Richtingscomplementenoefening 1: Basisrichtingen
2. 请你快点儿走*出来*,我们开始了。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “naar buiten komen”)
3. 妈妈叫我站*起来*。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “opstaan”)
4. 他昨天晚上很晚才走*回*家。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “teruggaan”)
5. 孩子们跑*进*了公园。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “naar binnen rennen”)
6. 请把书拿*出来*,我们一起读。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “naar buiten halen”)
7. 太阳慢慢地升*起来*了。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “opkomen”)
8. 他骑车骑*回*学校了。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “terugrijden”)
9. 小狗跳*进*了水里。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “erin springen”)
10. 她把信放*出来*让大家看。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “tevoorschijn halen”)
Richtingscomplementenoefening 2: Gecombineerde richtingen
2. 我们一起跑*回*家吧。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “samen teruggaan”)
3. 请把椅子搬*进去*。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “ergens naar binnen verplaatsen”)
4. 小猫跳*上来*了。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “omhoog springen naar spreker toe”)
5. 老师请学生站*起来*回答问题。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “opstaan”)
6. 他把垃圾扔*出去*。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “weggooien naar buiten”)
7. 我们走*进去*看看吧。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “ergens binnenlopen”)
8. 她开心地跳*起来*。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “springen van vreugde”)
9. 请你帮我把箱子搬*出去*。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “ergens buiten brengen”)
10. 小鸟飞*回*巢里了。(Hint: Gebruik het richtingscomplement voor “terugvliegen naar”)