Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Voorzetsels van bewegingsoefeningen voor de Welshe grammatica

In deze oefeningen leer je voorzetsels van beweging in het Welsh. Deze voorzetsels geven aan hoe iemand of iets van de ene plaats naar de andere beweegt, zoals ‘naar’, ‘in’, ‘uit’, ‘over’ en ‘onder’. De zinnen bevatten een hint in het Nederlands om je te helpen het juiste voorzetsel te kiezen en correct te gebruiken in de context van beweging.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Voorzetsels van beweging – Oefening 1

1. Hij loopt *naar* de winkel. (Kies het voorzetsel dat beweging naar een plek aanduidt.)
2. Zij klimt *in* de auto. (Gebruik het voorzetsel dat beweging naar binnen aangeeft.)
3. De kat springt *uit* de doos. (Welk voorzetsel gebruik je voor beweging uit een ruimte?)
4. Wij gaan *over* de brug. (Welk voorzetsel geeft beweging over iets aan?)
5. De kinderen rennen *onder* de tafel door. (Kies het voorzetsel dat beweging onder iets door aangeeft.)
6. De vogel vliegt *naar* het nest. (Gebruik het voorzetsel van richting naar een doel.)
7. Zij stapt *uit* de trein. (Welk voorzetsel gebruik je voor uit een vervoermiddel stappen?)
8. Hij klimt *op* de heuvel. (Kies het voorzetsel dat beweging omhoog aanduidt.)
9. Wij lopen *langs* het meer. (Welk voorzetsel betekent bewegen langs iets?)
10. De hond springt *in* het water. (Gebruik het voorzetsel dat beweging naar binnen in iets vloeibaars aangeeft.)

Voorzetsels van beweging – Oefening 2

1. De man gaat *naar* het station. (Kies het voorzetsel dat richting of bestemming aangeeft.)
2. Het kind kruipt *onder* het bed. (Gebruik het voorzetsel dat beweging naar een lagere positie onder iets aanduidt.)
3. Zij loopt *uit* het huis. (Welk voorzetsel gebruik je voor beweging uit een gebouw?)
4. De fiets rijdt *over* de weg. (Kies het voorzetsel dat beweging over een oppervlak aangeeft.)
5. Hij springt *op* de trampoline. (Welk voorzetsel duidt beweging omhoog op een object aan?)
6. De postbode loopt *langs* de straat. (Gebruik het voorzetsel dat langs een lijn of pad bewegen betekent.)
7. De muis rent *in* het hol. (Kies het voorzetsel dat beweging naar binnen in een ruimte betekent.)
8. Zij klimt *uit* het raam. (Welk voorzetsel gebruik je voor beweging uit een opening?)
9. Wij rijden *naar* het strand. (Kies het voorzetsel van richting of bestemming.)
10. De eend zwemt *onder* de brug. (Gebruik het voorzetsel dat beweging onder iets door betekent.)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot