Toekomende tijd: eenvoudige toekomstige tijd in Kannada
2. Jij *ಬರೆಯುತ್ತೀಯ* (bareyuttīya) een brief volgende week. (Gebruik de eenvoudige toekomstige tijd van ‘schrijven’)
3. Hij *ತಿನ್ನುತ್ತಾನೆ* (tinnuttāne) straks lunch. (Gebruik de eenvoudige toekomstige tijd van ‘eten’)
4. Wij *ಹೋಗುತ್ತೇವೆ* (hōguttēve) morgen naar de markt. (Gebruik de eenvoudige toekomstige tijd van ‘gaan’)
5. Jullie *ನೋಡುತ್ತೀರಿ* (nōduuttīri) een film vanavond. (Gebruik de eenvoudige toekomstige tijd van ‘kijken’)
6. Zij *ಕೇಳುತ್ತಾರೆ* (kēḷuttāre) het nieuws morgen. (Gebruik de eenvoudige toekomstige tijd van ‘luisteren’)
7. Ik *ನಿಂತುಕೊಳ್ಳುತ್ತೇನೆ* (nintukoḷḷuttēne) bij de bushalte over een uur. (Gebruik de eenvoudige toekomstige tijd van ‘wachten’)
8. Jij *ಹುಡುಕುತ್ತೀಯ* (huḍukuttīya) je sleutels straks. (Gebruik de eenvoudige toekomstige tijd van ‘zoeken’)
9. Hij *ಕೇಳುವನು* (kēḷuvanu) het antwoord morgen. (Gebruik de eenvoudige toekomstige tijd van ‘vragen’)
10. Wij *ಬರುತ್ತೇವೆ* (baruttēve) volgende week terug. (Gebruik de eenvoudige toekomstige tijd van ‘komen’)
Toekomende tijd: samengestelde vormen en intenties in Kannada
2. Jij *ಬರೆಯಲಿದ್ದೀಯ* (bareyaliddīya) een rapport volgende maand. (Gebruik de samengestelde toekomstige tijd om intentie aan te geven)
3. Hij *ತಿನ್ನಲಿದ್ದಾನೆ* (tinnaliddāne) straks met ons mee. (Gebruik de samengestelde toekomstige tijd om intentie aan te geven)
4. Wij *ಹೋಗಲಿದ್ದೇವೆ* (hōgaliddēve) naar het feest volgende week. (Gebruik de samengestelde toekomstige tijd om intentie aan te geven)
5. Jullie *ನೋಡಲಿದ್ದೀರಿ* (nōdaliddīri) het nieuwe programma vanavond. (Gebruik de samengestelde toekomstige tijd om intentie aan te geven)
6. Zij *ಕೇಳಲಿದ್ದಾರೆ* (kēḷaliddāre) de instructies morgen. (Gebruik de samengestelde toekomstige tijd om intentie aan te geven)
7. Ik *ನಿಂತುಕೊಳ್ಳಲಿದ್ದೇನೆ* (nintukoḷḷaliddēne) bij het station over een uur. (Gebruik de samengestelde toekomstige tijd om intentie aan te geven)
8. Jij *ಹುಡುಕಲಿದ್ದೀಯ* (huḍukaliddīya) je documenten straks. (Gebruik de samengestelde toekomstige tijd om intentie aan te geven)
9. Hij *ಕೇಳಲಿರುವನು* (kēḷaliruvanu) morgen het antwoord. (Gebruik de samengestelde toekomstige tijd om geplande actie aan te geven)
10. Wij *ಬರುವುದಾಗಿ ಇದ್ದೇವೆ* (baruvudāgi iddēve) volgende week terugkomen. (Gebruik de samengestelde vorm met ‘iddēve’ voor zekerheid/voornemen)