Tweede voorwaardelijke zinnen oefenen – Deel 1
2. Ti *bi* znao odgovor da si slušao pažljivije. (Hint: gebruik ‘bi’ voor jij in de voorwaardelijke wijs)
3. On *bi* otišao na more ako bi imao novca. (Hint: gebruik ‘bi’ met hij/zij in de voorwaardelijke wijs)
4. Mi *bismo* kupili kuću ako bismo imali dovoljno novca. (Hint: gebruik ‘bismo’ voor wij in de voorwaardelijke wijs)
5. Vi *biste* učili više ako biste imali motivaciju. (Hint: gebruik ‘biste’ voor jullie/u in de voorwaardelijke wijs)
6. Oni *bi* putovali češće da nisu zauzeti. (Hint: gebruik ‘bi’ voor zij in de voorwaardelijke wijs)
7. Ako *bih* znao, rekao bih ti odmah. (Hint: eerste persoon enkelvoud van de voorwaardelijke wijs)
8. Ti *bi* mogao pomoći ako bi htio. (Hint: ‘bi’ met jij, plus een modaal werkwoord in voorwaardelijke zin)
9. Ako on *bi* bio tu, sve bi bilo lakše. (Hint: gebruik ‘bi’ met hij in de als-zin)
10. Mi *bismo* se radovali da smo zajedno. (Hint: gebruik ‘bismo’ met wij in de voorwaardelijke wijs)
Tweede voorwaardelijke zinnen oefenen – Deel 2
2. Ona *bi* pevala ako bi imala glas. (Hint: gebruik ‘bi’ met zij in de voorwaardelijke wijs)
3. Mi *bismo* otišli na izlet da nije bilo kiše. (Hint: gebruik ‘bismo’ met wij in de voorwaardelijke wijs)
4. Ako vi *biste* učili svaki dan, poboljšali biste se. (Hint: gebruik ‘biste’ met jullie/u in de voorwaardelijke wijs)
5. Oni *bi* igrali fudbal da su imali loptu. (Hint: gebruik ‘bi’ met zij in de voorwaardelijke wijs)
6. Ako ja *bih* znao istinu, rekao bih ti. (Hint: eerste persoon enkelvoud van de voorwaardelijke wijs)
7. Ti *bi* se osjećao bolje da si spavao više. (Hint: gebruik ‘bi’ met jij in de voorwaardelijke wijs)
8. On *bi* napisao pismo ako bi imao papir. (Hint: gebruik ‘bi’ met hij in de voorwaardelijke wijs)
9. Mi *bismo* kupili kola ako bismo imali novac. (Hint: gebruik ‘bismo’ met wij in de voorwaardelijke wijs)
10. Ako oni *bi* došli ranije, mogli bismo početi. (Hint: gebruik ‘bi’ met zij in de als-zin)