1. Dit is *meu* livro. (Hint: gebruik het bezittelijk voornaamwoord voor ‘mijn’ bij een mannelijk enkelvoudig zelfstandig naamwoord)
2. Onde está *teu* carro? (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘jouw’, mannelijk enkelvoud)
3. Ele trouxe *seu* chapéu. (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘zijn/haar/uw’, mannelijk enkelvoud)
4. Nós gostamos do *nosso* jardim. (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘ons’, mannelijk enkelvoud)
5. Vocês perderam *vosso* bilhete? (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘jullie’, mannelijk enkelvoud)
6. Eles encontraram *seu* cachorro. (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘hun’, mannelijk enkelvoud)
7. Eu comprei *meu* sapato novo. (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘mijn’, mannelijk enkelvoud)
8. Você trouxe *teu* casaco? (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘jouw’, mannelijk enkelvoud)
9. Ela perdeu *seu* celular. (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘haar’, mannelijk enkelvoud)
10. Nós vendemos *nosso* barco. (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘ons’, mannelijk enkelvoud)

1. Estas são *minhas* chaves. (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘mijn’ bij vrouwelijk meervoud)
2. Onde estão *tuas* bolsas? (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘jouw’, vrouwelijk meervoud)
3. Ela trouxe *suas* flores. (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘haar’, vrouwelijk meervoud)
4. Nós vendemos *nossas* casas. (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘ons’, vrouwelijk meervoud)
5. Vocês perderam *vossas* mochilas? (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘jullie’, vrouwelijk meervoud)
6. Eles cuidam bem das *suas* plantas. (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘hun’, vrouwelijk meervoud)
7. Eu lavei *minhas* roupas. (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘mijn’, vrouwelijk meervoud)
8. Você trouxe *tuas* canetas? (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘jouw’, vrouwelijk meervoud)
9. Ela perdeu *suas* sandálias. (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘haar’, vrouwelijk meervoud)
10. Nós limpamos *nossas* janelas. (Hint: bezittelijk voornaamwoord voor ‘ons’, vrouwelijk meervoud)