Oefening 1: Toekomstige progressieve tijd gebruiken in Marathi
2. Zij *jhatkat asel* aan het dansen zijn tijdens het feest. (Vorm van “jhatpat karne” – snel doen)
3. Wij *khāṇyāsathi basat asūna* eten aan het bereiden zijn over een uur. (Vorm van “basne” – zitten)
4. Jij *shikhat asel* Marathi leren volgende week. (Vorm van “shikne” – leren)
5. De leraar *shikavat asel* de klas de hele ochtend. (Vorm van “shikvane” – onderwijzen)
6. Zij *vācakat asel* het verhaal vertellen later vandaag. (Vorm van “vāchane” – spreken)
7. Wij *khelat asūna asū* cricket spelen morgenmiddag. (Vorm van “khelne” – spelen)
8. Jij *pāhat asel* de film kijken in de avond. (Vorm van “pāhane” – kijken)
9. De kinderen *khēḷat asel* buiten spelen na schooltijd. (Vorm van “khēḷne” – spelen)
10. Hij *āhat asel* aan het lopen zijn naar huis over een half uur. (Vorm van “āhat” – lopen)
Oefening 2: Vul de juiste toekomstige progressieve vorm in Marathi in
2. Jij *bolat asel* met vrienden praten in de namiddag. (Vorm van “bolne” – spreken)
3. Wij *pāhat asūna asū* televisie kijken tijdens het weekend. (Vorm van “pāhane” – kijken)
4. Zij *zanat asel* de waarheid weten binnenkort. (Vorm van “janane” – weten)
5. Hij *khelat asel* voetbal spelen in het park. (Vorm van “khelne” – spelen)
6. De vrouw *khātat asel* eten koken voor het avondeten. (Vorm van “khāne” – eten)
7. Jij *shikhat asel* nieuwe woorden leren tijdens de les. (Vorm van “shikne” – leren)
8. Wij *vatat asūna* de bus nemen naar school morgen. (Vorm van “vatne” – nemen)
9. Zij *vatat asel* de telefoon opnemen over een minuut. (Vorm van “vatne” – nemen)
10. Hij *karat asel* zijn huiswerk maken na school. (Vorm van “karne” – doen)