Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Voorzetsels van bewegingsoefeningen voor de Hongaarse grammatica

In deze oefeningen oefen je met voorzetsels van beweging in de Hongaarse grammatica. Deze voorzetsels geven aan hoe en waar iemand of iets beweegt, bijvoorbeeld ‘naar’, ‘van’, ‘langs’, of ‘door’. Let goed op het gebruik van de juiste voorzetsels bij verschillende werkwoorden die beweging aangeven.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Voorzetsels van beweging – Oefening 1

1. Ik loop *naar* het park toe. (Gebruik het voorzetsel dat beweging naar een plaats uitdrukt.)
2. Hij fietst *langs* het meer. (Gebruik het voorzetsel dat beweging langs iets aangeeft.)
3. Wij gaan *door* het bos wandelen. (Gebruik het voorzetsel dat beweging door een ruimte uitdrukt.)
4. De kat springt *op* de tafel. (Gebruik het voorzetsel dat beweging naar een oppervlak aangeeft.)
5. Jullie rijden *van* de stad naar het dorp. (Gebruik het voorzetsel dat beweging weg van een plaats uitdrukt.)
6. Zij rent *om* het huis heen. (Gebruik het voorzetsel dat beweging rond iets uitdrukt.)
7. Ik klim *in* de boom. (Gebruik het voorzetsel dat beweging naar binnen of omhoog in iets aangeeft.)
8. Hij stapt *uit* de bus. (Gebruik het voorzetsel dat beweging uit een voertuig of plaats uitdrukt.)
9. Wij lopen *over* de brug. (Gebruik het voorzetsel dat beweging over iets heen aangeeft.)
10. De hond rent *naar* zijn baasje toe. (Gebruik het voorzetsel dat beweging naar iemand toe uitdrukt.)

Voorzetsels van beweging – Oefening 2

1. Zij springt *van* de bank af. (Gebruik het voorzetsel dat beweging weg van een plek uitdrukt.)
2. Ik ga *naar* school lopen. (Gebruik het voorzetsel dat beweging naar een bestemming uitdrukt.)
3. De kinderen rennen *langs* de rivier. (Gebruik het voorzetsel dat beweging langs iets aangeeft.)
4. Hij wandelt *door* het park. (Gebruik het voorzetsel dat beweging door een gebied uitdrukt.)
5. Wij stappen *in* de trein. (Gebruik het voorzetsel dat beweging naar binnen van een voertuig aangeeft.)
6. Jullie rijden *over* de snelweg. (Gebruik het voorzetsel dat beweging over iets heen uitdrukt.)
7. De vogel vliegt *om* de boom heen. (Gebruik het voorzetsel dat beweging rond iets uitdrukt.)
8. Ik klim *op* het dak. (Gebruik het voorzetsel dat beweging naar boven op iets uitdrukt.)
9. Hij loopt *uit* het café. (Gebruik het voorzetsel dat beweging uit een gebouw uitdrukt.)
10. Zij fietst *van* het strand weg. (Gebruik het voorzetsel dat beweging weg van een plaats uitdrukt.)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot