Vergelijkende bijvoeglijke naamwoordoefeningen – Deel 1
2. Mijn huis is *mai mare* dan dat van mijn broer. (Hint: ‘mare’ betekent groot, vergelijk het met ‘mai’ om groter te maken.)
3. Het boek is *mai interesant* dan de film. (Hint: Voeg ‘mai’ toe voor ‘interesant’ om te vergelijken.)
4. Zij is *mai tânără* dan haar zus. (Hint: ’tânără’ betekent jong, gebruik ‘mai’ voor jonger.)
5. Deze weg is *mai scurtă* dan de andere. (Hint: Gebruik ‘mai’ plus het vrouwelijke bijvoeglijk naamwoord omdat ‘drum’ vrouwelijk is.)
6. Mijn hond is *mai prietenos* dan de jouwe. (Hint: ‘prietenos’ betekent vriendelijk, vergelijk met ‘mai’.)
7. Het weer vandaag is *mai frumos* dan gisteren. (Hint: ‘frumos’ betekent mooi, gebruik ‘mai’ voor mooier.)
8. De appel is *mai dulce* dan de sinaasappel. (Hint: ‘dulce’ betekent zoet, vergelijk met ‘mai’.)
9. Dit examen is *mai greu* dan het vorige. (Hint: ‘greu’ betekent moeilijk, gebruik ‘mai’ voor moeilijker.)
10. De kamer is *mai curată* dan de keuken. (Hint: ‘curată’ betekent schoon, gebruik ‘mai’ voor schoner.)
Vergelijkende bijvoeglijke naamwoordoefeningen – Deel 2
2. Deze film is *mai lungă* dan de vorige. (Hint: ‘lungă’ betekent lang, gebruik ‘mai’ voor langer.)
3. De stad is *mai aglomerată* dan het dorp. (Hint: ‘aglomerată’ betekent druk, gebruik ‘mai’ voor drukker.)
4. Haar jas is *mai caldă* dan die van jou. (Hint: ‘caldă’ betekent warm, vergelijk met ‘mai’.)
5. Het water is *mai rece* dan gisteren. (Hint: ‘rece’ betekent koud, gebruik ‘mai’ voor kouder.)
6. De leraar is *mai înțelept* dan de student. (Hint: ‘înțelept’ betekent wijs, gebruik ‘mai’ voor wijzer.)
7. Dit probleem is *mai simplu* dan het vorige. (Hint: ‘simplu’ betekent eenvoudig, gebruik ‘mai’ voor eenvoudiger.)
8. Haar haar is *mai lung* dan dat van haar zus. (Hint: ‘lung’ betekent lang, gebruik ‘mai’ voor langer.)
9. Deze taart is *mai dulce* dan die van gisteren. (Hint: ‘dulce’ betekent zoet, gebruik ‘mai’ voor zoeter.)
10. De nieuwe student is *mai timid* dan de andere. (Hint: ’timid’ betekent verlegen, gebruik ‘mai’ voor verlegener.)