1. मैं रोज़ स्कूल *जाता* हूँ (gebruik de juiste vervoeging van जाना in de tegenwoordige tijd, enkelvoud, mannelijk).
2. वह खाना *खाती* है (gebruik de juiste vervoeging van खाना in de tegenwoordige tijd, enkelvoud, vrouwelijk).
3. तुम बाजार *जाते* हो (gebruik de juiste vervoeging van जाना in de tegenwoordige tijd, meervoud of beleefdheidsvorm).
4. हम पुस्तक *पढ़ते* हैं (gebruik de juiste vervoeging van पढ़ना in de tegenwoordige tijd, meervoud, mannelijk).
5. वे पानी *पीते* हैं (gebruik de juiste vervoeging van पीना in de tegenwoordige tijd, meervoud, mannelijk).
6. मैं रोज़ नाश्ता *खाता* हूँ (gebruik de juiste vervoeging van खाना in de tegenwoordige tijd, enkelvoud, mannelijk).
7. वह स्कूल में पढ़ाई *करती* है (gebruik de juiste vervoeging van करना in de tegenwoordige tijd, enkelvoud, vrouwelijk).
8. बच्चे बगीचे में खेल *खेलते* हैं (gebruik de juiste vervoeging van खेलना in de tegenwoordige tijd, meervoud, mannelijk).
9. आप किताबें *पढ़ते* हैं (gebruik de juiste vervoeging van पढ़ना in de tegenwoordige tijd, beleefdheidsvorm).
10. हम हर दिन व्यायाम *करते* हैं (gebruik de juiste vervoeging van करना in de tegenwoordige tijd, meervoud, mannelijk).

1. मैं कल बाज़ार *गया* था (gebruik de juiste vervoeging van जाना in de verleden tijd, enkelvoud, mannelijk).
2. वह किताब *पढ़ी* थी (gebruik de juiste vervoeging van पढ़ना in de verleden tijd, enkelvoud, vrouwelijk).
3. तुमने खाना *खा* लिया (gebruik de juiste vervoeging van खाना in de verleden tijd, enkelvoud, mannelijk).
4. हम सब ने मिलकर खेल *किया* (gebruik de juiste vervoeging van करना in de verleden tijd, meervoud, mannelijk).
5. वे लोग फिल्म *देखी* (gebruik de juiste vervoeging van देखना in de verleden tijd, meervoud, vrouwelijk).
6. मैं सुबह जल्दी *उठा* था (gebruik de juiste vervoeging van उठना in de verleden tijd, enkelvoud, mannelijk).
7. उसने मेहनत से काम *किया* (gebruik de juiste vervoeging van करना in de verleden tijd, enkelvoud, mannelijk).
8. बच्चे पार्क में खेल *खेल* रहे थे (gebruik de juiste vervoeging van खेलना in de verleden tijd, meervoud, mannelijk).
9. आपने पत्र *लिखा* था (gebruik de juiste vervoeging van लिखना in de verleden tijd, beleefdheidsvorm).
10. हम कल बाजार गए और मिठाई *खाई* (gebruik de juiste vervoeging van खाना in de verleden tijd, meervoud, mannelijk).