Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Reflexive Verben Oefeningen voor Duitse grammatica

Reflexieve werkwoorden zijn een interessant en belangrijk onderdeel van de Duitse grammatica. Ze worden gebruikt wanneer het onderwerp van de zin hetzelfde is als het lijdend voorwerp. In het Nederlands wordt dit vaak uitgedrukt door ‘zich’ voor het werkwoord te plaatsen. Het beheersen van reflexieve werkwoorden is essentieel om correcte en natuurlijke Duitse zinnen te kunnen vormen.

Grammar guide for structuring language patterns 

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Deze oefeningen zijn ontworpen om je kennis van reflexieve werkwoorden in het Duits te testen en te verbeteren. Door de lege plekken in de volgende zinnen in te vullen, kun je oefenen met het correct gebruiken van deze werkwoorden in verschillende contexten. Doe je best en probeer eerst zonder hulp de juiste vorm te vinden voordat je spiekt!

Oefening 1: Vul de juiste reflexieve werkwoorden in

Ich *mich* (erinnere) immer an deinen Geburtstag.

Wir müssen *uns* (beeilen), sonst kommen wir zu spät!

Er *sich* (langweilt) nie in der Schule.

Sie *sich* (freut) schon auf den Urlaub.

Man muss *sich* (vorstellen) bevor das Gespräch beginnt.

Kinder, ihr müsst *euch* (waschen) vor dem Essen!

Ich hoffe, dass du *dich* (fühlst) schon besser.

Wie oft *du dich* (triffst) mit deinen Freunden?

Er könnte *sich* (verletzen), wenn er nicht vorsichtig ist.

Im Sommer *wir uns* (sonnen) gerne am Strand.

Es ist wichtig, dass man *sich* (entspannt) nach der Arbeit.

Sie *sich* (interessiert) für moderne Kunst.

Wann *ihr euch* (trefft) nächste Woche?

Ich kann *mich* (erholen) am besten in den Bergen.

Mein Bruder *sich* (rasiert) jeden Morgen.

Oefening 2: Kies de juiste reflexieve voornaamwoorden

Hast du *dich* (sich/mich) schon entschieden, was du studieren möchtest?

Sie haben *sich* (euch/sich) gestern im Kino getroffen.

Morgen werde ich *mich* (sich/mich) mit einem alten Freund treffen.

Die Kinder müssen *sich* (uns/sich) für die Schule fertig machen.

Können Sie *sich* (mich/sich) bitte kurz vorstellen?

Warum freust du *dich* (dir/dich) nicht auf das Fest?

Wir sollten *uns* (euch/uns) beeilen, um den Bus zu bekommen.

Kannst du *dich* (dir/dich) an unser letztes Gespräch erinnern?

Setzt *euch* (euch/sie) bitte, das Essen ist fertig.

Man muss *sich* (euch/sich) im Leben manchmal entscheiden.

Sie wäscht *sich* (ihr/sich) das Gesicht jeden Morgen.

Ich kaufe *mir* (mir/sie) ein neues Fahrrad nächsten Monat.

Wir amüsieren *uns* (euch/uns) immer gut zusammen.

Warum putzt du *dir* (dir/dich) nicht die Zähne?

Sie setzt *sich* (sich/sie) immer für andere Menschen ein.

Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot