Oefening 1: Voltooid verleden tijd in Nederlandse zinnen
2. Wij *waren* vorig jaar naar Oekraïne gereisd. (Tip: gebruik ‘zijn’ bij beweging of verandering van toestand)
3. Jij *had* al gegeten voordat je naar school ging. (Voltooid verleden tijd met hulpwerkwoord ‘hebben’)
4. Zij *waren* om acht uur al vertrokken. (Let op vervoeging van ‘zijn’ in verleden tijd)
5. Ik *had* dat boek al gelezen voor de toets. (Voltooid verleden tijd met ‘hebben’)
6. Jullie *waren* snel klaar met het werk. (Gebruik ‘zijn’ als hulpwerkwoord bij voltooid verleden tijd)
7. De kinderen *hadden* buiten gespeeld. (Voltooid verleden tijd met ‘hebben’)
8. Mijn ouders *waren* vorige maand verhuisd. (Let op ‘zijn’ bij verandering van plaats)
9. Hij *had* de brief al geschreven. (Voltooid verleden tijd met ‘hebben’)
10. Wij *waren* laat thuis gekomen. (Gebruik ‘zijn’ bij verandering van locatie)
Oefening 2: Vergelijking met Oekraïense grammatica
2. Het Oekraïense werkwoord *робив* betekent “hij *deed*,” vergelijkbaar met de Nederlandse verleden tijd.
3. Bij het uitdrukken van een voltooid verleden tijd gebruikt het Oekraïens vaak de structuur met *був* + voltooid deelwoord, vergelijkbaar met Nederlands ‘had gedaan’.
4. “Zij *waren* vertrokken” vertaalt naar het Oekraïens met *вони були пішли* (gebruik van *були* als hulpwerkwoord).
5. Het Oekraïense *я зробив* betekent “ik *heb* gedaan,” vergelijkbaar met de Nederlandse voltooid tegenwoordige tijd.
6. Om aan te geven dat iets eerder was gebeurd, gebruikt het Oekraïens vaak de verleden tijdsvorm plus context, net als in het Nederlands.
7. De vorm *він був зробив* is incorrect in het Oekraïens; vergelijk dit met het juiste Nederlandse gebruik van ‘had gedaan’.
8. Oekraïense zinnen zoals “*ми були пішли*” (wij *waren* gegaan) lijken op Nederlandse zinnen met hulpwerkwoord ‘zijn’.
9. Het verschil in gebruik tussen hulpwerkwoorden ‘hebben’ en ‘zijn’ in het Nederlands is minder strikt in het Oekraïens.
10. De Oekraïense verleden tijd wordt vaak gevormd zonder aparte hulpwerkwoorden, in tegenstelling tot het Nederlandse voltooid verleden tijd.