Perfect Continuous vs. Continuous Oefening 1
2. Mimi *nimekuwa* nikifanya kazi kwa saa tatu. (Hint: Gebruik de perfect continuous voor iets dat begonnen is in het verleden en nog steeds doorgaat)
3. Wanafunzi *wanacheza* mpira sasa. (Hint: Tegenwoordige continue voor een handeling die nu bezig is)
4. Sisi *tumeendelea* kusafiri kwa muda mrefu. (Hint: Perfect continuous om duur van een handeling aan te geven)
5. Baba yangu *anaangalia* televisheni sasa hivi. (Hint: Tegenwoordige continue voor een huidige handeling)
6. Wewe *umekuwa* ukisoma kitabu hicho kwa wiki mbili. (Hint: Perfect continuous met tijdsduur sinds verleden)
7. Watoto *wanakula* chakula sasa. (Hint: Tegenwoordige continue voor iets wat nu gebeurt)
8. Mwalimu *amekuwa* akifundisha kwa masaa mawili. (Hint: Perfect continuous voor een handeling die al een tijd duurt)
9. Mimi *ninacheza* mpira sasa hivi. (Hint: Tegenwoordige continue voor iets dat op dit moment gebeurt)
10. Wao *wamekuwa* wakifanya kazi kwa muda mrefu. (Hint: Perfect continuous om duur aan te geven sinds verleden)
Perfect Continuous vs. Continuous Oefening 2
2. Sisi *tumeendelea* kuandika ripoti kwa muda mrefu. (Hint: Perfect continuous om aan te geven hoe lang iets al bezig is)
3. Wewe *unasoma* gazeti sasa. (Hint: Tegenwoordige continue voor iets dat nu gebeurt)
4. Watoto *wamekuwa* wakicheza nje tangu asubuhi. (Hint: Perfect continuous met een startpunt in het verleden)
5. Mimi *ninafanya* mazoezi sasa hivi. (Hint: Tegenwoordige continue voor een handeling die nu plaatsvindt)
6. Baba yangu *amekuwa* akitengeneza gari kwa saa nne. (Hint: Perfect continuous voor duur van een handeling)
7. Wanafunzi *wanasoma* darasani sasa. (Hint: Tegenwoordige continue voor huidige activiteit)
8. Yeye *amekuwa* akicheka tangu asubuhi. (Hint: Perfect continuous om de duur van lachen aan te geven)
9. Sisi *tunapika* chakula sasa hivi. (Hint: Tegenwoordige continue voor een lopende activiteit)
10. Wewe *umekuwa* ukisafiri kwa mji mzima. (Hint: Perfect continuous om aan te geven hoe lang de reis duurt)