Ontkenningsoefeningen voor Finse grammatica – Tegenwoordige tijd
2. Sinä et *juo* kahvia. (Negatief hulpwerkwoord voor 2e persoon enkelvoud)
3. Hän ei *lue* kirjaa. (Negatief hulpwerkwoord 3e persoon enkelvoud)
4. Me emme *kävele* kouluun. (Negatief hulpwerkwoord 1e persoon meervoud)
5. Te ette *katso* televisiota. (Negatief hulpwerkwoord 2e persoon meervoud)
6. He eivät *pelaa* jalkapalloa. (Negatief hulpwerkwoord 3e persoon meervoud)
7. Minä en *kirjoita* sähköpostia. (Negatief hulpwerkwoord, 1e persoon enkelvoud)
8. Sinä et *autoile* tänään. (Negatief hulpwerkwoord, 2e persoon enkelvoud)
9. Hän ei *laula* hyvin. (Negatief hulpwerkwoord, 3e persoon enkelvoud)
10. Me emme *opiskele* illalla. (Negatief hulpwerkwoord, 1e persoon meervoud)
Ontkenningsoefeningen voor Finse grammatica – Verleden tijd
2. Sinä et *juonut* kahvia aamulla. (Negatief hulpwerkwoord verleden tijd, 2e persoon enkelvoud)
3. Hän ei *lukenut* kirjaa viime viikolla. (Negatief hulpwerkwoord verleden tijd, 3e persoon enkelvoud)
4. Me emme *kävelleet* kouluun eilen. (Negatief hulpwerkwoord verleden tijd, 1e persoon meervoud)
5. Te ette *katsonut* televisiota viime yönä. (Negatief hulpwerkwoord verleden tijd, 2e persoon meervoud)
6. He eivät *pelanneet* jalkapalloa viikonloppuna. (Negatief hulpwerkwoord verleden tijd, 3e persoon meervoud)
7. Minä en *kirjoittanut* sähköpostia eilen. (Negatief hulpwerkwoord verleden tijd, 1e persoon enkelvoud)
8. Sinä et *autoillut* viime kesänä. (Negatief hulpwerkwoord verleden tijd, 2e persoon enkelvoud)
9. Hän ei *laulanut* hyvin viime kerralla. (Negatief hulpwerkwoord verleden tijd, 3e persoon enkelvoud)
10. Me emme *opiskelleet* illalla. (Negatief hulpwerkwoord verleden tijd, 1e persoon meervoud)