Question Tags Oefeningen voor Engelse grammatica

Students practicing language learning together in a library

Question Tags zijn korte vragen die we aan het einde van een zin toevoegen om bevestiging te vragen. In het Nederlands zouden we ze kunnen vertalen als “nietwaar?” of “toch?”. Ze zijn zeer gebruikelijk in het Engels en zijn een belangrijk onderdeel van de spreektaal. Het gebruik van Question Tags kan soms verwarrend zijn, omdat het afhangt van de grammaticale tijd die in de zin wordt gebruikt en of de zin positief of negatief is.

In deze oefeningen gaan we ons richten op de toepassing van Question Tags in het Engels. Het doel is om de juiste Question Tag te kiezen op basis van de gegeven zinnen. Dit is een uitstekende manier om je begrip van de Engelse grammatica te testen en te verbeteren. Let goed op de tijd van het werkwoord en of de zin positief of negatief is, want dat zal de vorm van de Question Tag bepalen.

Oefening 1: Vul de juiste Question Tags in

You’re coming to the party, *aren’t* (antwoord) you?

She can’t speak French, *can* (antwoord) she?

They have been here before, *haven’t* (antwoord) they?

It tastes great, *doesn’t* (antwoord) it?

You don’t need my help, *do* (antwoord) you?

He’s got a car, *hasn’t* (antwoord) he?

They were not at home, *were* (antwoord) they?

We should leave now, *shouldn’t* (antwoord) we?

I’m too late, *aren’t* (antwoord) I?

He hardly ever goes out, *does* (antwoord) he?

She will be there, *won’t* (antwoord) she?

There isn’t any coffee left, *is* (antwoord) there?

You’ve done this before, *haven’t* (antwoord) you?

They could hear us, *couldn’t* (antwoord) they?

It doesn’t matter, *does* (antwoord) it?

Oefening 2: Kies de correcte Question Tags

Andy won’t be late, *will* (antwoord) he?

You’ve never been to Paris, *have* (antwoord) you?

She rarely eats breakfast, *does* (antwoord) she?

They have to leave soon, *don’t* (antwoord) they?

I shouldn’t have said that, *should* (antwoord) I?

He could do better, *couldn’t* (antwoord) he?

You wouldn’t mind, *would* (antwoord) you?

It’s incredibly cold today, *isn’t* (antwoord) it?

We haven’t met before, *have* (antwoord) we?

Janice is coming with us, *isn’t* (antwoord) she?

They don’t know the truth, *do* (antwoord) they?

Liam was at the party, *wasn’t* (antwoord) he?

You aren’t afraid of the dark, *are* (antwoord) you?

He never apologized, *did* (antwoord) he?

We will win the game, *won’t* (antwoord) we?

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller