Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Voorzetsels van instrumenten Oefeningen voor Maori Grammatica

In deze oefeningen leer je hoe je voorzetsels gebruikt om aan te geven met welk instrument of middel iets gebeurt in het Maori. Let goed op het juiste voorzetsel dat hoort bij het gebruikte instrument of middel.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Voorzetsels van instrumenten – Oefening 1

1. Hy gebruik *te* die potlood om te skryf. (Gebruik het voorzetsel dat aangeeft met welk instrument iets gedaan wordt)
2. Sy speel *met* die kitaar baie goed. (Welk voorzetsel gebruik je om aan te geven dat iets met een instrument gebeurt?)
3. Hulle eet *met* die vurk en mes. (Welk voorzetsel gebruik je bij eetgerei?)
4. Ek teken *met* die pen op die papier. (Welk voorzetsel hoort bij het middel waarmee je tekent?)
5. Jy kan die deur oopmaak *met* die sleutel. (Welk voorzetsel geeft aan wat je gebruikt om de deur te openen?)
6. Sy skryf *met* die rekenaar se sleutelbord. (Gebruik het voorzetsel dat bij een instrument of middel hoort)
7. Ons reis *met* die motor na die dorp. (Welk voorzetsel gebruik je om het vervoermiddel aan te duiden?)
8. Hy maak die potjie oop *met* die lepel. (Geef het voorzetsel dat aangeeft waarmee iets wordt gedaan)
9. Ek luister na musiek *met* die koptelefoon. (Welk voorzetsel hoort bij het gebruik van een apparaat?)
10. Sy maak die houtstuk vas *met* die spykers en hamer. (Welk voorzetsel geef je bij het gebruik van gereedschap?)

Voorzetsels van instrumenten – Oefening 2

1. Hy skryf *met* die potlood in sy boek. (Welk voorzetsel hoort bij het schrijven met een instrument?)
2. Sy maak die tekening *met* die verf. (Gebruik het voorzetsel dat het middel aangeeft)
3. Hulle maak die kos *met* die mes en vurk. (Welk voorzetsel gebruik je bij het gebruik van eetgerei?)
4. Ek speel *met* die bal in die park. (Welk voorzetsel hoort bij het gebruik van een object?)
5. Jy kan die brief skryf *met* die rekenaar. (Welk voorzetsel hoort bij een elektronisch apparaat?)
6. Sy maak die muur vas *met* die spykers. (Welk voorzetsel gebruik je bij gereedschap?)
7. Ons maak die vuur aan *met* die aansteker. (Welk voorzetsel hoort bij het gebruik van een hulpmiddel?)
8. Hy teken *met* die kryt op die bord. (Welk voorzetsel hoort bij het gebruik van een tekenmiddel?)
9. Ek sny die brood *met* die mes. (Welk voorzetsel hoort bij het gebruik van een snij-instrument?)
10. Sy lees die boek *met* die bril. (Welk voorzetsel hoort bij het gebruik van een hulpmiddel?)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot