Pronoms réflexifs Oefeningen voor Franse grammatica

Digital platform for advanced grammar practice 

De Franse taal kent een bijzonder fenomeen dat we niet direct kennen in het Nederlands: de reflexieve voornaamwoorden, ofwel ‘pronoms réflexifs’. Deze voornaamwoorden verwijzen terug naar het onderwerp van de zin en worden gebruikt wanneer het onderwerp en het voorwerp van een werkwoord hetzelfde zijn. Het beheersen van de reflexieve voornaamwoorden is essentieel om de Franse taal correct te spreken en te schrijven.

In deze oefeningen gaan we ons richten op het correct gebruiken van de Franse reflexieve voornaamwoorden. We behandelen zinnen in verschillende tijden en contexten om een goed begrip van hun gebruik te bevorderen. Vul de ontbrekende reflexieve voornaamwoorden in om te oefenen met deze belangrijke grammaticale constructie in het Frans.

Oefening 1: Vul de juiste reflexieve voornaamwoorden in.

Je *me* (persoonlijk) lève à six heures tous les matins.

Il *se* (persoonlijk) baigne dans la mer.

Elle *se* (persoonlijk) brosse les cheveux devant le miroir.

Nous *nous* (persoonlijk) réveillons en retard aujourd’hui.

Vous *vous* (persoonlijk) amusez bien à la fête?

Ils *se* (persoonlijk) rencontrent au café tous les dimanches.

Tu *te* (persoonlijk) souviens de cette chanson?

Elle *s’* (persoonlijk) inquiète pour son examen.

Je *me* (persoonlijk) demande si c’est une bonne idée.

Vous *vous* (persoonlijk) intéressez à l’art moderne?

Je *m’* (persoonlijk) habille toujours en vitesse.

Nous *nous* (persoonlijk) promenons dans le parc chaque matin.

Est-ce que tu *te* (persoonlijk) rappelles de moi?

Elles *se* (persoonlijk) couchent tôt pendant la semaine.

Il *se* (persoonlijk) lève tôt pour travailler.

Oefening 2: Kies het juiste reflexieve voornaamwoord voor elke zin.

Ils *se* (persoonlijk) sont rencontrés en France.

Comment *te* (persoonlijk) sens-tu aujourd’hui?

Elle *s*’ (persoonlijk) est fait une amie à l’université.

Tu *te* (persoonlijk) brosses les dents deux fois par jour?

Je *me* (persoonlijk) suis perdu en ville hier.

Nous *nous* (persoonlijk) sommes bien amusés au concert.

Vous *vous* (persoonlijk) levez tard pendant les week-ends?

Je *m*’ (persoonlijk) étais préparé pour l’entretien.

Elles *se* (persoonlijk) sont promenées dans la forêt.

Il *se* (persoonlijk) rase tous les matins.

Est-ce que vous *vous* (persoonlijk) êtes déjà baignés dans ce lac?

Je *me* (persoonlijk) réjouis de te voir demain.

Nous *nous* (persoonlijk) étions endormis avant la fin du film.

Tu *te* (persoonlijk) prépares pour quelle université?

Elle *s*’ (persoonlijk) est réveillée très tôt pour l’examen.

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller