1. Hij *heeft* al drie uur *gewacht* (gebruik van perfect progressive met statief werkwoord “wachten”).
2. Wij *hebben* de hele dag *gedacht* aan het probleem (perfect progressive van “denken”).
3. Jij *bent* al lang *bewust geweest* van de situatie (perfect progressive van “bewust zijn”).
4. Zij *heeft* sinds vanochtend *gehoopt* op een goede uitkomst (perfect progressive van “hoop”).
5. Ik *heb* al weken *gehouden* van dit liedje (perfect progressive van “houden van”).
6. Jullie *hebben* altijd *gehoord* dat hij betrouwbaar is (perfect progressive van “horen” als weten).
7. Hij *is* al een uur *geweten* wat er moest gebeuren (perfect progressive van “weten”).
8. Wij *hebben* lang *geliefd* op dezelfde hobby (perfect progressive van “liefhebben”).
9. Zij *heeft* nooit *gehoeven* te twijfelen (perfect progressive van “hoeven”).
10. Jij *bent* altijd *geloofd* in eerlijkheid (perfect progressive van “geloven”).

1. Ik *heb* al maanden *begrepen* hoe het werkt (perfect progressive van “begrijpen”).
2. Zij *heeft* lang *gehouden* van die schrijver (perfect progressive van “houden van”).
3. Jullie *hebben* nooit *geloofd* dat het onmogelijk was (perfect progressive van “geloven”).
4. Hij *is* altijd *bewust geweest* van zijn verantwoordelijkheden (perfect progressive van “bewust zijn”).
5. Wij *hebben* lang *gedacht* over die beslissing (perfect progressive van “denken”).
6. Jij *bent* al een tijdje *geweten* als expert in het vakgebied (perfect progressive van “weten”).
7. Zij *heeft* altijd *gehoopt* op een beter resultaat (perfect progressive van “hoop”).
8. Ik *heb* nooit *gehoeven* te twijfelen aan zijn woord (perfect progressive van “hoeven”).
9. Jullie *hebben* lang *gewacht* op het juiste moment (perfect progressive van “wachten”).
10. Hij *is* al jaren *geloofd* door zijn vrienden (perfect progressive van “geloven”).