Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Presente/Passato Prossimo Oefeningen voor Italiaanse grammatica

De Italiaanse grammatica kent vele tijden, waarvan het presente (de tegenwoordige tijd) en het passato prossimo (de voltooide tegenwoordige tijd) zeer belangrijk zijn voor basiscommunicatie. Deze oefeningen zijn ontworpen om je te helpen deze tijden te oefenen en het verschil tussen hen te begrijpen.

Diverse grammar worksheets for language comprehension 

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Beginnende studenten kunnen zich concentreren op het correct vormen van het presente, terwijl meer gevorderde studenten zich kunnen richten op het passato prossimo met zijn samengestelde vormen. Onthoud dat het passato prossimo wordt gevormd door het hulpwerkwoord “avere” of “essere” in combinatie met het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. Succes met oefenen!

Oefening 1: Presente

Loro *mangiano* (eten) sempre insieme il sabato.

Tu *lavori* (werken) troppe ore ogni giorno.

Io *ascolto* (luisteren) la musica italiana per imparare meglio la lingua.

Maria *studia* (studeren) l’italiano da tre anni.

Noi *viviamo* (wonen) in una piccola città vicino al mare.

Voi *fate* (doen) la spesa al mercato ogni mattina?

Gli studenti *scrivono* (schrijven) un testo in italiano.

Giorgio *legge* (lezen) il giornale ogni giorno.

Sofia *va* (gaan) in palestra per rimanere in forma.

Che cosa *fai* (doen) questo weekend?

Lei *ama* (houden van) molto viaggiare e scoprire nuovi posti.

I miei amici *hanno* (hebben) sempre idee molto creative.

Chi *prende* (nemen) un caffè con me?

I gatti di Paolo *dormono* (slapen) sul divano tutto il giorno.

L’artista *dipinge* (schilderen) quadri meravigliosi.

Oefening 2: Passato Prossimo

Io *ho mangiato* (eten) una pizza margherita ieri sera.

Tu *hai lavorato* (werken) fino a tardi la scorsa notte?

Loro *hanno ascoltato* (luisteren) la nuova canzone di Vasco Rossi.

Maria *ha studiato* (studeren) a Roma per un semestre.

Noi *abbiamo vissuto* (wonen) in Spagna per molti anni.

Voi *avete fatto* (doen) un viaggio in Toscana la scorsa estate.

Gli studenti *hanno scritto* (schrijven) un saggio sulla cultura italiana.

Giorgio *ha letto* (lezen) tutti i libri di Italo Calvino.

Sofia *è andata* (gaan) a teatro con le sue amiche ieri.

Io e Carlo *abbiamo fatto* (doen) una lunga passeggiata nel parco.

Lei *ha amato* (houden van) molto quel film commovente.

I miei amici *hanno avuto* (hebben) una grande fortuna nel gioco.

Chi *ha preso* (nemen) le chiavi di casa mia?

I gatti di Paolo *hanno dormito* (slapen) nel mio letto stanotte.

L’artista *ha dipinto* (schilderen) un murale in centro città.

Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot