In deze oefening gaan we ons concentreren op de ‘vragen indirectes’ of indirecte vragen in de Franse taal. Dit is een belangrijke vaardigheid bij het vormen van correcte en natuurlijk klinkende zinnen in het Frans. Indirecte vragen zijn handig wanneer je wilt rapporteren wat iemand anders heeft gevraagd of wanneer je op een beleefde manier iets wilt vragen. In plaats van directe vragen, die vaak beginnen met een vraagwoord, worden indirecte vragen meestal voorafgegaan door een uitdrukking zoals ‘je me demandais’, ‘je voulais savoir’, of ‘pourriez-vous me dire’.
De structuur van een indirecte vraag in het Frans verschilt van die van een directe vraag. In plaats van de gebruikelijke vraagwoordvolgorde bij directe vragen, volgt de indirecte vraag vaak de standaardzinsstructuur met het subject voor het werkwoord. Het is belangrijk om de juiste conjuncties en vraagwoorden te gebruiken om de zin goed te vormen. Door goed te oefenen met deze zinnen kun je jouw vaardigheden in het Frans verbeteren en meer vertrouwen krijgen in het voeren van gesprekken. Laten we beginnen!
Oefening 1: Vorm de indirecte vraag
Je voudrais savoir *oĆ¹* (waar) tu as mis les clĆ©s.
Peux-tu me dire *quand* (wanneer) vous allez partir?
Je me demandais *si* (of) elle Ć©tait dĆ©jĆ arrivĆ©e.
Pourrais-tu m’expliquer *pourquoi* (waarom) tu es en retard?
J’aimerais savoir *combien* (hoeveel) de personnes viendront ce soir.
Pouvez-vous me dire *comment* (hoe) je peux arriver Ć cette adresse?
Elle m’a demandĆ© *Ć quelle heure* (hoe laat) dĆ©buterait la rĆ©union.
Il veut savoir *qui* (wie) a gagnƩ le match hier.
Je me posais la question de savoir *si* (of) le musƩe est ouvert le lundi.
Peux-tu m’indiquer *oĆ¹* (waar) se trouve la gare?
Je me demande *quelle* (welke) robe elle va choisir pour la fĆŖte.
Je voulais savoir *combien de temps* (hoe lang) dure le spectacle.
Elle souhaitait savoir *quelle heure* (hoe laat) il Ć©tait parti.
Sais-tu *comment* (hoe) je pourrais contacter le service client?
Je me demandais *si* (of) tu avais dĆ©jĆ dĆ©cidĆ© de ton avenir professionnel.
Oefening 2: Vervolledig de indirecte vraag
Il se demande *pourquoi* (waarom) les oiseaux chantent le matin.
Je voudrais savoir *oĆ¹* (waar) tu as achetĆ© cette belle robe.
Peut-il me dire *si* (of) l’offre est toujours d’actualitĆ©?
Je me demandais *comment* (hoe) tu avais appris Ć parler japonais.
Elle se demandait *Ć quelle heure* (hoe laat) le train arrivait.
Est-ce que vous pourriez me prƩciser *combien* (hoeveel) cela coƻte?
Elle aimerait savoir *comment* (hoe) s’appelle cet arbre.
Savez-vous *quand* (wanneer) sera publiƩ le prochain livre de cet auteur?
Je veux connaĆ®tre *qui* (wie) sera prĆ©sent Ć la rĆ©union de demain.
Elle voudrait comprendre *pourquoi* (waarom) tu n’as pas acceptĆ© son invitation.
Je voudrais savoir *si* (of) le musƩe accepte les cartes de crƩdit.
Peux-tu m’apprendre *quelle* (welke) est la meilleure faƧon de cuisiner ce plat?
Je me demandais *quelle heure* (hoe laat) il fallait se rƩveiller pour voir le lever du soleil.
Saurais-tu me dire *comment* (hoe) on fait pour aller Ć la plage d’ici?
Je me demandais *si* (of) tu pouvais passer me prendre en chemin.