Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Richting Voorzetsel Oefeningen voor Tamil Grammatica

Deze oefeningen richten zich op het gebruik van richting voorzetsels in de Tamil grammatica. Richting voorzetsels geven aan waar iemand of iets naartoe gaat. In Tamil worden deze voorzetsels vaak gecombineerd met werkwoorden om beweging of richting uit te drukken. Door deze oefeningen leer je hoe je de juiste voorzetsels gebruikt om correcte zinnen te vormen.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Richting Voorzetsel Oefening 1

1. Hij loopt *naar* de markt. (Gebruik het voorzetsel dat beweging naar een plek aangeeft.)
2. Wij reizen *naar* Chennai deze zomer. (Gebruik het voorzetsel voor bestemming.)
3. Zij fietst *naar* school elke dag. (Geef het voorzetsel voor richting van beweging.)
4. De kat springt *in* de doos. (Gebruik het voorzetsel dat binnen beweging aanduidt.)
5. Jij gaat *naar* het park om te spelen. (Gebruik het voorzetsel voor doelplaats.)
6. De vogels vliegen *naar* het zuiden in de winter. (Gebruik het voorzetsel voor richting.)
7. Wij rijden *naar* het strand in het weekend. (Gebruik het voorzetsel dat bestemming aangeeft.)
8. Zij rent *naar* de busstop om de bus te halen. (Gebruik het voorzetsel voor beweging naar een plek.)
9. Hij klimt *op* de berg. (Gebruik het voorzetsel dat beweging naar boven uitdrukt.)
10. De kinderen rennen *naar* de speeltuin na school. (Gebruik het voorzetsel dat richting aangeeft.)

Richting Voorzetsel Oefening 2

1. Ik ga *naar* huis na mijn werk. (Gebruik het voorzetsel voor beweging naar een locatie.)
2. Zij loopt *naar* de winkel om boodschappen te doen. (Gebruik het voorzetsel dat bestemming aangeeft.)
3. De trein vertrekt *uit* het station. (Gebruik het voorzetsel dat uitgang of vertrekpunt aangeeft.)
4. Wij wandelen *langs* het meer in de ochtend. (Gebruik het voorzetsel dat beweging langs iets aanduidt.)
5. Hij springt *in* het zwembad. (Gebruik het voorzetsel dat beweging naar binnen aanduidt.)
6. Zij rijdt *naar* het vliegveld voor haar vlucht. (Gebruik het voorzetsel dat bestemming aangeeft.)
7. De hond rent *achter* de bal aan. (Gebruik het voorzetsel dat beweging in de richting van iets betekent.)
8. Wij gaan *over* de brug naar het dorp. (Gebruik het voorzetsel dat beweging over iets aangeeft.)
9. Jij klimt *op* de trap om boven te komen. (Gebruik het voorzetsel dat beweging omhoog aanduidt.)
10. De kinderen lopen *naar* de klas na de pauze. (Gebruik het voorzetsel voor richting.)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot