1. De *kuća* is groot. (Hint: Kroatisch woord voor “huis”, vrouwelijk geslacht, enkelvoud)
2. Mijn *pas* is verloren. (Hint: Kroatisch woord voor “hond”, mannelijk geslacht, enkelvoud)
3. Ik lees een *knjiga*. (Hint: Kroatisch woord voor “boek”, vrouwelijk geslacht, enkelvoud)
4. De *auto* staat buiten. (Hint: Kroatisch woord voor “auto”, vrouwelijk geslacht, enkelvoud)
5. Zijn *sto* is oud. (Hint: Kroatisch woord voor “tafel”, mannelijk geslacht, enkelvoud)
6. Zij draagt een *haljina*. (Hint: Kroatisch woord voor “jurk”, vrouwelijk geslacht, enkelvoud)
7. Hij drinkt uit een *čaša*. (Hint: Kroatisch woord voor “glas”, vrouwelijk geslacht, enkelvoud)
8. De *grad* is mooi. (Hint: Kroatisch woord voor “stad”, mannelijk geslacht, enkelvoud)
9. Ik heb een nieuwe *telefon*. (Hint: Kroatisch woord voor “telefoon”, mannelijk geslacht, enkelvoud)
10. De *ptica* zingt. (Hint: Kroatisch woord voor “vogel”, vrouwelijk geslacht, enkelvoud)

1. De *kuće* zijn groot. (Hint: Meervoud van “huis” in het Kroatisch, vrouwelijk geslacht)
2. Mijn *psi* spelen buiten. (Hint: Meervoud van “hond” in het Kroatisch, mannelijk geslacht)
3. Ik lees veel *knjige*. (Hint: Meervoud van “boek” in het Kroatisch, vrouwelijk geslacht)
4. De *automobili* zijn snel. (Hint: Meervoud van “auto” in het Kroatisch, mannelijk geslacht)
5. Zijn *stolovi* zijn oud. (Hint: Meervoud van “tafel” in het Kroatisch, mannelijk geslacht)
6. Zij draagt mooie *haljine*. (Hint: Meervoud van “jurk” in het Kroatisch, vrouwelijk geslacht)
7. Hij drinkt uit schone *čaše*. (Hint: Meervoud van “glas” in het Kroatisch, vrouwelijk geslacht)
8. De *gradovi* zijn groot. (Hint: Meervoud van “stad” in het Kroatisch, mannelijk geslacht)
9. Ik heb nieuwe *telefoni*. (Hint: Meervoud van “telefoon” in het Kroatisch, mannelijk geslacht)
10. De *ptice* vliegen hoog. (Hint: Meervoud van “vogel” in het Kroatisch, vrouwelijk geslacht)