Substantivierte Adjektive Oefeningen voor Duitse grammatica

Skill-focused language learning programme with grammar exercises

In de Duitse taal is het niet ongewoon dat adjectieven gebruikt worden als zelfstandige naamwoorden. Dit wordt substantivering genoemd. Wanneer een adjectief als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt, begint het met een hoofdletter. De betekenis van een zin kan veranderen afhankelijk van of een woord als een adjectief of als een zelfstandig naamwoord wordt gebruikt, dus het is belangrijk om dit onderscheid te kunnen maken. Bij substantivering worden adjectieven vaak gecombineerd met bepaalde of onbepaalde artikelen, bezittelijke voornaamwoorden of andere determinanten.

Deze oefeningen zijn ontworpen om te helpen bij het leren van het herkennen en correct gebruiken van substantieveerde adjectieven in het Duits. Studenten moeten het juiste vorm van het adjectief in de zin invullen en let op de hoofdletters en toepasselijke artikelen. Laten we beginnen met het oefenen van deze nuttige grammaticale structuur en je taalvaardigheden in het Duits verbeteren.

Oefening 1: Vervolledig de zinnen met het correct substantieveerde adjectief

Alles Gute zum Geburtstag, mein *Liebster*! (liefste)

Er hat immer Respekt vor dem *Alten* und Weisen. (oude)

Könnten Sie bitte das *Rohe* auf der anderen Seite anbraten? (rauwe)

Im Winter genießen wir die *Gemütlichkeit* zu Hause. (gezelllige)

Sie sucht immer das *Schöne* im Leben. (mooie)

Er bevorzugt das *Süße* gegenüber dem Sauren. (zoete)

Das *Gute* daran ist, dass wir jetzt mehr Zeit haben. (goede)

Er war bekannt für sein *Spontanes*. (spontane)

Du solltest das *Unbekannte* nicht fürchten. (onbekende)

Wir hoffen auf ein *Angenehmes* Klima im Urlaub. (aangename)

Bitte gib mir das *Kleine* da drüben. (kleine)

Das Kind hat Spaß am *Neuen* Spielzeug. (nieuwe)

Sie hat ein Kleid in einem ganz *Besonderen* Stil. (bijzondere)

Das *Deutsche* Bier ist weltweit bekannt. (Duitse)

Wir sollten das *Positive* dieser Situation sehen. (positieve)

Oefening 2: Kies het juiste substantieveerde adjectief uit de lijst

Die *Schwachen* brauchen unsere Unterstützung. (zwakken)

Im Herbst bewundern wir die *Bunten* Blätter. (bonte)

Das *Fremde* fasziniert die Menschen oft. (vreemde)

Wir müssen das *Wichtige* vom Unwichtigen unterscheiden. (belangrijke)

Ich interessiere mich sehr für das *Historische*. (historische)

Ein *Großes* Lob an das Team für ihre harte Arbeit! (grote)

Das *Ältere* Paar nebenan ist sehr freundlich. (oudere)

Sie zieht das *Einfache* dem Komplizierten vor. (eenvoudige)

Die *Kranken* müssen gut versorgt werden. (zieken)

Ich finde das *Lebendige* in dieser Stadt toll. (levendige)

Man sollte immer das *Rechte* tun. (juiste)

Die *Armen* sollen nicht vergessen werden. (armen)

Das *Feuchte* Wetter macht mir zu schaffen. (vochtige)

Nach dem Sturm sehen wir hoffentlich das *Sonnige*. (zonnige)

Er liest gerne Geschichten über das *Übernatürliche*. (bovennatuurlijke)

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller