Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Voorzetsels van richtingoefeningen voor Thaise grammatica

In deze oefeningen leer je hoe je de juiste voorzetsels van richting in het Thais gebruikt. Deze voorzetsels geven aan naar welke kant, plaats of bestemming iemand of iets beweegt. Let goed op het gebruik van woorden die “naar”, “in”, “uit”, “langs” en “tegen” betekenen in de context van bewegen of richting aangeven.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Voorzetsels van richting – Oefening 1

1. Ik ga *naar* de markt. (Gebruik het voorzetsel dat beweging naar een plaats aangeeft)
2. Zij loopt *naar* huis. (Gebruik het voorzetsel voor beweging richting een bestemming)
3. We reizen *naar* Bangkok. (Voorzetsel voor richting van reizen)
4. Hij gaat *in* het gebouw. (Voorzetsel dat beweging naar binnen aangeeft)
5. De kat springt *op* de tafel. (Voorzetsel dat beweging naar een hoger oppervlak aangeeft)
6. Zij rent *uit* het park. (Voorzetsel dat beweging naar buiten of buitenkant aangeeft)
7. De vogel vliegt *over* het meer. (Voorzetsel dat beweging over iets heen aanduidt)
8. Jij loopt *langs* de rivier. (Voorzetsel dat beweging langs een lijn of rand aangeeft)
9. Wij gaan *tegen* de muur staan. (Voorzetsel dat een plek dichtbij en tegen iets aangeeft)
10. Hij springt *van* de trap af. (Voorzetsel dat beweging van een hoger punt naar beneden aanduidt)

Voorzetsels van richting – Oefening 2

1. De jongen rent *naar* school. (Gebruik het voorzetsel dat richting een doel aangeeft)
2. Zij gaat *in* de kamer zitten. (Voorzetsel voor beweging naar binnen)
3. Wij wandelen *langs* het strand. (Voorzetsel dat beweging langs een grens of rand aanduidt)
4. De hond rent *uit* het huis. (Voorzetsel dat beweging naar buiten aangeeft)
5. Hij klimt *op* de berg. (Voorzetsel dat beweging naar boven aangeeft)
6. De vis zwemt *in* de rivier. (Voorzetsel dat plaats in een ruimte aanduidt)
7. Zij loopt *over* de brug. (Voorzetsel voor beweging over iets heen)
8. Ik ga *tegen* de boom staan. (Voorzetsel voor dichtbij en tegen iets aan)
9. De man springt *van* de stoep. (Voorzetsel dat beweging van een plek naar beneden aangeeft)
10. Wij rijden *naar* het station. (Voorzetsel dat beweging richting een locatie aangeeft)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot