Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Start learning

Vergelijking van oefeningen met eenvoudige tijden voor Marathi-grammatica

In deze oefeningen vergelijken we eenvoudige tijden in de Marathi-grammatica. Je leert om zinnen correct te vervoegen in de tegenwoordige tijd, verleden tijd en toekomstige tijd door de juiste vorm van het werkwoord te kiezen. Elke zin bevat een hint in het Nederlands die je helpt het juiste werkwoordstijd te gebruiken.

The most efficient way to learn a language

Try Talkpal for free

Oefening 1: Tegenwoordige tijd in Marathi

1. I *khato* (eten) daily. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘eten’ voor een mannelijke spreker.)
2. She *pote* (lezen) a book now. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘lezen’ voor een vrouwelijke spreker.)
3. We *jalto* (drinken) water every morning. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘drinken’ voor een mannelijke spreker.)
4. They *khelatat* (spelen) cricket on weekends. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘spelen’ voor meervoud.)
5. You (singular) *bolto* (spreken) Marathi well. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘spreken’ voor een mannelijke spreker.)
6. He *ahe* (zijn) happy today. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘zijn’ voor derde persoon enkelvoud.)
7. She *karte* (doen) her homework now. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘doen’ voor een vrouwelijke spreker.)
8. I *yeato* (komen) home every evening. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘komen’ voor een mannelijke spreker.)
9. You (plural) *saangta* (vertellen) stories nicely. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘vertellen’ voor meervoud.)
10. They *vachatat* (wachten) for the bus. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van ‘wachten’ voor meervoud.)

Oefening 2: Verleden en toekomstige tijd in Marathi

1. I *kela* (doen) my homework yesterday. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘doen’ voor een mannelijke spreker.)
2. She *aali* (komen) late last night. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘komen’ voor een vrouwelijke spreker.)
3. We *jalale* (drinken) tea in the morning. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘drinken’ voor meervoud.)
4. They *khelale* (spelen) football last Sunday. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘spelen’ voor meervoud.)
5. You (singular) *bolala* (spreken) to him yesterday. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘spreken’ voor een mannelijke spreker.)
6. He *hotil* (zal zijn) happy tomorrow. (Hint: Gebruik de toekomstige tijd van ‘zijn’ voor derde persoon enkelvoud.)
7. She *karil* (zal doen) her work soon. (Hint: Gebruik de toekomstige tijd van ‘doen’ voor een vrouwelijke spreker.)
8. I *yein* (zal komen) home tomorrow. (Hint: Gebruik de toekomstige tijd van ‘komen’ voor een mannelijke spreker.)
9. You (plural) *saangtil* (zal vertellen) stories tomorrow. (Hint: Gebruik de toekomstige tijd van ‘vertellen’ voor meervoud.)
10. They *vachtil* (zal wachten) for the train. (Hint: Gebruik de toekomstige tijd van ‘wachten’ voor meervoud.)
Download talkpal app
Learn anywhere anytime

Talkpal is an AI-powered language tutor. It’s the most efficient way to learn a language. Chat about an unlimited amount of interesting topics either by writing or speaking while receiving messages with realistic voice.

QR Code
App Store Google Play
Get in touch with us

Talkpal is a GPT-powered AI language teacher. Boost your speaking, listening, writing, and pronunciation skills – Learn 5x Faster!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Languages

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot