Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Top 50 Zweedse werkwoordoefeningen voor Zweedse grammatica

Deze oefeningen richten zich op Zweedse werkwoorden en hun vervoegingen in verschillende tijden en contexten. Door deze zinnen te oefenen, kunt u beter begrijpen hoe werkwoorden in het Zweeds worden gebruikt en vervoegd, wat essentieel is voor correcte grammatica.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Top 50 Zweedse werkwoordoefeningen voor Zweedse grammatica – Oefening 1: Tegenwoordige tijd

1. Jag *äter* frukost varje morgon. (Gebruik het werkwoord ‘äta’ in de tegenwoordige tijd).
2. Du *springer* snabbt i parken. (Gebruik het werkwoord ‘springa’ in de tegenwoordige tijd).
3. Han *läser* en bok just nu. (Gebruik het werkwoord ‘läsa’ in de tegenwoordige tijd).
4. Vi *bor* i Stockholm. (Gebruik het werkwoord ‘bo’ in de tegenwoordige tijd).
5. Ni *pratar* svenska mycket bra. (Gebruik het werkwoord ‘prata’ in de tegenwoordige tijd).
6. De *arbetar* på kontoret varje dag. (Gebruik het werkwoord ‘arbeta’ in de tegenwoordige tijd).
7. Hon *sover* åtta timmar varje natt. (Gebruik het werkwoord ‘sova’ in de tegenwoordige tijd).
8. Jag *skrattar* åt din historia. (Gebruik het werkwoord ‘skratta’ in de tegenwoordige tijd).
9. Du *köper* mat i butiken. (Gebruik het werkwoord ‘köpa’ in de tegenwoordige tijd).
10. Vi *går* till skolan tillsammans. (Gebruik het werkwoord ‘gå’ in de tegenwoordige tijd).

Top 50 Zweedse werkwoordoefeningen voor Zweedse grammatica – Oefening 2: Verleden tijd

1. Jag *gick* till affären igår. (Gebruik het werkwoord ‘gå’ in de verleden tijd).
2. Du *skrev* ett brev förra veckan. (Gebruik het werkwoord ‘skriva’ in de verleden tijd).
3. Han *spelade* fotboll i helgen. (Gebruik het werkwoord ‘spela’ in de verleden tijd).
4. Vi *bodde* i Göteborg förra året. (Gebruik het werkwoord ‘bo’ in de verleden tijd).
5. Ni *såg* en film igår kväll. (Gebruik het werkwoord ‘se’ in de verleden tijd).
6. De *sprang* snabbt till bussen. (Gebruik het werkwoord ‘springa’ in de verleden tijd).
7. Hon *lärde* sig svenska förra terminen. (Gebruik het werkwoord ‘lära’ in de verleden tijd).
8. Jag *åt* middag klockan sju. (Gebruik het werkwoord ‘äta’ in de verleden tijd).
9. Du *köpte* en ny bok i lördags. (Gebruik het werkwoord ‘köpa’ in de verleden tijd).
10. Vi *pratade* länge i telefon. (Gebruik het werkwoord ‘prata’ in de verleden tijd).
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot