Vervoeging van het werkwoord “быць” (zijn) in tegenwoordige tijd
2. Мы *ёсць* сябры. (Tegenwoordige tijd, eerste persoon meervoud)
3. Ты *ёсць* студэнт. (Tegenwoordige tijd, tweede persoon enkelvoud)
4. Я *ёсць* на працы. (Tegenwoordige tijd, eerste persoon enkelvoud)
5. Яны *ёсць* у школе. (Tegenwoordige tijd, derde persoon meervoud)
6. Вы *ёсць* на канферэнцыі. (Tegenwoordige tijd, tweede persoon meervoud)
7. Ён і яна *ёсць* разам. (Tegenwoordige tijd, derde persoon meervoud)
8. Ты і я *ёсць* сябры. (Tegenwoordige tijd, eerste persoon meervoud)
9. Мы *ёсць* у парку. (Tegenwoordige tijd, eerste persoon meervoud)
10. Яны *ёсць* дома. (Tegenwoordige tijd, derde persoon meervoud)
Vervoeging van het werkwoord “пісаць” (schrijven) in verleden tijd
2. Я *пісала* кнігу мінулым годам. (Verleden tijd, eerste persoon enkelvoud vrouwelijk)
3. Мы *пісалі* дзённік разам. (Verleden tijd, eerste persoon meervoud)
4. Ты *пісаў* паведамленне раніцай. (Verleden tijd, tweede persoon enkelvoud mannelijk)
5. Яна *пісала* артыкул для газеты. (Verleden tijd, derde persoon enkelvoud vrouwelijk)
6. Яны *пісалі* заданне разам. (Verleden tijd, derde persoon meervoud)
7. Вы *пісалі* справаздачу учора. (Verleden tijd, tweede persoon meervoud)
8. Ты *пісала* ліст маме. (Verleden tijd, tweede persoon enkelvoud vrouwelijk)
9. Ён *пісаў* верш на ўроку. (Verleden tijd, derde persoon enkelvoud mannelijk)
10. Мы *пісалі* план праекта. (Verleden tijd, eerste persoon meervoud)