Tweede voorwaardelijke zinnen – oefening 1
2. Als jij meer tijd *داشت* (had), zouden we samen reizen.
3. Als hij harder *کار میکرد* (werkte), zou hij promotie krijgen.
4. Als wij in Iran *زندگی میکردیم* (woonden), zouden we vaak familiebezoek brengen.
5. Als zij beter *درس میخواند* (studeerde), zou ze slagen.
6. Als jij hier *بودی* (was), zouden we samen eten.
7. Als ik de waarheid *میدانستم* (wist), zou ik het je zeggen.
8. Als zij meer geld *داشتند* (hadden), zouden ze een auto kopen.
9. Als hij niet zo druk *بود* (was), zou hij met ons meegaan.
10. Als wij dichter bij de zee *زندگی میکردیم* (woonden), zouden we vaak zwemmen.
Tweede voorwaardelijke zinnen – oefening 2
2. Als ik meer tijd *داشتم* (had), zou ik een boek schrijven.
3. Als zij hier *میماند* (bleef), zouden we samen koffie drinken.
4. Als hij meer geld *داشت* (had), zou hij een nieuwe fiets kopen.
5. Als wij eerder *رسیدیم* (aankwamen), zouden we de film niet missen.
6. Als jij niet zo moe *بودی* (was), zouden we wandelen gaan.
7. Als ik beter *فهمیدم* (begrijp), zou ik je helpen.
8. Als zij meer aandacht *میدادند* (gaven), zouden ze beter presteren.
9. Als hij niet ziek *بود* (was), zou hij naar school gaan.
10. Als wij in een groter huis *زندگی میکردیم* (woonden), zouden we meer gasten uitnodigen.