In de volgende oefeningen oefenen we met het vormen en gebruiken van de Passato Prossimo in het Italiaans. Deze tijd wordt gevormd met een hulpwerkwoord (essere of avere) gevolgd door het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. Let goed op de context van elke zin, zodat je de juiste vorm van de Passato Prossimo kunt invullen.