of toestand uit te drukken. In het Ests zijn er drie eenvoudige tijden: tegenwoordig, verleden en toekomst. Deze tijden worden gevormd door specifieke achtervoegsels aan de werkwoordstam toe te voegen.
De tegenwoordige tijd wordt gebruikt om acties of toestanden te beschrijven die op dit moment plaatsvinden of die in het algemeen waar zijn. Het wordt gevormd door het achtervoegsel “-b/-v” toe te voegen aan de werkwoordstam.
De verleden tijd wordt gebruikt om acties of toestanden te beschrijven die al hebben plaatsgevonden. Het wordt gevormd door het achtervoegsel “-s/-sid/-nud” toe te voegen aan de werkwoordstam, afhankelijk van de klinkerharmonie.
De toekomende tijd wordt gebruikt om acties of toestanden te beschrijven die in de toekomst zullen plaatsvinden. Het wordt gevormd door het achtervoegsel “-n/-vad” toe te voegen aan de werkwoordstam.
Naast deze eenvoudige tijden kent het Ests ook samengestelde tijden, zoals de perfecte, pluperfecte, en toekomstige perfecte. Deze tijden worden gevormd door het gebruik van de hulpwerkwoorden “olema” (zijn) en “olema hakkama” (worden).
Over het algemeen is het begrijpen van tijden in de Estse grammatica essentieel voor het nauwkeurig uitdrukken van tijd en duur in de taal.
De meest efficiënte manier om een taal te leren
Probeer Talkpal gratisTalkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.
Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US
© 2025 All Rights Reserved.