Vergelijkingsoefeningen voor indicatieve/subjunctieve woorden in het Hindi – Oefening 1
2. मैं जानता हूँ कि वह *खाता* है। (Gebruik de indicatieve vorm van “eten” voor een feit).
3. अगर वह समय पर *पहुंचे* तो हम मिलेंगे। (Gebruik de subjunctieve vorm van “aankomen” voor een voorwaarde).
4. वह सोचता है कि मैं *सही हूँ*। (Gebruik de indicatieve vorm van “zijn” om zekerheid uit te drukken).
5. मुझे उम्मीद है कि तुम *समझो*गे। (Gebruik de subjunctieve vorm van “begrijpen” bij een hoop/wens).
6. उन्होंने कहा कि वह कल *आएगा*। (Gebruik de indicatieve vorm van “komen” om een verklaring te geven).
7. अगर वह मेहनत करे तो वह *जीतेगा*। (Gebruik de subjunctieve vorm van “winnen” in een voorwaardelijke zin).
8. मुझे लगता है कि तुम *खेलते* हो। (Gebruik de indicatieve vorm van “spelen” om een veronderstelling te maken).
9. वह चाहता है कि मैं उसके साथ *जाऊँ*। (Gebruik de subjunctieve vorm van “gaan” om een wens uit te drukken).
10. वह कहता है कि मैं सही *हूँ*। (Gebruik de indicatieve vorm van “zijn” om een feit te bevestigen).
Vergelijkingsoefeningen voor indicatieve/subjunctieve woorden in het Hindi – Oefening 2
2. मैं जानता हूँ कि वह स्कूल *जाता* है। (Gebruik de indicatieve vorm van “gaan” om een feit te beschrijven).
3. वह चाहता है कि हम उसके साथ *खेलें*। (Gebruik de subjunctieve vorm van “spelen” om een wens uit te drukken).
4. मुझे लगता है कि वे कल *आएंगे*। (Gebruik de indicatieve vorm van “komen” om een verwachting uit te drukken).
5. अगर वह मेहनत न करे तो वह *हार जाएगा*। (Gebruik de subjunctieve vorm van “verliezen” in een voorwaardelijke zin).
6. उसने कहा कि मैं बहुत अच्छा *करता* हूँ। (Gebruik de indicatieve vorm van “doen” om een feit te bevestigen).
7. वह चाहता है कि मैं जल्दी *सो जाऊँ*। (Gebruik de subjunctieve vorm van “slapen” om een wens uit te drukken).
8. मुझे उम्मीद है कि हम सफल *होेंगे*। (Gebruik de subjunctieve vorm van “zijn” bij hoop op succes).
9. वह सोचता है कि मैं यहाँ *रहता* हूँ। (Gebruik de indicatieve vorm van “wonen” om een veronderstelling te maken).
10. अगर तुम मेहनत करो तो तुम *पाओगे*। (Gebruik de subjunctieve vorm van “krijgen” in een voorwaardelijke zin).